stedeke tusschen Hanau en Aschaiffenburg aan den Main. Memling's inschrijving in de Brugsche boeken luidt als volgt : « Jan van Mimnelinghe, Hermans zuene, ghebooren Zaleghenstat, poortere 30 in Laumaent, omme 24 schellynghen grooten ». Onderzoekingen in het land van Hessen hebben inmiddels uitgemaakt, dat Hans Memling inderdaad van Seligenstadt afkomstig is. Zijn vader heette Hanman Memling (niet Harman, zooals de stadsklerk te Brugge verkeerdelijk neerpende) en zijn moeder Luka Stirn. Deze Luka Stirn was reeds eerder met den wijnhandelaar en kuiper Appel getrouwd geweest. Naar Dr. L. Seibert u't Frankfort vóór jaar en dag getracht heeft te bewijzen, zou Wolfqanq von Goethe in rechte lijn van Luka Appel, geboren Stirn, afstammen. Mocht dit waar blijken, dan zouden Goethe en Memling rechtstreeks familie zijn van elkaar. Memlinq en Goethe: wat een wereld ligt er tusschen beiden, wat een afstand van den laat-gothischen meester naar den « Spiessbürger » uit den nieuwen, verlichten tijd! Terwijl men hierover nadenkt, herinnert men zich hoe Goethe pas laat (afgezien van zijn jeugd-entoesiasme voor den dom te Straatsburg) de kunst der Gothiek leerde waardeeren. Toen de qrijze « Olympiër » voor het eerst de schildering zag van Rogier van der Weyden, « De Opdracht van Christus », door de verzamelaars van dien tijd « der grosse Eyck» geheeten qaf hij zich voor de eenvoudige kracht, den klaren luister en 'de innige vroomheid der Primitieven gewonnen in deze uitspraak : « Zoo heb ik dan in mijn leven talrijke verzen geschreven, waaronder een paar goede en heel wat middelmatige. En die Eyck maakt me daar zulk een schilderij, dat meer waard is dan alles wat ik heb voortgebracht ».

Om welke reden Hans Memling eens uit Seligenstadt is wegqeqaan, heeft de kunsthistorie tot nog toe niet kunnen achterhalen. Met onomstootbare zekerheid weet zij thans, dat hij in 1465 poorter van Brugge geworden is, — drie jaar voordat er de grootsche feesten plaats hadden bij gelegenheid van het huwelijk van Karei den Stoute. iRas-verwantschap met het volk in Vlaanderen zal bi, Memling het zich-thuis-voelen, het opgenomen worden in de meuwe levens- en cultuurgemeenschap hebben vergemakkelijkt (In elk geval hoefde hij daartoe zijn aard geen geweld aan te doen.) Hier dan vond hij de meesters, die zijn talent den weg zou wijzen ter vol-rijpe ontplooiing; hier koos hi, een bruid (Anna Valkenaere) en verwierf hij de reputatie van te zijn de meest uitmuntende schilder in geheel kerstenhede : excellentissimus nictor totius orbis christiani. Wij mogen als juist aannemen, da Hans Memling, vooraleer zich in Brugge te vestigen, te Brussel in Brabant niet weinig heeft geleerd van het werk van Rogier