i4e Jaargang.

ZATERDAG i MEI 1915.

No. 18.

KATHOLIEK SOCIAAL WEEKBLAD

Redacteur: Mr. P. J. M. AALBERSE.

Alle stukken voor de Redactie te adresseeren, Oude Singel j8, Leiden. — Alles wat de Administratie betreft,

aan de Uitgeversvennootschap „FuturaLeiden. (

DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG.

Mi per drie maanden f 1,00, fr.p.poit f 1.12H; afzonderlijke nummers 15 cent. — Admtentiên Yan 1—i rejelg f lü, iedere refel «eer f IJl.

INHOUD: Privaat-eigendom, II. De oorsprong van den privaateigendom volgens de wets- en de contracts-theorie, door Mr. P. J. M. Aalberse. — De opvoeding der Vrouw in onze dagen, door P. van Luyk s.J. —Uit Tijdschriften: De plaats van het Katholicisme in de sociale politiek sinds Kettêler. III. — Berichten en Mededeelingen: Mario Chiri. f— Korte Berichten: Werkliedenvereenigingen en Onderlinge Bijstand. — Loon, steun en werkverschaffing van gemeentewege. — Landbouwcoöperatie in Rumenië. — Arbeidsbeurzen. — Nieuwe Boeken. — Feuilleton: Liefde en Plicht. Roman naar het Engelsch door J. Scheepens. 2.

PRIVAA T-EIGENDOM.

II. De oorsprong van den privaateigendom volgens de wets- en de contracts-theorie.

1. De Wets-theorie.

hobbes, de leeraar van Koning karel II van Engeland, stelde in zijn boek De Cive de bewering op, dat va,n nature alles aan allen toebehoorde. Ieder heeft derhalve de bevoögdheid naar believen de stoffelijke dingen, in bezit te nemen, ze a,an anderen te ontnemen, ze naar willekeur te gebruiken. Vandaar is de strijd van allen, tegen allen de oorspronkelijke toestand van het menschelijk geslacht. Uit vrees, en om zich in dezen algemeenen strijd te beschermen, zochten de menschen deelgenooten op, met wie zij zich tot gemeenschappelijken afweer verbonden. Zoo ontstond de Staat. Het Staatsgezag nu had tot taak, om door positieve wetten den privaateigendom te verschaffen en het verschafte te beschermen.

Een gelijksoortige leer droegen ook voor J. J. RotJSseau, Bentham, Montesquieu, Jouillier en anderen. (Vgl. s. schiffini, s. J., Dispatutionis philosophiae moralis, II, 143 evg., 154 evg.)

Deze leer werd de theorie der Fransche Revolutie. Zoo zeide Mirabeau i n de Constitueerende Vergadering: ,,De eigendom is verworven krachtens de wetten; de wet alleen ligt er aan ten grondslag." Hetzelfde Trouchet, een der makers van den Code Napoleon: „Alleen aan de wetten dankt de eigendom zijn bestaan en zijn rechtvaardiging." In zijne verklaring der Rechten van den Mensch, definieerde robesspierre den eigendom

als ,,het recht van een iegelijken burger, dat deel der goederen te genieten, hetwelk hun door de wet gewaarborgd is."

Ook thans nog wordt deze zoogenaamde Wets-theorie, welke de rechtvaardiging van den privaat-eigendom uitsluitend uit de positieve staatswet wil afleiden, door velen verdedigd. Zoo moeten vooreerst alle consequente rechtspositivisten haar aanhangen. Want wanneer er in 't algemeen geen recht buiten de positieve Staatswet bestaat, dan kan ook het eigendomsinstituut geen anderen grondslag voor zich opeischen.

In Duitschland werd en wordt de wetstheorie voornamelijk verdedigd door J. I. FlCHTE, A. irendelenburg, A. Wagner i), en A. Samter. 2)

De Wetstheorie is onhoudbaar op de navolgende vier gronden:

Primo. Hare verdedigers gaan uit van de onware vooropstelling, dat er geen natuurlijk recht bestaat. Wie dat eenmaal heeft aangenomen, hem blijft voorzeker ter „juridische" rechtvaardiging van den privaat-eigendom uitsluitend de positieve wet over. Edoch, het beroep op een bloot historisch, positief recht geeft nog weinig nut, omdat elke staatswet slechts dan voor zich op rechtskracht aanspraak kan maken, wanneer er een natuurrechtelijke, aan de positieve wet voorafgaande, verplichting bestaat, aan de menschelijke, positieve wet, gehoorzaam te zijn. Zonder deze natuurrechtelijke verplichting, om te gehoorzamen, is de positieve wet slechts een feitelijke eisch van de macht. Enkel mafcht wordt echter ook wederom door macht „rechtmatig" op zij gezet. Principieel zouden daarom van hun standpunt de aanhangers van de wetstheorie er niets tegen in kunnen brengen, wanneer op een goeden dag een socialistische meerderheid in de Staten-Generaal den privaat-eigendom bij de wet evenzoo weer wegdecreteeren wilde, als hij bij de wet was ingevoerd.

Wagner (Grundle\gung, blz. 566 evg.) werpt hier wel tegen op, dat misbruik van macht mogelijk blijft,

11 Vgl. Allgemeine oder theoretische Volkswirtschaftslehre. I. Grundlegung (Leipzig und Heidelberg, 1879 blz. 518 evg.

2 Das Eigenthum in seiner socialen Bedeutung. (Jena, 1879) blz, 309 evg.