Intusschen zijn wij de roode pers dankbaar voor de wijze, waarop zij weer eens heeft laten zien, welke gevoelens haar bezielen en aan het volk poogt bij te brengen, zelfs bij zulke diep treurige en afschuwelijke feiten als deze lage vorstenmoord.

Wij zullen er gaarne meerdere bekendheid aan geven.

Leiden. S. J. ROBITSCH.

DE VERWORPEN SUBSIDIE.

Nog steeds doet overal de socialistische pers ijverige pogingen, om zooveel mogelijk de aandacht af te leiden van de principieele zijde van de kwestie van de verwerping der subsidie voor Limburg. De vrees van ..Het Volk", dat voor de rechterzijde deze geschiedenis een prachtig verkiezingswapen zijn zou, doet er haar naar streven, deze zaak zoo onbeteekenend mogelijk voor te stellen en in allerlei bijzaken te verdrinken.

Zoo o.a. weer op 2/7 '14, no. 4306, waar het een heele kolom noodig heeft om nogmaals de schuld aan de rechterzijde in de schoenen te schuiven, en tevens het katholieke Limburg „slap geloof" te verwijten, in verband met een artikel van de „Limburger Koerier" over de moeilijkheden, waarin de katholieke gemeenten door de verwerping der subsidie thans komen. Nu, brutaliteit van roode zijde zijn we gewend.

Op de argumenten, van die zijde thans bijgebracht, zullen we nu niet ingaan. Dat is reeds voldoende geschied, en zal bij voorkomende gelegenheid nog wel eens plaats hebben.

Maar dat „Volk"-artikel bevat een merkwaardige tegenspraak. zooals bij de niet bepaald logische hersen-orgamsatie van roode redacteuren wel meer voorkomt.

Want na eerst gezegd te hebben:

„Over het algemeen geeft de Roomsche kerk nog wel eens den indruk van kracht. Wie de weelderige kerken en kloosters ziet, waarmee vooral het zuiden van ons land overdekt is, wie ziet wat een aktie er van uitgaat, wanneer het geldt wereldlijke, politieke macht te veroveren, wie de forschheid waarneemt, waarmede men uit dien hoek het socialisme bestookt en het kapitalisme verdedigt, die zou zoo zeggen, dat men daar vaak met zijn kracht geen raad weet.

En nu ontvalt daar een gemeente van 4000 zielen een som van 340 gulden, die haar gedurende eenige jaren ten onrechte en in het geniep werden toegestopt, en daar is waarachtig Leiden in last."

kan men eenige regels verder lezen:

„De aangeslagenen in de Vermogensbelasting in Limburg bezaten in 1912/13 met elkaar 137 millioen gulden. Minstens 9/10 van dat sommetje is toch in handen van fijne katholieken. Kunnen die heeren het arme Spekholzerheidsche kerkbestuur niet uit den nood helpen ?

Of hebben de heeren slechts offers over als het geldt wereldlijke macht te veroveren, en houden ze hun vrome beurzen potdicht, wanneer het de heusche zielenzorg betreft?"

Maar hoe slaat dat nu op het bovenstaande? Komen die weelderige kerken en kloosters dan uit den grond oprijzen ? „Het Volk" erkent dus zelf, dat de heeren voor de „heusche zielenzorg" ook nog wel wat over hebben en geen klein beetje ook. Waaruit duidelijk blijkt van welk gehalte het optreden der socialisten in deze zaak is en met welk doel het geschiedt. S. J. R.

P RACTI SC H-SOCIALE V AC ANTIECURSUS TE M.-GLADBACH

Voor den socialen vacantiecursus, die de Volksverein in M.-Gladbach van 30 Aug.—3 Sept. zal houden, is als

algemeen onderwerp gekozen: Volksontwikkeling en volksopvoeding,; het volgende program is opgesteld:

Zondag, 30 Aug. 3 uur: Waar staan wij in onzen socialen arbeid ?

