Een uitdrukking voor wij beiden samen is wij met ons leiden, en evenzoo gij met u beiden; dooli in de vaste zegswijze zij met hun leiden (en niet hen) wordt hun ten onrechte als bezittelijk voornaamwoord opgevat en vandaar in gemeenzame taal ook met zijn beiden, dat zelfs na wij wordt gebruikt.

Wanneer de genitief van wij beiden en dergelijke verbindingen moet worden uitgedrukt, dan geldt voor de tegenwoordige taal deze regel, dat het persoonlijk voornaamwoord nooit een vorm op er heeft: men zegt ons beider , u beider, haar beider, hun beider, en het eerste woord blijft in alle gevallen onveranderd.

Het zelfstandig gebruikte beide kan ook betrekking hebben op zaken, en dan is de vorm altijd leide, nooit beiden. Dat beide in dit geval, te weten als het geheel zelfstandig wordt gebruikt, dikwijls wordt opgevat als elk van beide, blijkt uit een daarbij staand enkelvoudig gezegde. Men kan b. v. zeggen : men moet wetenschap cn kunst bevorderen; beide zijn nuttig; maar ook : gij kunt hem met strengheid of met zachtheid terechtwijzen; beide is nutteloos.

In het Middelnederlandse]! reeds komt beide in verbinding met en in den zin van : zoowel - als voor, waarbij soms meer dan twee leden gebruikt worden ; zoo bij Verdam, Middelned. Woordenboek, I. 165 : beyde vlcescli, broot ende capoen. In de latere taal is dat gebruik van beide bewaard gebleven ; doch slechts twee leden worden genoemd, blijkbaar doordat beide voor meer dan twee niet scheen te passen.

Beiderhande en beiderlei zijn koppelingen van beider met hande en lei, die evenals beider in den 2den naamval staan Bij oudere schrijvers wordt beiderlei vaak als een bijvoegelijk naamwoord verbogen, hetgeen verkeerd is.

Beiderzijds is een samenstellende afleiding van beide en zijde, met s. Deze s is er achter gevoegd, naar analogie van andere adverbiale uitdrukkingen, die in den 2den naamval mannelijk staan. Onjuist is daarnaast het bij Conscience voorkomende van leiderzijde, daar leider en zijde hier 3de naamvallen zouden moeten zijn (na van), wat in de jongere taal niet meer gewoon is. De uitdrukking beteekent: van beide kanten, van weerskanten, aan weerskanten. Van dit bijwoord is een adjectief beiderzijdsch gevormd.

Bekaaien. Dit woord is nu nog zeer bekend in het als bijvoegelijk naamwoord gebruikte verleden deelwoord bekaaid, over welks afleiding vaak is geschreven. Sommigen hebben ondersteld,