taal kan mededingen, die boven de taal van een ander uitsteekt.

Ook lees ik : dingtaal = taal over bestaande dingen, practische taal. Eindelijk nog: Dingtaal — gezonde taal, taal, die een strijd kan doen ontstaan ; spreekt zoo, dat men met u dingen wil om 't al of niet ware van uw gezegde."

Wat is er nu van de zaak ? Het woord „dinctale" beteekende in de Middeleeuwen. (Zie 't Mnl. Woordenboek) de bij een geding voorgeschreven woorden en uitdrukkingen, procestaai; ook bij uitbi eiding: het proces, het pleidooi zelf; ook geschreven processtukken. Nu is 't zeer goed mogelijk, dat die beteekenis nog doorschemert in ons dingtaal, maar niemand, die 't woord gebruikt, denkt meer aan 't oude „dinc'. Dwaasheid zou 't zijn, bij candidaten voor de hoofdakte de uit het woordenboek geputte geleerdigheden bekend te onderstellen, nog dwazer, van hen te eischen, dat zij zouden aangeven, hoe de beteekenis van ons woord zich uit de vroegere geleidelijk heeft ontwikkeld. De eandidaten hadden, toen ze t woord aankeken, eenvoudig te vragen: wie ben je nu ? en niet: waar kom je van daan ?

Bij de toelichting van „volkstaal" heeft ook menigeen 't loodje gelegd. Het wil er bij velen maar niet in, dat de beteekenis van een woord dikwijls bepaald wordt door 't verband, waarin 't voorkomt. In ons puntdichtje beteekent „volkstaal" niet de taal van het volk, maar de taal, die 't volk vlijt, waarvan 't het liefst gediend is. Het volk nu wil voor vol worden aangezien. Spreek het daarom niet toe, neerbuigend vriendelijk en in lieve woordekens (zoetvoerig), en kom het niet aan boord met goedkoope geestigheden. Wilt gij, dat het volk in u zijn' man zie, onderschat het dan met; gezonde taal, draagster van vruchtbare gedachten, die verdient het en daarop maakt het terecht aanspraak.

Hoe verschilt van dergelijke vertolking het antwoord van vele eandidaten ! „Volkstaal is de taal van een heel volk, wat overeenkomt met 't opschrift van dit vers. Populair — algemeen. Een volkstaal moet eveneens aan die voorwaarde voldoen". Wie kan daaruit wijs worden ? Nog eene toelichting :

„Volkstaal, samengesteld uit volk en taal met 2e naamvals s. Het beteekent de taal van het volk. Ook deze verschilt van de officieele taal. Zij bevat ook vaak dialecten. Volkstaal, ziet echter op de taal van het geheele volk. Dus het houdt de kennis der verschillende dialecten in zich".

Noord en Zuid, 22e Jaargang, 25