5 uur: Strevingen en richtingen in de volksontwikkeling en opvoeding.

Maandag, 31 Aug. 9 uur: Opvoeding tot bekwaamheid

in het beroepsleven.

/OI/2 uur: Bevordering van het standsbewustzijn en van

de standssolidariteit.

3 uur: Beroepsleven en persoonlijkheid.

Dinsdag, 1 Sept. 9 uur: De ontwikkeling van het gezinsleven tengevolge van den huidigen beroepsarbeid. roi/2 uur: De invloed van onzen socialen arbeid tot nu toe

op het gezinsleven.

5 uur\ Nieuwe strevingen en wegen tot bevordering van

den zin voor het familieleven.

Woensdag, 2 Sept. 9 uur: Psychologische voorwaarden

voor socialen arbeid.

/01/2 uur: Standstegenstellingen en algemeene belangen. 3 uur: Opvoeding tot staatsburgerlijk denken en handelen. Donderdag, 3 Sept. 8 uur: Gemoedsvorming en ontspanning.

701/2 uur: De godsdienst in het sociale opvoedingswerk.

De cursus wordt kosteloos gegeven. De deelnemers betalen slechts de verblijfkosten. Aanmelding vóór 17 Aug. aan het Bureau van den Volksverein te M.-Gladbach.

CENTRALE LANDBOUWONDERLINGE.

Te Amsterdam werd de vorige maand de algemeene Vergadering gehouden van de Centrale LandbouW-Onderlinge. Uit het verslag over 1913 stippen we hier een en ander aan:

Op 31 Dec. 1913 waren aangesloten 11130 landbouwers, verdeeld over tien provinciale ondervereenigingen en één direct aangeslotene. Het door hen over het verslagjaar uitbetaalde loon bedroeg f 16,307.971. Tot 31 Maart van het loopend jaar traden nog 707 nieuwe leden toe.

Aangaande eene wettelijke ongevallen-verzekering bevat het verslag de mededeeling, dat, hoewel de Tweede Kamer telken jare opnieuw tot het hervatten der werkzaamheden omtrent het in 1905 ter zake ingediende wetsontwerp besloot, een voorloopig verslag tot nu toe niet is uitgebracht. Hoe gaarne de Landbouw-Onderlinge ook een goede, praktisch bruikbare Ongevallenwet voor het landbouwbedrijf tot stand zou willen zien komen, is zulk een wet, voor zoover kan worden nagegaan, nog niet spoedig te verwachten.

De uitvoering van de ongevallen-verzekering is grootendeels gedecentraliseerd en daartoe opgedragen aan 227 Plaatselijke Ongevallen-Commissies bestaande uit 1250 leden. Het verslag constateert met «genoegen, dat deze Commissies hare werkzaamheden met groote toewijding verricht hebben.

In 1913 werden bij de aangesloten landbouwers 2096 arbeiders door een ongeval getroffen. Hiervan waren 1951 binnen twee maanden afgeloopen. Niet minder dan 128 ongevallen duurden langer dan twee maanden, terwijl 17 ongevallen den dood tengevolge hadden. Aan 16 arbeiders werd een levenslange uitkeering toegekend. Van de overige in het verslagjaar, getroffen arbeiders zijn er 35 nog onder geneeskundige behandeling.

Van de zeventien arbeiders, die tengevolge van een landbouwongeval zijn overleden, lieten er vier geen betrekkingen na, waarvoor zij zorgden. Aan de nagelaten betrekkingen van de 13 anderen \verd een blijvende uitkeering toegekend. De bevoordeelden zijn 11 weduwen, 16 kinderen, 1 vader en 1 moeder.

Van de in 1911 en 1912 door een ongeval getroffen arbeiders genoten er op I Maart 1913 nog 26 eene uitkeering. Sedert zijn van deze 26 getroffenen er 11 hersteld en werden