wenschen de leening, hetzij geheel hetzij voor een deel, worden afgelost uit de opbrengst van een te heffen vermogensbelasting in eens.

,,De verkorting van den termijn, waarbinnen conversie der vrijwillige leening is uitgesloten, heeft ook ten gevolge dat de schadelijke invloed, welke van het hooge rente-type der leening wordt gevreesd voor het landbouw-, nijverheids- en handelscrediet, zeer wordt verminderd. Algemeen wordt verwacht, dat in de allereerste jaren na het einde Van den oorlog de rentestand hoog zal blijven. Komt er daarna meer ruimte van geld en Vertoont de rentestand neiging tot daling*, dan zal het Rijk daarvan kunnen gebruik maken door tot conversie over te gaan. Indien het Rijk dit met goed ge'volg zal kunnen doen, zal het zeker niet worden nagelaten. Landbouw, nijverheid en handel zullen daarvan alsdan, wat de credietbehoefte betreft, aanstonds een gunstigen terugslag ondervinden.

,,Op het welslagen van de vrijwillige leening zal de verkorting van den uitsluitingstermijn der conversie, naar ondergeteekende vertrouwt, weinig invloed hebben. Uit art. 10 van het ontwerp volgt duidelijk dat de conversie in geen geval gedwongen zijn zat. Hij die dus later niet zal willen deelnemen in de alsdan uit te schrijven leening van het lager rente-type, zal zijn geld terugontvangen en het beleggen naar verkiezing. Waar dit vaststaat, zal de verkorting van den termijn tot drie jaar op de geneigdheid tot vrijwillige deelneming aan de leening wel niet dempend werken.

,,Het tweede punt. waarop zooeven werd gedoeld, staat met de verkorting van den uitsluitingstermijn in nauw verband. Bij het overleg met de voorzitters der Kamerclubs bleek er vooral groot verschil van meening te zijn over de wijze, waarop in het ontwerp iwordt voorgesteld rente en aflossing der leening te dekken. Nu spreekt het wel van zelf, dat de wetgever der toekomst bevoegd is de artikelen, die de dekking van rente en aflossing regelen, te wijzigen en die te vervangen door bepalingen van gansch anderen geest. Er werd echter gevreesd dat, indien aan den wetgever niet de verplichting werd opgelegd, zich binnen een in de wet zelve vastgelegden termijn met dit moeilijke vraagstuk opnieuw bezig te houden, hij al te licht geneigd zou zijn, aan het eenmaal bestaande niet te tornen, ook al zou dit aan gewettigde critiek bloot staan. Om aan dit bezwaar te gemoet te komen, is in het ontwerp opgenomen, dat een voorstel tot herziening of tot bestendiging der bepalingen omtrent de dekking van rente en aflossing vóór i Januari 1920 bij de Tweede Kamer moet worden ingediend. In verband met de periodieke verkiezingen van 1917 kon deze termijn zich niet aansluiten bij dien van de uitsluiting der convensie. Het spreekt echter van zelf, dat noch de Regeering noch de Kamer door de opgenomen verplichting tot herziening of tot bestendiging der dekkingsbepalingen belemmerd worden in haar bevoegdheid voorstellen tot wijziging dier bepal'ngen

te doen. zoodra zij den tijd daartoe gekomen achten.

* *

*

't Is iets.

Maar veel niet.

Mr. A.

PAUS-DRANKBESTRIJDER. — IV.

Wat eindelijk de hoogere standen aangaat, getuigde reeds Leo XIII niet: „Elkeen zal zekerder tot de onderdrukking zijner drankzucht worden gebracht, als zij,

die daartoe het voorbeeld geyen, hoog zijn in waardigheid en groot van invloed''? 'Zij, die door ,.Mmnd positie, vermogen en beschaving naar geest en gemoed wat meer aanzien in de maatschappij hebben", mogen zich niet afzijdig houden in de katholieke sociale actie. Want indien hunne medewerking ontbreekt — ik citeer uit de Encycliek ,.Graves de communi re" — dan zal men nauwelijks iets tot stand kunnen brengen tot het gewenschte welzijn des volks. Maar langs des te zekerder en korter weg zal dit kunnen bereikt worden, hoe krachtiger en talrijker de medewerking van aanzienlijke burgers daarbij haar invloed doen gelden. Want dezen moeten wèl belgrijpen, dat het hun niet vrijstaat het lot der lagere standen te behartigen of wel te veronachtzamen, maar dat zij daartoe strikt verplicht en gehouden zijn." Doch even waar als dit Pauselijk woord is oc'k deze stelregel: dat Wie aan sociale actie doet en geen oog én hart heeft voor de drankbestrijding, vergeefsch werk verricht. Het alcoholisme immers is een zeer voorname oorzaak van verschillende toestanden, waarin het Roomsch vereenigingsleven verbetering wil brengen; en de ondervinding leert, dat de bemoeiingen onzer sociale vereenigingen vaak op het alcoholgebruik afstuiten, d. w. z. <f?>«tengevolge weinig of geen succes hebben.

Is het dan wonder, dat de drankbestrijding een belangrijk punt uitmaakte van het regeeringsprogram van ,,den Paus der katholieke sociale actie"? Maar dan wordt ook hierdoor de beteekenis van het ..Paus-drankbestrijder" in niet geringe mate verhoogd.

Prof. Mag. de Groot, O. P.. Hoogleeraar aan de Amsterdam,sche Universiteit, durfde een naai de drankbestrijding ,.eën groot stuk Christendom" noemen. En hij had gelijk. Rechtstreeks zoowel als zijdelings wordt door het alcoholisme een groot stuk Christendom verwoest. ;W:at PlUS X niet onduidelijk te verstaan gaf, toen (hij de drankbestrijding een noodzakelijke voorwaarde *er uitvoering van zijn levensprogram: het herstel der wereld in Christus, noemde.

Op rekening van den alcohol komt veel onzedelijkheid, criminaliteit, zelfmoord, verzuim van godsdienstplichten en gebed, Zondagschending, verwoesting van het familieleven, echtscheiding en verwijdering van het huwelijk, verwaarloozing van de opvoeding der kinderen, godsdienstige verwording, achteruitgang van het Katho licisme, en deiigelijke. Een schat van gegevens staan mij ten dienste om een en ander onomstootelijk te bewijzen; doch wij moeten ons tevreden stellen met te verwijzen haar onderstaande geschriften. 1)

Ook indirect echter valt bet niet moeilijk aan te toonen, dat het woord van Prof. de Groot waarheid bevat.

Het dienen van God is, meer dan men denkt, afhan-

1) Godsdienst en Bieralcoholisme, door Kap. v. d. venne Uitgave van Sobriëtas. — Godsaienst en Moraalstatistiek, naar h. a. Krose. Uitgave «Futura», Leiden. — Erger dan Alcohol? — De Derde Orae van St. Franciscus en de Drankbestrijding. — Beide laatste brochures zagen van de hand van ondergeteekende het licht bij v moorsel & v. d. b00gaart te Helmond.