Het gaat niet aan te beschrijven, wat Dr. BOS op dit gebied in stilte gedaan heeft. Men zou er een geheel boekdeel mee kunnen vullen. Moest er een ingrijpend rapport opgesteld worden, Dr. Bos was onmiddellijk bereid er zijn schouders onder te zetten. En kon hij wegens zijn drukke werkzaamheden over dag niet met dezen arbeid klaar komen, dan nam hij den nacht er maar bij en rustte hij niet voordat hij zijn doel bereikt had.

Deze man was groot, niet alleen in 't groote, maar ook in 't kleine.

* *

*

Doch niet alleen op het gebied van het handelsonderwijs, ook op ander terrein heeft deze groote man voor den middenstand op de krachtigste wijze gewerkt.

In 1908 werd door Dr. BOS eene enquête gehouden naar den toestand van den Middenstand in Winschoten.

De resultaten dezer enquête werden in een zeer uitvoerig rapport neergelegd en 't was dit rapport, dat den eersten stoot gaf aan de instelling eener Commissie voor de Middenstandsenquête, welke commissie ook dit rapport als haar leiddraad nam.

Deze commissie koos tot haar voorzitter Dr. Bos. Wien zou zij ook beter kunnen kiezen? En zoo begon het werk der Middenstandsenquête in schier alle voorname plaatsen van Nederland.

Dat de rapporten dezer enquête nog niet verschenen zijn, men kan er Dr. Bos geen verwijt van maken. Hadde het aan hem gelegen, deze enquête zou reejds lang bekend zijn. Maar de arbeid van vele plaatselijke enquêteurs wilde niet genoeg opschieten en daarbij ondervond men lang niet overal voldoende medewerking der middenstanders zelf. Wij kunnen echter mededeelen, dat de rapporten zeer spoedig zulten verschijnen en dan zal men ook in dat reuzenwerk wederom1 ontdekken den groot en geest en het talent van Dr. Bos.

Hier vooral moet ik een mooien karaktertrek van dezen edelen man naar voren brengen.

Tal van commissie-vergaderingen dezer middenstandsenquête heb ik persoonlijk bijgewoond. '

Daar was geen onderwerp van beteekenis te behandelen, of Dr. Bos noodigde er mij toe uit. Niet om mijn persoon, maar om den Katholieken middenstand, dien ik als redacteur van De R. K. Middenstander vertegenwoordigde.

Eens nu was in een afdeeling die ik -niet had kunnen bijwonen een rapport verschenen, waarin te weinig over de R. K. Middenstandsorganisatie werd melding gemaakt. We 'maakten Dr. Bos daarop attent, en zie, voor een volgende gelegenheid kreeg ik van hem een briefje:

Amice.

„We vergaderen weer a.s. Woensdag. Wat uwe klacht van laatst betreft, deze is zeer gegrond. Ik heb er onmiddellijk rekening mede gehouden. Ge zult zien, 't zal a.s. Woensdag beter zijn.

Vriendschappelijk w. g.

BOS.

En 't was zoo. Tal van voormannen der R. K. Middenstands-af deelingen waren ter vergadering verschenen.

Deze vergadering, ofschoon 't een neutrale enquête gold, deed tegenover de andersdenkenden duidelijk zien, dat op 't gebied der Middenstandsorganisatie juist de R. K. Middenstandsbonden het meest ontwikkeld zijn.

Er ging velen der aanwezigen, die onze Hanzebonden nog niet kenden, een licht op over onze organisatie.

En als straks dan ook in de rapporten onzer Middenstandsenquête op eene zeer bijzondere wijze melding zal gemaakt worden van de voortreffelijke corporaties en vakvereenigingen, die door de Katholieken zijn tot stand gebracht, dan zal dat naast deze vakvereenigingen aan het wijs en beleidvol, het royaal en onbaatzuchtig optreden van Dr. Bos te danken zijn.

• •

Ook op het gebied van het Middenstands c r e d i e twezen heeft Dr. BOS zijn sporen verdiend.

Weinigen in den lande zullen meer van nabij weten als ondergeteekende wat al moeite Dr. BOS zich heeft gegeven in die moeielijke crisisdagen van 't jaar 1914, toen geheel ons economisch leve.n, en vooral de middenstand, ontredderd en in een impasse geraakt was. Ondanks de grootste moeielijkheden van allerlei aard, is het Dr. Bos gelukt, de heilzaam werkende Alg. Ned. Middenstandscredietbank tot. stand te brengen en mocht hij daarvan nog de eerste vruchten tijdens zijn leven aanschouwen.

Wij hebben dezen man blijde gezien als 'n klein kind, toen het hem gelukt was, deze bank op te richten. En van deze blijdschap gaf hij blijk in het volgende .naïeve schrijven:

Waarde Vriend Kellenaers.

„Ik geloof, dat we 't klaar spelen. We zijn de bergen reeds over, de dijken zullen we nu ook wel over komen. Met Uwe organisatie's komt het ook in orde. Binnenkort zullen we te Amsterdam' groote vergadering hebben. Toch blijft zoo iets niet in de kleeren zitten. Maar dat schaadt niet. Ik ben blij dat het middenstands vraagstuk, voor zoover dit het middenstandserediet betreft, algemeen — ook dank zij de krachtige ontwikkeling der Katholieke Hanzebanken

— zijn voltooiing nadert.

„Moge de „Algemeene'' nu de kroon op dit werk zetten."

Met mijn beleefden groet als steeds:

t. t.

(w. g.) Bos.

Uit zulk een kort, maar veelzeggend briefje spreekt wel duidelijk de liefde, die deze man den Middenstand toedroeg.

Zoo heeft Dr. Bos het grootste en schoonste deel van

zijn leven gesteld in dienst van onzen Middenstand.

* *

*

Hij had bij dit alles echter één gebrek.

Bij het werk voor anderen vergat hij... zich zeiven.

Hij gunde zich geen rust.

En dat is helaas de oorzaak geweest van zijn al te vroegen dood.