HET SCHRIFTELIJK TAALWERK YOOR DE HOOFDAKTE.

I.

De vereischten voor de verschillende vakken, waarover het examen loopt, zijn :

a. het lezen.

Nauwkeurig en natuurlijk lezen met eene beschaafde uitspraak. De lezer moet daarbij blijken geven, dat hij het gelezene verstaat.

b. het schrijven c. De Nederlandsche taal. Zie verder het programma.

Inderdaad, met die vereischten valt niet te spotten !

Toch — zijn die eischen wel zóó hoog, dat men zich er door moet laten afschrikken ?

'k Heb jongelui gekend, die dat deden, die 't examen beschouwden, als een berg, welks top ze toch niet konden bereiken en die daarom maar geen poging aanwendden, om de helling een eindweegs te beklimmen.

Onverschilligheid, gemis aan geestkracht, zelfoverschatting, gebrek aan leiding, ziedaar enkele van de oorzaken, waardoor in den regel vele candidaten moeten worden afgewezen.

Zou onbekendheid met de eischen er ook eene kunnen zijn ?

Onbekendheid met de eischen ? Maar er is toch een programma ! En zijn de examens niet openhaar ? Wordt bovendien niet van elk gehouden examen een verslag uitgebracht ?

Het programma daalt nog al af in bijzonderheden, met het bijwonen van examens kan hij, wien 't niet aan reisgeld ontbreekt, zijn voordeel doen. Maar het verslag, wat heeft men er aan ? Allerlei redenen nopen de rapporteurs tot groote beknoptheid; van détailleeren geen sprake. Zoo bevatten dan de verslagen niets dan algemeenheden, waaruit met den besten wil niemand veel leering kan putten. Daarom kwam 't mij wenschelijk voor, wat duidelijker te laten , zien waarin vele afgewezenen zoo al te kort schoten, welke fouten begaan werden ; kortom, waar bij velen de schoen wrong.

Wie op zich neemt, bij 't examen voor de Hoofdakte te examineeren in Nederlandsche taal en letterkunde, aanvaardt een' moeilijken