waarop eenige diep-blauwe wijnglazen. Boven den hoogen, lompen schoorsteenmantel hing een portret van den Markies van Grauby, dat wel een uithangbord kon zijn, en aan den tegenovergestelden muur zag men een smakeloos gekleurde prent, van Bunbury, Ranelagh voorstellende op een van zijn feestelijkste uren. Het algemeen voorkomen van het vertrek, hoe verwaarloosd ook, was niet vuil: en, het zij door zijn ruime afmetingen, hetzij door ziin groote rustigheid, en ouderwetsche meubels, de in druk was ver van onaangenaam. Er lag die vage melankolie over, welke de beschouwing van het verleden altijd opwekt, en die steeds ons gemoed in zachte stemming brengt.

Gerard keek uit het raam naar het grasveld; Sibylla noodigde haar gast uit, om plaats te nemen. Egremont, wiens gemoed heftig bewogen was, deed zic;h geweld aan om kalm te worden, en zeide met een stem, waaraan de gewone helderheid ontbrak: „Gisteren gaf ik eene verklaring aan iemand, die ik, naar ik hoop, nog miin vriend mag noemen, om welke reden ik een naam aannam, waarop ik geen recht heb."

Sibylla schrok een weinig op, maar sprak geen woord.

„Ik zou het een geluk achten, indien u ook gelooven wildet, dat ik dezen stap deed, ten minste om geen rede nen, waarvoor ik mij behoef te schamen; — al zoudt u overigens mijn gedrag onbescheiden vinden", voegde hij er aarzelend bij.

Hun blikken ontmoetten elkander. Verbazing lag over Sibylla'S gelaat, maar zij zeide geen woord, en haar vader, die met zijn rug naar hen toe stond, bewoog zich niet.

BOEKEN-ADVERTENTIEN.

Wat willen wij op sociaal gebied ? door ALBERT DE MUN.

Met een inleiding van Jhr. Mr. O. V. NlSPEN TOT SEVENAER.

3e duizendtal. 66 blz. f 0.60, fr. p. p. fo.65.

KORTE INHOUD: Deze brochure geeft in de inleiding een hoogst interessante studie over den persoon en het karakter van den bekenden Franschen socioloog graaf Albert df, Mun. De brochure geeft een zooveel mogelijk letterlijke vertaling van de mooiste passages uit De Mun'S redevoeringen en geschriften, in systematische volgorde gerangschikt.

Enkele Beoordeelingen:

„Het lijkt ons eene gelukkige gedachte de aandacht te vragen voor den persoon en den arbeid van beroemde buitenlandsche katholieke sociologen. Zóó beschouwd gaf „Futura" blijk van juist inzicht en practischen zin, toen zij besloot om de buitenlandsche schatten van sociologische wetenswaardigheden onder het bereik te stellen van onze landgenooten en hun het suggestief voorbeeld voor oogen te stellen van mannen, die op sociaal gebied hunne sporen verdienden. De Tijd, 21 Jan. 1905.

„Voor ons land bevatten de woorden van graaf Ai.bkrt de Mun zeer belangrijke wenken."

De Nederlander, 20 Febr. 1905.

„De heer Van Nispen heeft voor dat boekje een inleiding geschreven, die zeer lezenswaardig is, omdat zij een klaar en helder beeld geeft van den persoon en het karakter van den bekenden adellijken royalist, in wien de katholieken van Frankrijk terecht een hunner beste redenaars begroeten." Prov. Geld. en Nijm. Crt., 9 Feb. 1905.

„Men had mij gezegd", vervolgde -Egremont, „dat een onoverkomelijke afgrond de rijken van de armen scheidde. Men had mij gezegd, dat de bevoorrechte klassen, en 'het volk twee naties vormden, door verschillende wetten geregeerd, door verschillende zeden beïnvloed, met geen gedachten of sympathieën, aan beide gemeen: met een aan geboren onbekwaamheid om elkaar wederkeerig te ver staan. Ik meende, dat, als zulks werkelijk het geval was, de ondergang van ons aller vaderland nabij was. Zoo groot een ongeluk te voorkomen was mijn pogen; zwak misschien, maar niet zonder ijver ondernomen. Ik was in het bezit van een positie, die mij een deel van de (verantwoordelijkheid op de schouders legde, en om de kennis te verkrijgen, welke alleen mij in staat kon stellen om nuttig op te treden, besloot ik om .onopgemerkt te gaan leven onder mijn medeburgers, die van mij vervreemd waren. Hoe weinig beroemdheid ik ook bezit, zonder achterdocht op te wékken kon ik dat niet doen, indien ik mij bekend maakte. Men zou zich van mij afgewend hebben, van mijn klasse en van mijn naam, zooals gij u zelf afkeerde, Sibylla, toen men die eens bij toeval in uwe tegenwoordigheid noemde. Dit zijn de redenen, dit de gevoelens, die mij noopten, — ik wil niet zeggen dat zij er door gebillijkt werden — om den drempel van uw huis te overschrijden, onder een aangenomen naam. Ik bid u om vriendelijk over mijn gedrag te oordeelen, mij te vergeven,- en mij niet de bitterheid te laten gevoelen, dat ik de got de meening verbeurd heb van menschen, die mij onder alle omstandigheden des levens den hoogsten eerbied inboezemden."

(Wordt vervolgd)

Voor de Novembermaand

De Geloovigc Zielen.

Overwegingen voor iederen dag der maand November. — DOOR TH. DE HAAN. —

10 cent, franco per post 12 cent.

FUTURA — LEIDEN.

De Sociale Arbeid van Albert de Mun.

60 blz. fo.6o, fr. p. p. fo.65.

KORTE INHOUD: DE MUN als officier. — De sociale roeping van DE MUN. — Kerkelijke goedkeuring. — Werkzaamheid van DE MUN. — DE MUN als redenaar. — Politieke arbeid van DE MUN.

Een der beoordeelingen.

„De naam van ALBERT DE MUN is een naam van minstens Europeesche vermaardheid.

Zijn program vertoont in wezen veel overeenkomst met dat, hetwelk ook in Nederland vele aanhangers heeft. Levendige deelname van de Kerk aan de sociale beweging, positieve Staatszorg, en overdracht van een deel der Staatstaak aan publiek-rechtelijke beroepsstanden, het is ook in ons land een bij verschillende richtingen waargenomen streven.

Met kardinaal LAVIGERIE heeft de groote Fransche socioloog dit gemeen, dat hij voor zijn vaderland en het volk, dat hij liefhad, bereid was, alle offers te brengen."

A. H. J. ENGELS in K. S. W., 29 April 1911.