onwettigheid van den oorlog gedekt. In de Staten van Holland erkende Vondel zijn wettige overheid. De rampen van ons gemeenebest had hij betreurd, de overwinningen bezongen ook na zijn overgang tot de R.K. leer. Zou hij nu den Zwijger 70 jaren na diens dood willen steenigen om een vierjarig weesje daarmede te treffen ? Samenspannen met Cromwell om den afstammeling der Stuarts te schaden, den kleinzoon van Fredrik Hendrik en Amalia van Solms, door hem zoo hoog gevierd ? Zou hij, die zoo roerend over weezen heeft geschreven, dezen wees hebben verfoeid ? Neen, op dien jongen prins was de hoop van alle verdrukten, ook die der katholieken gevestigd. De eenige reden van ^ ondel om Oranje te belagen, zou dan moeten geweest zijn oogendienarij van de Amsterdamsche regenten , en nu is bekend, dat tondel geen vleier was. Ook waren de 17de eeuwsche Jezuïeten bestrijders van het koninklijk gezag en voorstanders der democratie. Intusschen bevat het drama een moraal. Der Engelen opstand was Vondel een voorspook van den opstand in de kerk en stemde hem tot weemoed, dat zoo velen zijner vrienden niet tot de Moederkerk behoorden.

Dr. B, Uit de Praktijk. Spreekoefeningen. Een geschikt stukje lezen, besprekén, laten vertellen en in eigen woorden opschrijven is den S. de beste methode gebleken voor 't leeren stellen,

J. Koopman s, Be spellingbeweging en de school. De S. verdedigt de methode, dat het onderwijs van aanschouwing moet uitgaan en spreekt het verwijt uit, dat men dit bij het taalonderwijs niet doet. Men moet hier van de spreektaal beginnen en komen tot de omgangstaal der beschaafde Nederlanders en dan schrijven gelijk men spreekt. Dus vis, meedelen, metodies, vriendelik, tradiesioneel, enz. Men moet het tijdrovend, onvruchtbaar zich bezighouden met het leren en toepassen van willekeurige regels afschaffen, de onwetenschappelike, oneenvoudige, onvolkswaardige schrijfusus verlaten, breken met het gezag en uitgaan van de subjectieve aanschouwing.

B. H, Hoe men uitgeeft en verklaart. Prof. De Vreese heeft in de Dietsche "Warande de onbetrouwbaarheid in elk opzicht aangewezen van Ungers uitgave van Vondels werken. De Vreese wil in de D. W. collaties geven, daar in de eerstvolgende jaren meer dan waarschijnlijk geen nieuwe uitgave zal ondernomen worden. B. H. hoopt, dat van wege de Maatschappij van Ned. Lett. Von-

14*