Want de ondervinding leert, dat voor hen, die willooze slaven dezer hartstocht zijn, ook op het land ruimschoots gelegenheid is een overmaat van alcohol te verbruiken. Krachtdadiger dan beperking van het schenken van alcohol, afgezien dan van sterken drank, zal werken een verspreiding van kennis over de gevolgen van het alcoholmisbruik. Systematisch opgezet en ook tot het platte land uitgebreid moet dit reeds op de schoolbanken beginnen. Het is dan ook wel te hopen, dat de ondervinding, welke de troepen in den oorlog met de gedwongen onthouding o-f beperking van alcoholgebruik hebben opgedaan, na den oorlog moge leiden tot een vrijwillig bewerkstelligde verstandige beperking van het alcoholgebruik.

Ss.

DOCUMENTEN.

SOCIALISME EN GODSDIENST.

Namens Z. D. H. den Bisschop van Roermond is door de gezamenlijke pastoors van Zuid-Limburg aan de parochianen het volgende schrijven gericht:

Het blijkt duidelijk, dat de vijanden van Kerk en Maatschappij het bijzonder gemunt hebben op onze goede, katholieke Zuid-Limburgsche bevolking.

Hun oogmerk is, U, beminde Parochianen, uw voorvaderlijk geloof, uwe godsdienstige gezindheid en uwe tevredenheid te ontnemen, en u langs dien weg dienstbaar te maken aan hunne verderfelijke plannen.

Daarom is het onze heilige plicht, U te waarschuwen tegen die gevaren, die thans uw heilig geloof bedreigen, vooral van den kant van het Socialisme.

Om de goedgeloovige Katholieken in hunne netten te vangen, beweren en herhalen de socialisten, dat het socialisme niet tegen den godsdienst gericht is, en dat men dus tegelijk socialist en goed katholiek kan zijn.

Wie tot de H. Kerk van Christus behoort of niet behoort, hebben zeker (niet de socialisten, de vijanden der Kerk uit te maken: dat komt alleen toe aan de H. Kerk zelve en aan hen, die door Christus in Zijne Kerk daartoe zijn aangesteld.

Welnu, de leerstellingen van het Socialisme zijn als eene allergevaarlijkste dwaling gebrandmerkt door de H. Kerk, die door Jezus Christus als de onfeilbare bewaarster en leerares der waarheid is ingesteld.

Hieruit volgt:

1. dat een Katholiek, wanneer hij zich aansluit bij de socialisten en hunne leer aanneemt, daardoor aan het katholiek geloof ontrouw ^svordt; hij kan niet meer als lid der H. Kerk beschouwd of niet meer tot de H. Sacramenten toegelaten worden, zoolang hij lid is van eene socialistische vereeniging;

2. dat zij, die de Socialisten, op welke wijze ook, helpen hunne dwalingen te verspreiden, zich schuldig maken aan zeer groot kwaad, omdat zij aldus strijden tegen onzen Heer Jezus Christus, tegen Zijn goddelijke leer en tegen de katholieke Kerk;

3. dat de Katholiek, die socialistische geschriften leest of socialistische vergaderingen bijwoont, daardoor in naaste gelegenheid komt om zijn geloof te verliezen.

Katholieken! het gaat hier voor of tegen Christus, voor of tegen uw H. Geloof.

Het geldt hier: óf katholiek, óf socialist; want katholiek zijn en socialist zijn is eene onmogelijkheid.

Daarom, beminde Parochianen, luistert naar de stem uwer geestelijke herders, en laat U niet bedriegen door de valsche voorspiegelingen der socialistische verleiders, die U onder hunne banier willen scharen, maar die U niets brengen dan dwaling en verderf.

Schaart U integendeel allen onder de banier van Jezus

Christus, Uwen Heer en Koning; strijdt voor Hem en met Hem, opdat gij ook eens aan Zijne zijde staat, wanneer Hij zal komen om Zijne vrienden te beloonen en over Zijne vijanden te oordeelen!

BOEKBESPREKING.

LAND-HERVORMINGEN IN IERLAND.

Die Agrarreformen in Irland, ihre Ursachen, ihre Durchfiihrung und ihre Wirkungen, von Heinrich Martens. Verlag von Duncker & Humblot. München und Leipzig. 191 5. — XIV en 282 blz. — M. 7.

De artikelen, in het 1K. S. W. door Pater Kleyntjens geschreven, hebben wel doen zien, hoezeer het land-vraagfstuk in de geschiedenis van Ierland steeds op den voorgrond heeft gestaan.

Wie van dit hoogst interessante, en ook werkelijk voor ons land met zijn slecht geregeld pachtcontract zeer belangrijke vraagstuk meer wil weten, dan de enkele oppervlakkige noties, welke men in onze gewone boeken vinden kan, hij schaffe zich dit uitstekende boek van Heinrich Martens aan.

Breed van opzet, geeft het in overzichtelijken vorm een schat van details.

In het eerste deel behandelt de schrijver de toéstanden in Ierland voor de agrarische hervormingen. Na een kort overzicht van de agrarische geschiedenis van Ierland tot 1829, beschrijft hij de bezitsverdeeling, den landbouw en het arbeidersvraagstuk van 1829 tot 1880. Zeer uitvoerig wordt dan de positie der pachters geschilderd, zoowel in juridisch als in economisch en sociaal opzipht. Waarna de schrijver een korte samenvattende schets geeft van den totalen toestand van Ierland van 1830 tot 1880.

Men kan dit eerste deel, — met groote objectiviteit en buitengewone kennis door dezen niet-katholieken schrijver geschreven, die jaren lang in Ierland zelf rondreisde, om zich goed op de hoogte te stellen, — niet lezen, zonder tot in het diepst van zijn ziel geroerd te worden door het ontzettende lijden en de diepe ellende, welke de overheersching van het Engelsche kapitaal over het arme Ierland heeft gebracht. Niet gemakkelijk zal men in de geschiedenis een voorbeeld vinden van zoo matelooze uitzuiging van het eene volk door het andere. Wie gerild heeft van ontzetting bij het lezen van den ellendigen toestand bij de Engelsche arbeidersbevolking in de dagen van de opkomende grootindustrie, hij zal moeten erkennen, dat het lot dezer arbeiders nog dragelijk was, vergeleken bij de berooving en uithongering van de arme Iersche landbevolking door de Engelsche grondbezitters.

In het tweede deel behandelt de schrijver dan de verschillende agrarische hervormingen met groote uitvoerigheid (blz. 69—220).

In het derde deel, symmetrisch met het eerste deel, geeft dan wederom de schrijver een overzicht van den toestand na de agrarische hervormingen, waarin hij achtereenvolgens weer nagaat de bezitsverdeeling, den landbouw en het arbeidersvraagstuk. En ook hier weer knoopt hij eraan vast zijn juridische, economische en sociale beschouwingen over de aldus geworden toestand.

Ons oordeel over dit boek is zeer gunstig. Wie het bestudeert, zal tot gelijke conclusie komen. De schrijver heeft zijn ontzaglijk rijk materiaal uitstekend verwerkt tot een leesbaar en leerzaam boek. Vooral leerzaam. Wij zoude het wel een model willen noemen voor een geschrift van dezen aard, — een model, zoowel naar indeeling als naar uitwerking.

Wie belang stelt in het agrarische vraagstuk — en het