zelfs, van bergen en de zee, — maar den eersten keer, dat men de zee of een berg ziet, zegt men : hé, is dat nu een berg ? En den eersten keer dat men zijn eigen kindje in de armen draagt, onhandig-gelukkig, is men verwonderd iets nieuws te voelen bij het oude, leege, woord „vadervreugd". Pas na het verlies van een dierbare, van een kind, weet men wat „rouw" beduidt.... We voeden ons, meer dan we wel weten of willen, met leege woorden» En dat wordt gewoonte. Mephisto in Gröthe's Faust, die wel een pessimistischen maar daarom nog niet onjuisten kijk op de menschen had, zegt:

Denn eben wo Begrift'e fehlen

Da stellt ein Wort zur rechten Zeit sich ein....

Daarom ook zijn zooveel goedgemeende raadgevingen vergeefsche moeite; daarom schijnt het zelf-willen-ondervinden de eeuwige oorsprong van zoovele treurspelen in het leven ; is de levenservaring van vele duizenden voorgangers, hoe bitter en beschamend soms voor hen, voor ons — vaak verloren kapitaal.

Daarom ook kan men vele gevleugelde woorden, „teksten" noem ik ze, uit goede boeken vergelijken bij kleinoodiënschrijntjes die grooten rijkdom omsluiten, en verbergen. Wie niet, menigmaal door strijd en leed, eenige doosjes zelf heeft geopend, heeft opengebroken, — werkt met de étuis als waren dat de diamanten!

Hier past een ander woord van Gröthe :

Was du ererbt von deinen Vatern hast,

Erwirb es, urn es zu besitzen ! —■

„Vandaar vooreerst het ontstaan van veel leege woorden", maar ook: het ontstaan, en het rustig blijven bestaan in eenzelfde menschenhoofd, van veel onsamenhangende begrippen, van zelfs geheel tegenstrijdige ideeën

In menig menschenleven komt echter een tijd van 't ontwaken van het zelf-bewustzijn, een tijd dat de jonge mensch het „vergaderen van kennis", als het optassen van balen koopwaar, een oogenblik staakt, en tracht te begrijpen wat hij ziet. Dan komt hij tot het bewustzijn van het incoherente van zijn pakhuiswaren, dan voelt hij dat het in zijn hoofd een chaos is van slecht bij elkaar passende, hier en elders opgeraapte, overgenomen, of overgeërfde begrippen. En al moge de dichter zeggen dat alleen in de ruimte de tastbare dingen hard tegen elkaar botsen, doch „leicht bei einander wohnen die Gedanken", — het kan in een