VERSCHEIDENHEDEN.

Antwoord aan den heer Tarf.

XXI, 384 vjgg. 1)

Het hier volgende dient niet alleen, om aan den wensch van den heer Tarf te gemoet te komen en hem, voor zoover mij dat mogelijk is, „meer licht" te geven, maar ook om hem hulde te brengen voor zijne aanvullingen en verbeteringen op mijn artikel 'XXI, 64 vlgg.) ter verklaring van Lede/jancFs Aan Brugge.

De aanteekening bij regel 26 is den heer Tarf „niet zeer duidelijk Dit is voorzeker te wijten aan den telegramstijl, waarin ik om plaatsruimte te winnen en om kort en bondig te zijn deze voor velen niet veel nieuws bevattende uitlegging meende te mogen stellen. Wij laten ze nu meer omstandig volgen.

Het woord tuin is hier gebezigd in de oude beteekenis omheining, die bij metonymisch gebruik overgaat in: datgene, wat in de omheining is d. i. gebied. Dezelfde beteekenis heeft 't woord tuin ook in de bekende oude uitdrukking Hollandsche tuin waarvan Van Lennep en Ter Gouw Uithang teekens (kleine uitgaaf bl. 194/5) zeggen : „De Hollandsche Tuin is een zinnebeeld, dat in Holland oud en algemeen en ook daarbuiten niet zeldzaam is. Vooral herbergen, tabakswinkels en scheepstimmerwerven pronkten er mee, en men zag 't ook, in gevelsteenen gehouwen, voor particuliere huizen. De voorstelling was niet altijd dezelfde. Somtijds de Maagd, die in den Tuin zat, met de vrijheidshoed op 't hoofd en 't zwaard in de hand. Die voorstelling is al vrij oud; men ziet die reeds op een penning van 1573, met het omschrift: Liiertas patriae. Somtijds heeft de Maagd een stormhoed op en draagt den vrijheidshoed op de speer, terwijl de Leeuw aan hare voeten ligt. In andere voorstellingen weer ziet men alleen den Leeuw in den Tuin, de speer met den hoed in den eenen klauw, en 't schild van Holland met den anderen vasthoudende, en zoo ziet men 't nog geschilderd boven de deur van een tabakswinkel in de Kalverstraat bij den Dam, met het onderschrift: „Het oude wapen van Holland enz."

i) Door overvloed van stof eerst heden geplaatst. Noord en Zuid, 22e Jaargang,

30