zekerde niet afdoende geholpen Hij moet dan naast de premie voor eigen verzekering nog een tweede premie betalen voor het fonds, waaraan hij voor zijn gezin moet deelnemen. Indien hij het er ten minste niet op laat aankomen en wat de geneeskundige behandeling van zijn gezin betreft, afwiadht dat die noodig wordt; in welk geval hij, als de nood dringt, in den regel tot de armenzorg zijn toevlucht zal moeten nemen.

Daarbij komt, dat het niet anders dan omslachtig en schadelijk wezen kan, als de verzekerde en zijn gezin niet door hetzelfde fonds worden geholpen en misschien zelfs voor 0e behandeling van den verzekerde zelf een ander geneeskundige over den vloer komt dan voor Ide behandeling van vrouw of kind.

iWanneer men voorts de zaak niet beschouwt uit bet individueele standpunt van den verzekerde, mlaar uit dat van het algemeen maatschap pe 1 ijk' belang, springt het in het oog, dat opneming der geneeskundige behandeling in de ziekteverzekering en da;ri niet alleen voor den verzekerde zelf mlaar ook voor zijiï gezin, niet anders dan bevorderlijk zijn kan aan de volks-gezondheid en daarmede aan het kweeken van een krachtig rasl."

Aan de bezwaren der geneesheeren en apothekers, (tenzij deze per se zich tegen „een nauwer verband" tusschen ziekenkas en fonlds kanten zouden), komt deze Minister zooveel mogelijk tegemoet. Nog is het onbekend, of de opvolger van Minister Treub diens wijzigingen in de Ziektewet-TALMA zal overnemen en in de Kamer verdedigen.

Nóg weten wij niet of de rechtsche partijen om principieele redenen veranderingen in Talma's ziekteWet zullen afwijzen en deze slechts onveranderd zullen aanvaarden.

Zou echter tot behandeling van Treub's „gewijzigde ziektewet" worden overgegaan, dan hopen wij, dat ten slotte het dubbele karakter der ziekenkas, verzekerend ondersteuningsgelden èn geneeskundige behandeling, tol zijn recht zal komen, en het recht der bijzondere ziekenkas in zijn geheelen omvang zal wórden erkend.

Seminarie „Beekvliet". Ferd. franssen.

DE GEMEENTE ALS WERKGEEFSTER.

IVi. Zondagsrust en Vaóantie.

In een goed geregelden arbeidstijd moeten ook opgenomen zijn Zondagsrust en Vacantie.

De gemeente moet op de eerste plaats lederen arbeider in de gelegenheid stellen te kunnen voldoen aan den plicht, hem door God en de Kerk opgelegd in de geboden: „Weest indachtig, dat gij den Sabbathda_g heiligt, want in zes dagen heeft de Heer hemel en aarde geschapen en de zee en al Wat daarin is.3 maar op den zevenden dag rustte Hij; daarom' zegende God den Sabhathdag en heiligde dien!." (II Mos. XX, 8, 11) en in „De geboden feestdagen zult gij vieren en op deze dagen zoowel als op den Zondag zult gij1 Mis hooren met goede manieren."

In dit opzicht zijn alle Menschen gelijk; geen onder¬

scheid in 'menschelijke waarde tusschen rijk en arm, heer en 'knecht, vorst en onderdaan.

Geen macht mag zich ongestraft aan de menschelijke waarde vergrijpen, daar, zooals de H. Schrift zegt, God zelf met groote achting over haar beschikt. Geen 'Macht mag dus den arbeider van den weg van Christelijken plicht en deugd, die hem ten Hemel voeren moet, terughouden. Zelfs de arbeider heeft niet de bevoegdheid, afstand te doen van de rechten, die zijn natuur eischt, Maar heeft te vervuilen de onafwijsbare, heilige plichten jegens God. En hiermede is de grondslag van de verplichte Zondagsrust aangewezen, en ook aangegeven, dat de 'Zondagsrust niet bestaat in een1 lui nietsdoen, niet gesteld is om los van regel en orde, zich over te geven aan lichtzinnigheid en uitgelatenheid, maar voor een door den godsdienst geheiligde rust van den arbeidt De machtige strijder voor Kerk en miaatschappij wijlen Mgr. Dr. SCHAEPMAN sprak hieromtrent eens op een Congres te 's Gravenhage:

„Zonder Zondagsrust is echte volkswelvaart niet mogelijk!.... Maar wat wil het volk voor een dag van rust? Het wil niet alleen het ophouden en staken van den arbeid. De volksziel wil een niet-gewonen dag, een idag van hoogere beteekenis, van hoogere wijding, een dag waarop als een andere zonne straalt, een andere dampkring ons omringt. Door ziulke Zondagsrust, zegt verder Dr. S., moet bij alle verschil van stand de gelijkheid der menschen voor God uitkomen. Geschiedt dit niet, is de Zondag alleen voor de grooten, niet voor de 'kleinen, dan komt men te staan tegenover eene wet van ongelijkheid, die smart en pijn veroorzaakt en op den duur haat wekt...."

. /Wij willen echter niet zeggen, dat hier enkel sprake moet zijn van het godsdienstig karakter van dit vraagstuk, omdat iedereen wel inziet van hoeveel gewicht dit vraagstuk ook is uit hygiënisch, maatschappelijk en economisch oogpunt. Het is duidelijk dat een wekelijksche rust toch op den Zondag moet gegeven worden, omdat zij dan alleen algemeen is, en aan alle fedeii van h(et werkmansgezin de gelegenheid biedt, zich samen te bevinden, iets wat zou mislukken, als de rustdag niet op eenzelfde dag werd vastgesteld'}.

Dus niet alleen een goddelijke en; een kerkelijke wet, Waar ook de natuurwet gebiedt Zondagsrust. Vandaar dat vele mannen van verschillende richting en godsdienst in onze dagen met veel ijver samenspannen om Zondagsrust te verkrijgen. De Zondagsrust is een wettig kind van de natuurwet, dat geboren werd bij de schepping van den eersten mensch. Men mteene niet,, dat God den Joden deze wet voor het eerst voorhield, toen Hij het derde der 10 geboden gaf; het was slechts een herinnering aan de reeds lang bestaande wet der natuur, die in het hart der menschen ligt opgesloten. Het taaie eelt der handen, het dampend zweet van 't voorhoofd, de van geestesarbeid peinzensmoede oogen in het hoofd roepen omi rust, om één van de zeven dagen te rusten. Het lichaam kan niet voortdurend onder den last van den arbeid hijgefru Bij al te langen arbeid verliest het lichaam zijn veerkracht; te lang onafgebroken arbeid is de sluipmoorde-