TAAL EN ZEDEN ONZER VADEREN, toegelicht door eenige oudeKluchtspelen,

door J. E. TER GOUW.

XI.

Hollandsche Zindelijkheid. — Godsdienstigheid.

Men spreekt niet ten onrechte van Hollandsche zindelijkheid: Tan oudsher waren de Hollandsche vrouwen beroemd om haar wasschen en plassen, haar schuren en boenen. En van deze deugd is het nageslacht niet ontaard. Wat er ook hier en daar nog moge aan te merken zijn, niemand leert de zindelijkheid onzer natie ten opzichte van het woonhuis, de omgeving, de bereiding der spijzen, de kleeding en het lichaam beter waardeeren, dan hij, die korter of langer tijd in het buitenland heeft doorgebracht. En zoo was het vroeger eveneens.

J. Le Francq van Berkhey *) schreef dienaangaande in 1776:

„In stede van slordigheid zag men de reinheid en zindelijkheid onder hen tot het uiterste toppunt gereezen. Dit gong zelfs zoo verre, dat zij de verwondering van allen en de berisping van veele vreemdelingen tot zig trok. Een Pranschman, Spanjaard, Italiaan, Engelschman of Duitscher vond het als iets buitengewoons en voor hem zeer vreemd, dat men onder de aanzienlijkste Lieden, en in de deftigste huizen, met geen beslikte Schoenen mogt treeden; noch eene slijmerige kladde op eene reine geboende Vloermat of een Tapijt nederspuwen; de Quispedooren of Spuwpotjes waren voor hun onhandelbaar; en deeze zindelijke uitvinding der Hollanderen was toen overal wat nieuws.

De Bidder Temple 2) vond in zijn tijd die nettigheid aan het huis van Burgemeester Hooft 3) zoo aanmerkelijk, dat hij 'er, onder het behandelen van ernstige Staatszaken, al boertende over schrijve. Te weeten, hij verhaalt ons, hoe hij, aan 't Huis van gemelden

1) Natuurlijke Historie van Holland. III Deel bl. 660.

2) Sir William Temple, in 1665 Engelsch ambassadeur te Brussel, sloot in 1668 te 's-Gravenhage met Zweden en de Nederlanden de Triple Alliantie.

3) Mr. Henrick Hooft, burgemeester van Amsterdam in 1662, 1664, 1672 en 1677.

Noord en Zuid. 26ste Jaargang, 13