F E U I L L E TON.

LIEFDE EN PLICHT.

ROMAN NAAR HET ENGELSCH DOOR J.

SCHEEPENS. — 21.

XIV.

EEN EERSTE H. COMMUNIE.

Den Woensdag daaropvolgende, den veertienden Mei, gingen de heer en mevrouw Sidney scheep voor Liverpool op de „Baltic".

De „White Star'-stoomer, welke dien naam droeg ten tijde van onze geschiedenis, kon voorzeker niet de vergelijking doorstaan met het schip van denzelfden naam, dat in 1904 door dezelfde maatschappij te water werd gelaten: niettemin was het 't snelst varend schip in die dagen; het had dat jaar het record voor den afstand Newj-York— Queenstown op zijn naam, rnelt een tijd van zeven dagen, twintig uren en negen minuten.

Natuurlijk bevonden Fred en Agnes zich aan den pier. om hen „goede reis" te wenschen en hen te zien vertrekken, gelijk nog eenige andere vrienden en kennissen, waaronder dokter Eaton en zijne echtgenoote. Mevrouw Sidney vond in hare zitkamer, toen zij daar binnentrad, een schoonen ruiker, waaraan Fred's naamkaartje bevestigd was, terwijl een mandje fruit van denzelfden schenker voor mijnheer Sidney bestemd was.

De gewone „scènes" op de boot en de pier, wanneer een oceaan-stoomer zijn lange reis aanvaardt, kon men ook dezen morgen waarnemen — zuchten van achterblijvende betrekkingen hier — hartelijke wenschen van „goede reis" en „wel thuis" daar. en zenuwachtige haast overal.

Toen zij den stoomer verlieten, nam dokter Eaton Fred bij den arm en sprak tot hem: „Fred, onze kleine Betsie doet aanstaanden Zaterdag hare eerste Communie op het College der Zusters van het H. Hart in Manhatta ville. Dezen morgen zijn zij daarvoor in geestelijke afzondering gegaan. Het kwam mij zoo voor, dat gij en Agnes bij de plechtigheid tegenwoordig zoudt willen zijn; het is natuurlijk evengoed voor mij en mijne vrouw een plechtig en onvergetelijk gebeuren."

„Wij zullen het ons zeker tot een eer rekenen, met u te zijn dien dag", antwoordde Fred.

„Ik dacht, dat zulk een plechtigheid", ging de dokter voort, „voor u, die zulks nog nimmer heb't bijgewoond, wel aantrekkelijk moet zijn. Vrijdag vertrekt juffrouw Catharine Sxdney reeds naar het klooster, waar zij nog eenige vriendinnen heeft onder de Zusters van het H. Hart; zij zal dezen ook in de uitvoering van 't muzikaal programma assisteeren. Zaterdagnamiddag keert zij met Betsie terug. Wij vertrekken van hier te half acht, om nog even vóór het begin der plechtigheid, die om negen uur aanvangt, daar te kunnen zijn. Wij ontmoeten u beiden wel en route."

„Ik ben u ten zeerste dankbaar voor de aanbieding, dokter; we zullen zorgen gereed te zijn", sprak Fred, terwijl hij op juffrouw Catharine toeschreed, om haar uit te noodigen, zich met Agnes en hem per rijtuig naar huis te begeven.

Den volgenden morgen stapte Fred in den vroegtrein naar Albany, waar hij, na in het hem van vroeger bekende „Delevan House" ontbeten te hebben, een bezoek aflegde bij gouverneur Dix en dezen het rekest om gratie en in¬

vrijheidstelling van Joe Gannon aanbood. Hartelijk werd hij door den gouverneur ontvangen, en na een half uur van een aangenaam onderhoud deed deze hem de belofte, aan de zaak zijn zorgvuldige aandacht te schenken.

Daar Fred na zijne audiëntie bij den gouverneur nog ruim anderhalf uur moest wachten, vooraleer wederom een trein naar New-York vertrok, begaf hij zich naar den Weleerwaarden Pater Clarence A. Walworth. Deze was een bekeerling, behoorde toii een der eerste families van New-York en was een der stichters van de Congregatie der Paters Paulisten. Het was aan dezen geestelijke, dat dokter Eaton voor Fred een aanbevelingsbrief had geschreven: de eerste geestelijke, waarmede Fred kennis maakte, met uitzondering van Father Griffin, dien hij toevalligerwijze bij de Gannons had ontmoet Hij bracht een allerheerlijkst uur in gezel'ligen kout bij den Eerwaarden heer door en bracht, als een kleine herinnering aan zijn bezoek, de Latijnsche zakeditje „De Imitatione Christi" met zich naar huis.

Een ochtendritje door het Centraal Park op een schitterenden morgen in Mei is een ware verkwikking, en onze vrienden, de Eatons en de Draytons, die Madison Avenue dien morgen reeds om half zeven hadden verlaten, genoten met volle teugen van de frissche morgenlucht. Zij waren verwonderd, aooveel menschen op zulk eet ongewoon vroeg uur te ontmoeten; rijk en arm, jong en oud, rijdende, huppelende of wandelende in de groenende dreven; allen, evenals zij zelf, verlustigden zich in de frissche morgenkoelte en beschouwden met voldoening de nog met dauwdroppels als paarlen bezette bloemen en struiken en blaadjes.

Na zich eenigen tijd te hebben onderhouden over de voornaamste bezienswaardige punten van het park, merkte de dokter op: „Fred, ik veronderstel, dat gij nog nimmer het klooster der Zusters van het H. Hart, noch de Zusters zelf hebt gezien."

„Dat heb ik inderdaad nog nimmer", gaf Fred ten antwoord. „En ik ben zeer gelukkig, dat u me heden in de gelegenheid stelt, er kennis m'ede te maken."

„Dan wil ik je eerst wel eens een en ander over haar vertellen. De Zusiters van het H. Hart behooren tot een orde, welke het eerste jaar dezer eeuw [dus ongeveer 1801. —• Vert.] in Frankrijk werd gesticht, toen die wonderlijk ongestadige natie nog lijdende was aan de gevolgen van de verschrikkelijke Revolutie en het Schrikbewind. De eerste consul, Napoleon, was met een ervaren bedrevenheid werkzaam aan het herstel, de hervorming en de centralisatie van het gouvernement. Ernstig ook gaven de bisschoppen en priesters hun beste krachten om de wonden te heelen, door het gouvernement in vorige jaren geslagen. De stichteres der orde dan was madame Madeleine Sophie Barat, een hoogbegaafde vrouw, welke, met nog eenige andere zielen, haar leven wijdde aan den dienst van God en zich met de opvoeding belastte van jonge meisjes en voor dat werk deze groote orde stichtte. Van het eenvoudige begin in een klein huis te Amiens, was de groei dier eerst kleine Congregatie, eerst door Frankrijk, later door de gansche wereld, wonderbaarlijk. In het jaar 1818 vestigden de Zusterkens zich in Amerika; de pioniers in het edele missiewerk waren de dames Duchesne, Ber.thold en AuDé. Hun eerste werk begonnen zij in Louisiana. Eerst in 1841 stichtte Aloysia Hardey, de eerste Amerikaansche Dochter der Congregatie, de eerste school der Zusters in New-York. De naam dezer vrouw