verleend en gewaarborgd. Men zou wel de bewering kunnen uiten, dat een rijp oordeel in politieke kwesties zich toonen moet in een op juiste-waarde-schatten der weermacht, die aan het recht de macht geeft.

Klaarblijkelijk is het opkomen van de wereldmachten een parallelverschijning naast het opkomen der grootbedrijven in de wereldhuishouding.

Onder „wereldhuishouding" moeten we hier niet een of andere abstractie of ideologie verstaan, maar eenvoudig, de internationale handelsbetrekkingen, die de afzonderlijke Staatshuishoudingen hebben. Zij zijn een bedrijfseenheid, die afzonderlijke volkshuishoudingen, en de Staat vertegenwoordigt ze naar buiten, stelt zijn buitenlandsche politiek in haar dienst, als hij zorgt voor „open deuren", voor afzetgebieden, voor plaatsen, waarvan de grondstoffen betrokken kunnen worden, voor nederzettingsgebieden. En het ligt niet in de natuur der dingen, dat dit uitsluitend of in hoofdzaak in het belang van grootkapitalisten geschiedt.

Naar de natuur der dingen bevordert de Staat door een wijze wereldpolitiek het hoogste welvaartsdoel der materieele beschaving, welke tevens een gebod Gods vormt: volksvermeerdering en volksvoeding, — volksvoeding hier in den ruimsten zin genomen, — als de mogelijkheid tot het vinden van een behoorlijk bestaan, welke met het toenemen der bevolking gelijken tred moet houden. Het zou te ver en van de wereldpolitiek der wereldmachten afvoeren, hierop verder in te gaan. De algemeene uiteenzetting over het eigenaardig karakter der wereldmachten moge besloten worden met een gêographisqhe opmerking.

Let men op het karakter der kusten van de hoofdlanden, dan neemt men vijf typen waar, die mogelijk zijn: het eiland-type, het schiereiland-type, het continentaal-oceaantype, het continentaal-maritieme (met zeekusten, die niet langs den Oceaan liggen) en het zuiver continentale. Wij noemen dit geen soorten, maar typen van kusten, daar zij niet naar het uitsluitend, maar naar het overheerschend karakter bepaald worden. Deze typen zijn onder alle wereldmachten vertegenwoordigd en ieder bijzonder geval heeft weer nieuwe eigenaardigheden. Engeland en Japan vertegenwoordigen het eiland-type, Italië het schiereiland-type, Frankrijk en de Vereenigde Staten het continentaal-oceaantype, Duitschland het continentaal-maritiem-type. Daaruit volgen vèrdragende gevolgen en eischen. De voordeelen van het eiland-type zijn vaak zeer overschat. Zeker wordt een eilandgrootmacht ertoe gedwongen, een geweldige oorlogsvloot te houden, en zal zij deze dan kunnen gebruiken tot kustbescherming. Maar daartegenover staat het nadeel, dat een insulaire groote mogendheid tegenover landmachten onmachtig tot den aanval staat, dus actief weerloos worden kan. Bismarck heeft dit eens met treffende kortheid uitgedrukt. Het Duitsche Rijk bestond toen nog niet; Pruisen was nog slechts een binnenlandsche grootmacht zonder andere kusten dan de Oostzee. Toen de Engelsche gezant eens (1864) vrij duidelijke toespelingen op een oorlog maakte, antwoordde Bismarck: „Ja, maar wat willen ze ons dan eigenlijk doen ? In het ergste geval zouden zij een paar granaten op Stolpmünde of Pillau kunnen werpen; maar dat is dan ook alles" Veel ongunstiger is het met het schiereiland-type gesteld; dat heeft van de nadeelen der insulaire en continentale type, meer dan van hun voordeelen. De gunstigste toestand schijnt die van Frankrijk en de Vereenigde Staten te zijn. Want zij hebben niet alleen kusten aan den Oceaan, de Vereen. Staten zelfs twee, en tegelijk het gewicht en de kracht van vastelandsstaten, maar beide hebben zij bovendien ook een deel in de lusten van een middellandsche zee. Voor de uitbreiding over zee hebben dus de Westelijke machten van den driebond een buitengewoon gunstige positie; zoo gunstig, dat zij geboren concurrenten zijn, zoo gunstig, dat zij er door hun natuur toe gedreven 'worden vereenigd of althans in onderlinge afspraak, de wereldpolitiek als monopolie te beschouwen. Voor de

