staat men voor een waar « slagveld » : daar zijn de oneindige en verwarde polemieken over regionalisme, autonomisme, decentralisatie, patois, volk, ras, enz. ! Het zou ons te ver voeren, deze kwesties in hun geheel te behandelen, al ware zulks uiterst leerzaam, daar we hiermede aan den oorsprong raken der aanmatigingen van Waalsche en Brusselsche zijde.

Enkel zij even aangestipt, dat de gewone Fransche intellectueel — die er overigens van overtuigd is, dat in Elzas-Lotharingen geen Duitsch gesproken wordt (2), wel een dialect dat «au lieu d'être un trait d'union entre les deux peuples alsacien et allemand ne fait que rendre plus profond le fossé qui les sépare » (3) — dat een ontwikkelde Franschman dus niet het minste benul heeft van waarden als volk, taal, herkomst. De Duitsche argumentatie betreffende de rassische samenstelling der bewoners van Elzas-Lotharingen wordt afgescheept met oppervlakkigheden als Renan's gezegde : « Avec la philosophie de 1 histoire telle que la pratiquent les Allemands, il n'y a de légitime de par le monde que le droit des orangs-outangs, injustement dépossédés par la perfidie des civilisés. » Zelfs die Franschen, welke wel eens met hun regionalisme pronken, zooals een Jean Hennessy, de Action Frangaise, of die welke, zooals onlangs Frangois Mauriac op een tentoonstelling van Baskische kunst (4), soms spreken over « la variété dans 1 unité, la liberté dans 1 ordre », begrijpen blijkbaar niets van nationalistische of autonomistische strekkingen. Zoolang het enkel gaat om folkloristisch geliefhebber : spreekwoorden, dansen, kleederdracht, kan er nog op eenige welwillendheid gerekend worden. Een gematigd Bretoensch tijdschrift als « An Oaled » wordt geduld, vooral omdat het van leer trekt tegen de Bretoensche voortrekkers van Breiz Atao en wat zoutelooze moppen tapt over het separatisme (5). Maar de Fransche regionalisten behooren tot het soort van lieden « qui ont horreur (de la nationalité) dès qu elle a repris conscience de sa force et de sa fierté (6) ». Zoo schreef Hennessy aan gen. Bourgeois : «Je peux vous assurer que je regretterais vivement de voir le mouvement régionaliste, que je n'ai cessé de soutenir, dégénérer en Alsace en un mouvement autonomiste ». En Mauriac, in zijn boven-bedoelde rede, zegde : « ...D'Abord, en nous représentant que toute une partie de ce peuple (basque) est véritablement francais... » en verder (o ironie!)... «paree qu'ils (de Basken uit Spanje) savent précisément de quelle liberté jouissent leurs frères de France... » De « ware » Franschman is het eens met wat Poincaré te Metz verklaarde : dat n.1. « 1'avenir des provinces recouvrées devait être cherché dans leur intimité de plus en plus étroite avec le reste de la France ». I~Iet is ontstellend, hoe de Fransche geest op hol slaat als hij hoort spreken over nationale minderheden, «ces quelques hurluberlus (en Alsace-Lorraine), en Bretagne,