daardoor werd de verstomming der h en de verlenging der a, de overgang dus van hard tot aard nu te meer tot regel. De woorden op aert waren echter in het Middelnederlandsch nog schaarsch en hadden alle een ongunstige beteekenis. Eerst later zijn de woorden op aard iets algemeener geworden; zelfs heden echter zijn ze niet talrijk.

De zelfstandige naamwoorden op aard, als oorspronkelijk samengestelde woorden, behouden in zoover de natuur van composita, dat zij den stam, evenals in gewone samenstellingen, onveranderd laten en ook daarbij afbreken, als grijs-aard, laf-aard, gierig-aard, enz. Alleen de onregelmatig, dat is van werkwoorden gevormde grijnzaard en veinzaard kunnen niet anders dan als afleidingen beschouwd, gespeld (met z) en afgebroken (grijn-zaard, vein-zaard) worden.

Dit achtervoegsel vormt, meest van adjectieven, die slechte hoedanigheden uitdrukken, mannelijke persoonsnamen, die daardoor een ongunstige beteekenis hebben, als gierigaard, luiaard, snoodaard, enz. Zelfs rijlcaard, van het onschuldige rijk, verwekt een ongunstig denkbeeld. Alleen grijsaard en kloekaard, eertijds mede schimpwoorden, met de beteekenis van: grijskop en : listig mensch, zijn later veredeld. Van zelfstandige naamwoorden zijn gevormd dronkaard en bankaard (onecht kind); het laatste kennelijk naar het vreemde bastaard. Aan de vorming van Spanjaard heeft de vroegere volkshaat aandeel gehad.

Bastaard, Fransch batard, ponjaard; Fransch poignard; standaard, I ransch etendard, en tabbaard, Oudfransch tabard., zijn vreemde woorden en derhalve niet met het Nederlandsche aard gevormd. Drossaard, uit drossaat verbasterd, heeft met aard niets te maken.

De woorden op aardig, b.v.: boosaardig, goedaardig, kwaadaardig, enz. zijn samenstellende afleidingen van booze, goede, kwade aard, door middel van het suffix ig. Zij staan gelijk met goedhartig, kleingeestig, rechthoekig, enz. en hebben dus met aard niets dan den klank gemeen. Wreedaard en wreedaardig staan toevallig naast elkander, doch zijn op geheel verschillende wijze gevormd.

Aarde. Synoniemen van dit woord zijn aardbodem, aardbol, aardkloot, aardrijk.

Deze woorden zijn in zooverre synoniem, als zij alle voor de aarde in haar ganschen omvang genomen worden. Aarde is de gewone en algemeene naam; de vier andere zjjn min of meer