glimlach, komt ook hoogleeraar Helleputte buiten, tevreden als een mensch die zijn dagtaak achter den rug heeft en mag gaan uitrusten.

Uitrusten! Wat voor een taal is dat? Hij kent er veel, maar dat is waarschijnlijk Hottentotsch.. . Zie daar eens aan den trap! Daar staat er nog een rij gelijk aan 'nen biechtstoel met Paschen: studenten met petten, heeren met dit of dat is er tegen en ... .

Tok, tok!.... Een oud-student, die zou gaarne, ziet ge, aan een plaatsje komen in deze of gene maatschappij van spoorwegen of koolmijnen .... Dan een pastoor uit Limburg, die zou wel een boerenbond willen stichten, maar dit of dat is (e«r tegen en... .

Een oud-bediende, nu architect, die het plan komt laten keuren van de kerk, van ik weet niet waar en ze aanbevelen voor de Commissie van kunstgebouwen.

Een burgemeester, die toelage van 't ministerie noodig heeft voor een kassei....

En dan komt er gauw iemand van de gilde binnengeloopen om te vragen of men de loggia van de nieuwe beroepschool met schalen of met zink moet dekken en hoe men e en plaats zou vinden om de machinen van den Boerenbond te bergen. Zoo komen ze biechten van alle mogelijke dingen.... Elk wordt aanhoord en gaat tevreden heen.

Al pratende heeft heer Helleputte zijn papieren gerangschikt, zijn register geteekend, een paar brieven geschreven en nog steeds gaat het: tok, tok! en allen komen binnen met de vaste overtuiging dat die heer op niets anders te denken heeft dan op hun zaak.

Maar 't is reeds 20 minuten voor 10 en om 9 u. 53 vertrekt de trein. En als de deur van 't kabinet opengaat staan er nog. 't Is om ongeduldig te worden. — Ongeduldig ! weer een woord dat hij uit zijn woordenboek heeft geschrapt. Eer hij aan 't rijtuig is, hebben er reeds een paar hu .1 zaken effen en . . . de laatste moet maar mee naar het station.

Bruxelles direct! Daar wandelt er een die reeds op voorhand een perronkaartje heeft genomen: zoo was men immers overeengekomen. Op de voetbank van het salonrijtuig wordt de zaak besproken ... en de trein is weg. — Als hij te Brussel stilstaat is de stof bestudeerd, waarover men in de Kamer zal twisten: opwerpingen met bewijzen en cijfers staan in slagorde tegen de forten van Antwerpen, eene kernachtige redevoering is ineengetimmerd. Twee uren later heeft hij .zijne orders gegeven in de bureel en van tram- en spoorwegmaatschappijen, zijn aanbevelingen gedaan voor Piet en Paul bij de ministeries, zijn toelagen ,en plaatsen gevraagd en bekomen. En als dan in de Kamer een Demblon aan 't zeeveren gaat, dan heeft Helleputte gelukkig wat tijd om eenigen der tienduizenden brieven te schrijven, die jaarlijks gemiddeld uit zijne pen vloeien . . ."

Of nu zijn drukke bezigheden verminderden sinds hij Minister werd, dat durven we wel een beetje betwijfelen. En 't is dan ook niet te verwonderen dat zijn kiezers klagen wanneer hij niet dikwijls genoeg terugkomt in zijn kiesdistrict of hun aanvragen soms lang op antwoord wachten. Wie zou het hem ten kwade duiden ?

Als voorstander van het volk en tot heropbeuring van zijn volk stichtte hij het democratisch verbond, de Gilde der ambachten en neringen, en den machtigen Belgischen Boerenbond, met zijn syndicaten en onderlinge verzekerin¬

gen, met zijn Spaar- en Leengilden en zijn pensioenkassen, een vereeniging wijd uitgestrekt over heel Vlaamsch-België, onder stoffelijk en zedelijk opzicht, het behoud van onze Vlaamsche dorpen, die dankbaar den naam van J. helleputte als dien van hunnen grootsten weldoener gedenken.

Maar Joris Helleputte — en dat geldt bij ons als een eeretitel — is een Vlaming van echt ras, onze „Vlaamsch gezinde Minister". Hij begrijpt, dat kost wat kost de kloof tusschen het volk en de hoogere standen moet verdwijnen en dat dit enkel kan, wanneer ook de hoogere standen de taal van het volk machtig zijn; hij begrijpt dat ons volk recht heeft — een heilig recht — om opgevoed, onderwezen en geleid te worden tot hoogere ontwikkeling in zijn eigen Nederlandsche taal en dat die taal mag weerklinken in het paleis van den Minister zoowel als in de schamele woning van den armen werkman. Daarom verklaarde hij zich onbewimpeld voorstander van het wetsvoorstel Van Cauwelaert, voor de Vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool, daarom spreekt hij t'huis zuiver Nederlandsch, daarom antwoordt hij in de Kamer in die zelfde taal en eischt hij eerbied voor haar van wege zijne ondergeschikten, die zich wel wachten dezen wil te weerstaan.

Een kranig volksgezind en volksgeliefd man! Rechtschapen en gulhartig, wie met hem omging heeft dat ondervonden. Hij was de trouwe vertegenwoordiger der belangen van zijn volk; veel, zeer veel heeft dat volk hem te danken en zeer veel verwacht het nog van hem. En daarom bleven ook de Noord-Limburgers hunnen joris helleputte getrouw, en daarom vlechten ze heden om zijn edel hoofd een heerlijk mooien jubelkrans. Ad muitos annos.

Peer, 22 April 1914.

Lambrecht Engelen.

EEN FEESTGA VE VOOR DE K. S. A.

Collecte van Sappermeers Parochianen voor de K.S.A. f 87.75

R. K. Soc. Cursus, Paramaribo - 10.—

R. K. Jongelingsvereen. St. Antonius, Woerden ... - 2.50

R. K. Handelsreizigersvereeniging »Columbus", Den Bosch - 10.—

Maria-Vereeniging, Leiden - 5.—

Ned. R. K. Volksbond, Afd. Feyenoord - 5.—

Denekamp. Collecte op vergadering K.S.A - 18.44

R. K. Middenstand - 2.50

Kruisverbond - 2.50

R. K. Zangkoor - 2.50

Bij »Jong Limburg", Secretaris J. Maassen, Statensingel 76, Maastricht, is ingekomen:

Maria-Vereeniging Ootmarsum - 2.—

KORTE BERICHTEN.

Standsorganisatie, Vakorganisatie. — Wederom moest het

artikel van Mr. Aalberse, in antwoord op de artikelen-reeks van Het Katholieke Volk, deze week wegens plaatsgebrek blijven liggen. De volgende week zal het echter worden opgenomen.

ONTVANGEN BOEKEN.

Jaarverslag Sobriëtas over 1913. — 120 blz.

Van Utrecht naar Rome. Inlichtingen aan de Oud-Katholieken van Nederland, aangeboden door D. Huurdeman en W. L. S. Knuif. — Utrecht, Wed. J. R. van Rossum, 's-Bosch, C. N. Teulings, 1914. — 66 blz.

Gedenkschrift ter herinnering aan de opening der Nederlandsche Handels-Hoogeschool te Rotterdam, 8 Nov. 1913. — 78 blz.