uitbreiding over land heeft het Russische Rijk een wezenlijk eenige positie. Eindeloos leege ruimten heeft het langs zijn grenzen, ruimten, die leeg zijn, wat wereldpolitiek aangaat, en zijn groei vindt een open veld. De mogendheder van den Driebond hebben van nature een groote geschikt heid om wereldmachten te worden.

(Wordt vervolgd). S.

BERICHTEN EN M E D E D E E L I N G E N.

ADVISEUR BULT.

Z. D. H. de Aartsbisschop van Utrecht heeft aan den ZeerEerw. Heer F. X. W. Bult te Barneveld wegens gezondheidsredenen op de meest eervolle wijze ontslag verleend als Geestelijk Adviseur van het Bureau voor de R. K. Vakorganisatie en als Bondsadviseur van den Bond van R. K. Werkliedenvereenigingen in het Aartsbisdom, onder dankbetuiging voor de vele diensten, in beide betrekkingen bewezen, en heeft benoemd tot Geestelijk Adviseur van het Bureau voor de R. K. Vakorganisatie alsmede tot Bondsadviseur van den Bond van R. K. Werkliedenvereenigingen in het Aartsbisdom den WelEerw. Heer J. G. van schaik te Harderwijk.

Dit korte bericht, in de dagbladen verschenen, stemt weemoedig.

Sinds jaren was Pastoor Bult in onze katholieke arbeidersbeweging als Adviseur bekend en door velen hoog vereerd. Vooral als Adviseur van het R. K. Vakbureau heeft hij, in de moeilijke oprichtingsjaren, zich een Adviseur betoond, die het volle vertrouwen der arbeiders waardig was. Hij was niet gewoon een blad voor zijn mond te nemen, en zei rondweg, waar 't op stond. Maar de arbeiders voelden en wisten het, dat hij hun zaak met heel zijn hart aanhing, en in den grond hetztelfde dacht en wilde als zij.

Dat Adviseur Bult thans om gezondheidsredenen zijn ontslag heeft moeten aanvragen, zal velen met grooten weemoed hebben vervuld; velen, en waarlijk niet alleen de arbeiders, wier trouwe raadsman hij gedurende zoo vele jaren is geweest, want ook de vele vrienden buiten de arbeiderswereld, die Pastoor Bult zich verworven heeft door zijn goedronden, sjovialen omgang, deelen in hun treurnis, dat deze zoo krachtige man zoo spoedig tot een rustiger leven moest worden gedwongen.

Maar er is éen troost. Al treedt Pastoor Bult af als adviseur, hij zelf blijft, en naar wij van harte hopen nog recht vele jaren, de oude trouwe vriend voor velen onder ons, die hij, in kalmer werkkring teruggetrokken, toch met zijn raad en zijn daad zal blijven steunen.

Pastoor Bult heeft in onze katholieke sociale beweging genoeg gedaan, om zich voor altijd een eereplaats in ons aller herinnering veroverd te hebben.

Zijn opvolger is in de sociale beweging evenmin een onbekende. En al weten wij, dat er tusschen hem en ons verschil van meening over verschillende punten bestaat, vertrouwd mag toch worden, dat onder zijn adviseurschap de R. K. Vakbeweging in de oude, beproefde richting zich zal blijven voortbewegen. Mr. A.

BEVOLKING VAN NEDERLAND.

Verschenen is de Statistiek van den loop der bevolking in Nederland over 1914.

Volgens deze statistiek bedroeg de bevolking van Nederland op: