aanleg voor een beroepsziekte heeft, niet geplaatst mag worden in een met het oog daarop nadeelige of schadelijke betrekking. Deze bepaling is zeer ruim en zal wel beteekenen, dat zulke personen in het geheel niet worden geplaatst. Voor hen, die in dienst der Unie arbeid verrichten, waaraan een bijzonder ziektegevaar is verbonden, is een periodieke geneeskundige keuring voorgeschreven.

VRl

KORTE BERICHTEN.

Maatregelen tegen den oorlogswoeker. — In het koninkrijk Pruisen waren deze maatregelen krachtig aangepakt. Gemeenten van meer dan ioooo inwoners waren verplicht „Preisprüfungsstellen" op te richten, die materiaal moesten verzamelen voor de prijsregeling. Op kleinere gemeenten rustte die plicht niet; deze hadden alleen de bevoegdheid.

De leden van deze colleges bestonden voor de helft uit producenten, groot- en kleinhandelaars, voor de andere helft uit niet-belangliebbende deskundigen en consumenten, door de gemeentebesturen aan te wijzen. Om te kunnen oordeelen of de plaatselijke prijzen binnen de gewenschte grenzen blijven, hadden deze colleges het recht, zich op de hoogte te stellen van productie- en andere onkosten en zoo noodig den eed op te leggen aan getuigen en ondervraagden.

Een centrale „Preispriifungsstelle" te Berlijn heeft tot taak de regeering van advies te dienen in alle kwesties, die de verzorging der bevolking met levensmiddelen betreffen.

Om de bevolking van bepaalde, dagelijksche levensbehoeften en tegen behoorlijke prijzen te voorzien, konden de gemeenten met toestemming der provinciale autoriteiten, den groot- en kleinhandelaars in hun gebied maatregelen voorschrijven omtrent het bedrijf, den in- en verkoop, den prijs en de boekhouding.

Zij mochten zelfs handel en bedrijf uitschakelen en de verzorging in eigen beheer nemen, of deze aan bepaalde vereenigingen of personen opdragen.

Overtredingen zouden worden gestraft met gevangenisstraf en met verlies van burger-eere-rechten.

De opperburgemeester van Berlijn, de heer Wermuth, heeft nu echter betoogd, dat noch met straf, noch met broodeloos maken de gemeentebesturen het doel bereiken. Ook de Bondsraad heeft ingezien, dat met straf alleen de toestand niet verbetert. Daarom wil hij nu het vrije bedrijf uitschakelen en igoederenverdeeling op staatssocialistischen grondslag invoeren. De gemeenten mogen zelfs dwangsyndicaten vormen, die tot onteigening kunnen overgaan en den geheelen handel in levensmiddelen in een stad tot zich trekken.

Belasting op oorlogswinsten. — Denemarken heeft in zijn wet van 10 Mei 1915 belast elke vermeerdering van inkomsten, welke met den oorlogstoestand verband houdt.

Iedere belastingplichtige, die over de boekjaren 1915-16 en 1916-17 naar een inkomen van 8000 kronen of meer wordt aangeslagen, moet van het bedrag, waarmee zijn belastbaar inkomen het gemiddelde der drie vorige jaren overtreft, 10 pet. extra-belasting betalen.

Vennootschappen betalen in deze belasting, als haar belastbaar inkomen minstens 5 pet. van het gestorte aandeelenkapitaal bedraagt en dan voor het bedrag, waarmee dit inkomen het gemiddelde der drie vorige jaren overtreft. De van de vennootschappen geheven belasting loopt van 8—20 pet. der toename.

Voor na 1 Aug. 1914 opgerichte maatschappijen is het belastingpercentage 1 o pet.

Een door den Senaat in het ontwerp gebrachte bepaling stelt van belastingplicht vrij hem, die kan aantoonen, dat

geen enkel bestanddeel van het verhoogd inkomen met den oorlogstoestand in verband staat.

