De Redactie verzocht mij dringend enkele aanhalingen in vreemde talen over te brengen in liet Hollandsch. Ik moet, helaas, erkennen, dat er alle grond voor dit verzoek bestaat en ik voldoe er gaarne aan. Moge het echter niet tot de al te vrome wensehen behooren, dat binnen niet al te langen tijd, niemand meer onderwijzer worden kan, zonder dat hij eenvoudig Fransch, Duitsch en Engelsch kan lezen en verstaan.

a. Verlaat deze wereld, zooals gij er gekomen zijt Laat de overgang van het leven tot den dood zijn als die van den dood naar het leven, zonder passie, zonder vrees. Uw dood maakt een deel uit van de wereldorde 't is een deel van 't wereldbestaan.

Het menschelijk oordeel wordt wonderbaarlijk goed verhelderd door den omgang met de wereld; we zijn allen bekrompen en leven in ons eigen beperkt kringetje, we kijken niet verder dan onze neus lang is. Men vroeg aan Socrates, waar hij vandaan kwam; hij zei niet: van Athene, maar: van de wereld. Hij met zijn rijkere en ruimere verbeelding omvatte het heelal als zijn geboortestad, strekte zijn kennis, zijn omgang, zijn genegenheid uit tot het geheele menschelijke geslacht, niet zooals wij, die slechts naar onze voeten kijken.

Wij hebben heel wat meer dichters dan beoordeelaars en uitleggers van poëzie, 'tls ook gemakkelijker haar te maken dan haar te kennen. Volgens zekere ordinaire manier van doen kan men haar beoordeelen naar kunstregeltjes. Maar de ware, hoogste, goddelijke kunst staat boven regeltjes en redeneering. Al wie er de schoonheid van onderscheidt met een vasten, kalmen blik ziet haar niet, evenmin als de schittering van een bliksemstraal. Zij doet ons oordeel niet werken, zij verrukt en verplettert het.

b. Volstrekt niet enkel door de Grieksche geleerden, die na de verovering van Byzantium hierheen kwamen, is de liefde voor al wat Grieksch is, en de zucht om het na te volgen bij ons algemeen geworden. Maar zoowel in de kunst als in 't leven openbaarde zich te gelijkertijd een Protestantisme. Leo X, de schitterende Mediceër, was een even vurig protestant als Luther en gelijk men in Wittenberg in Latijnsch proza protesteerde, zoo protesteerde men te Rome in steen, kleur en ottaverime.

c. Zij wilde hem behouden zonder hem iets toe te staan, zonder hem iets te beloven. Zij trok hem aan en hield hem op een afstand met een strenge coquetterie, die al het verleidelijke der zwakheid en al de voordeelen der deugd had.

d. Ik ken geen goede modern-Hollandsche vertaling van Petrarca's sonnetten, wat natuurlijk volstrekt niet zegt, dat ze niet bestaat. Reeds in de 16de eeuw zijn er verschillende sonnetten van P. in 't Nederlandsch vertaald, later o.a. ook door Hooft. Ik vind er echter geen, dat een voldoenden indruk van Petrarca's kunst kan geven. Dit is van Hooft:

Indien m\jn leven sich soo lange can verweren

Tegen rnijn wreet geluck en ongesiene cans,

Dat jek verdoven sie de songelijcke glans,

Vrouw, van u oogen schoon, door ouderdooms vermeren

En u goudtdradich hayr in silverdraet verkeren,

En uwe lust vergaen van sanck, van spel, van dans,