uitdrukking aan het oudere Eransch ontleend [toen men nog advenir zei] en alleen in gemeenzamen stijl in gebruik.

Ys. 16 en 17 vormen een samengetrokken zin, die zonderling klinkt doordat het werkwoord niet in beide zinnen in dezelfde wijze staat. In welke twee wijzen staat was dan ? — De vraag of zulke constructies geoorloofd zijn, wordt verschillend beantwoord. Het beste voor ons is: ze in eigen proza te vermijden.

Vs. 20—33.

Ivo tot over de ooren verliefd op Juta.

Ys. 20 : „ Dat Ivo's hart doorstraalde". Goed gezegd, want dat hart, eerst kil als ,,A rieslands vochte dalen' , stond nu geheel in lichte laaie. „Las en herlas" : in dat herlezen school juist het gevaar. Druk daarom bij het lezen op dat woord en wacht, aarzel even tusschen „en" en „herlas". — Falen = ontbreken, zie vs. 200 : „Green laafnis faalt den Eeiziger — Geen krachtherstellend maal (bl. 216 Eohi). Alleen de schenkster faalt (De twee Bult. 371). Meestal = te kort schieten, in gebreke blijven, het voorgestelde doel niet treffen. „Doe in alles slechts uw plicht, en de uitkomst zal niet falen." — Een ander ongemeen synoniem van ontbreken dat ook eenige keeren bij Staring voorkomt is ontstaan : Schoone Nimf! ontsta mij niet: Tooi mijn Leven en mijn Lied (bl. 227). Laat bloedige helden de lauwer ontstaan" (bl. 229 Het kleine veiligst). En liet, bij 'thachlijk stuk, zijn hulp Den Dappren niet ontstaan (bl. 41 Arnhem verrast). Maar l als Dichter na te streven Eischt kunst, die mij ontstaat (bl. 247 Aan Spandaw). Nog in de 18e eeuw komt het woord herhaaldelijk voor. Tegenwoordig is het vrijwel verouderd. Alleen de spruit ontstentenis leeft nog .— Andere syn., ook vrijwel verouderd, zijn: mangelen, gebreken.

Ys. 23 : zucht, haakt, verlangt, wenscht, smacht, reikhalst, begeert. Zie Hendriks Syn. 101.

Ys. 25 : in de Lucht: de lucht, die hem thuis te zwaar scheen om onbelemmerd adem te halen, was toch heerlijk koel, bedacht Ivo in het hem benauwende Aken.

Vs. 27. Vanwaar die aanhalingsteekens ? (vs. 33) — [De „moeten staan aan het begin van dezen regel en niet voor Al Het! achter weiden te vervangen door een,].

Ys. 29. Bescheiden. Dit w.w. (oudtijds sterk vervoegd) is in de meeste beteekenissen verouderd. Het meest komt het nog voor