Engeland, heeft een ontwerp-belasting, die alle handelsen industrieele ondernemingen treft, die hunne winsten met meer dan 100 pond sterling zagen vermeerderen, vergeleken bij het vorige jaar.

De belasting op de toename zou 50 pet. bedragen.

In Duitschland, waar men, zooals wij reeds mededeelden, de bedoeling heeft, eerst na den oorlog deze belasting te heffen, wordt nu echter een ontwerp voorbereid, om de naamlooze vennootschappen en dergelijke ondernemingen te verplichten, uit de buitengewone oorlogswinsten bepaalde bedragen in reserve te houden, om aan de belasting te kunnen voldoen.

Men wil daardoor verhinderen, dat de geheele winst als dividend uitgekeerd of op andere wijze verbruikt wordt.

De opvoedkundige waarde der coöperatieve beweging. — Het is een merkwaardig feit, zoo lezen wij in het Engelsche tijdschrift The Millgate Monthly, dat ook de groote pachters en menschen op reeds gevorderden leeftijd even enthousiaste coöperators worden als de jongere generatie. Zoo was er in een der graafschappen van ZuidEngeland een pachter, die enkele jaren geleden van de cooperatieve beweging in zijn district nog niets wilde weten. Eenigen tijd geleden is hij echter tot een vereeiniging toegetreden en hij legde bij gelegenheid van een feestmaaltijd waarbij hij een toast uitbracht, de volgende bekentenis af: „Toen ik nog geen qoöperator was, gevoelde ik mij gelukkig, telkens wanneer ik, over de schutting in den tuin van mijn buurman keek en dan bemerkte, dat deze een slecht jaar had. Nu ik coöperator ben, maakt het mij ongelukkig, wanneer ik moet constateeren, dat het hem slecht gaat en zou ik hem willen helpen."

Hier heeft men een bewijs van de opvoedende kracht, die er van de coöperatieve beweging uitgaat, een typisch voorbeeld van totale verandering der gezindheid, ontstaan door nauwere aanraking met de practijk der coöperatie. Door de associatie worden de vooroiordeelen overwonnen. Door coöperatie worden economische voordeelen verkregen, doch meer dan dat, coöperatie beteekent vooruitgang, verhooging van inkomsten, nobeler wijze van denken, en wederzijdsche verdraagzaamheid — in één woord, hoogere gemeenschapsidealen.

NIEUWE BOEKEN.

Edward T. Devine. The normal Life. New-York, Survey Associates 1915. 1— 233 blz. D. 1.—

W. E. Dodd. Expansion and Conflict. Boston, Houghton Mifflin Co., 1915. — 329 blz. D. 1.25.

J. L. Gillin. History Poor Relief Legislation in Iowa. Iowa City, State Historica! Society of Iowa, 1915. — 404 blz. D. 2.—.

Robert Hunter. Labor in Politics. Chigaco, Socialistic Party, 1915. — 202 blz., D. 0.25.

H. S. Jevons. Economics in India. Allahabad, University of Allahabad 1915. — 35 blz. 8 annas.

JézE, Barthelemy, Rist et Rolland. Problèmes de politique et finanqe de guerre. Paris, FéLlX Alcan, 1915. — 227 blz., 3 fr. 50.

A. Johnson. Union and Democxacy. New-York, Houghton, Mifflin Co. 1915. — 346 blz. — D. 1.25.

A. G. Keller. Societal Evolution. A Study of the Evolutionary Basis of the Science of Society. — New-York. Macmillan, 1915. — 338 blz. D. 1.50.

P. U. Kellogg. Wage-Earning Pittsburg. New-York, Survey Associates, 1915. — 582 blz. D. 2.50.

A. W. Kirkaldy. Britisch Shipping. lts History, Organization and Importance. — New-York. E. P. Dutton & Co., 1915. — 655 blz., D. 2.—