Deze nieuwe geestelijke oriënteering in Frankrijk was trouwens m t geheel niet bevreemdend, daar de Fransche élite met (jroethe s Werther en de Idyllen van Geszner gedweept had. Beslissend was de invloed van sommige Fransche emigranten ais b.v. Benjamin Constant, en vooral van Mme de Staël door het in 1810 verschenen «De 1'Allemagne ».

Hier vinden we den oorsprong van een ietwat onwezenlijke en vaische sympathie voor Duitschland, het land der wijsbegeerte en der poëtische maan-beschenen ruïnen aan den Rijn, met zijn geleerde gevoelerige, eenigszins plompe maar brave bewoners Mme de Staël besprak vol geestdrift de Duitsche philosophie en letterkunde, waarin toen uitblonken : Wieland, Klopstock Lessing, Goethe, Schiller. De Fransche romantici volgden een tijdlang haar spoor (b.v. Victor Hugo). Victor Cousin was een apostel van het Duitsche Idealisme; zijn cursussen over de rechten van het gemoed en het instinct, over het absolute en het oneindige, die Frankrijk in de « metaphysische koorts » van het Duitsche pantheïsme opvoedden, waren doordrenkt van Hegel's en Schelling s ideeën. De historische wetenschappen volgden eveneens dien Duitschen koers. Michelet was een leerling van . ï; Grimm, Niebuhr, Creutzer, en reisde met voorliefde in « zijn Duitschland », om er de lucht in te ademen van Beethoven en Fichte. De analytische methode van Taine wijst op een geest, doordrongen van Hegel's philosophie ; Renan's « Jésus » sluit aan bij het werk van David Friedrich Strausz. En dan was er nog de « Revue Germanique », het Wagnerisme...

Maar genoeg over de voor Duitschland gunstige strooming. Aan de andere zijde stond een, eveneens romantisch-verwrongen, vijandigheid, die zich steunde op sommige passages van Goethe, Hölderlin, Nietzsche, om in Duitschland te zien: een centrum van militairisme en barbaarschheid : « Barbaren von alters her durch Fleisz und Wissenschaft und selbst durch Religion barbarischer geworden» (Hölderlin).

De gebeurtenissen van 1870 sneden definitief den pas af aan de sympathieën voor Duitschland. Er voltrok zich in Frankrijk een geestelijke omwenteling, die gericht was tegen de grondslagen van den Duitschen invloed, — grondslagen van wijsgeeriqen wetenschappenjken en letterkundigen aard. Werken als « Les ennemis de 1 ame frangaise », door Brunetière, « Le romantisme, ses origines anglo-germaniques », door Louis Reynaud, die ons de wereld der Action Frangaise binnenvoert, en verder de wijsbegeerte van Em. Seillère zijn in dien zin van groote beteekenis. De anti-Duitsche, populaire litteratuur klimt op tot 1870, zij nam geweldige afmetingen aan onder den Wereldoorloq en behoudt thans nog altijd haar doeltreffendheid en brutaliteit Wanneer men het vraagstuk van Elzas-Lotharinqen wil beschouwen als een Fransch binnenlandsch probleem