3e Jaargang. M li. 1 Maart 1886.

X^©©p^bpabaRtóshe

c ^^©eSGhiedenis, ©aal- er^ Xie^ep^unée. ?s^

Prijs pee 3nar9a"3: ■23rievettenlTCe&eöeeIingertbii&en 1T ...

Verschijnt

Voor NEDERLAND 3 gulden. Jtefeacteut*

» BELGIE 6)4 franken. jluG. jSASSEN te Ï^ELIVIOND. om veertien dagen.

93

De stichtingsbrief der abdij Thora, van het jaar 992.

n de verslagen en mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen (Afdeeling Letterkunde, 3de Reeks, Deel III) komt eene verhandeling voor van de hand van den geleerden archivaris van Limburg, Jos. Habets. getiteld: ,/Over de echt¬

heid van den stichtingsbrief der Abdij Thora, uit het jaar 992." Daar deze oorkonde ook van overwegend belang is voor de geschiedenis van vele Noordbrabantsche plaatsen, meenden wij eene bespreking der verhandeling van den heer Habets hier niet achterwege te mogen laten.

De besproken oorkonde werd door vele schrijvers voor verdacht, valsch of ondergeschoven gehouden. Van Spaen (1), C. G. Klein (2), Alph. Wauters (3) en Van den Bergh (4) trekken hare echtheid op de meest categorische wijze in twijfel. Ondertusschen waarschuwt de heer Habets, in zaken als deze, tegen eene lichtvaardige uitspraak en gewaagt van de merkwaardige bijzonderheid, dat eene oorkonde (namelijk een charter van Keizer Hendrik IV uit het jaar 1062) welke de critiek als valsch en ondergeschoven had gebrandmerkt, in originali, en dragende al de sporen van echtheid in het Limburgsch archief aanwezig is (5).

De heer Habets meent alsnu ook de echtheid van

(J) Inleiding tot de Geschiedenis van Gelderland. III. p. 166, 167.

(2) Geschiedenis van Breda. p. 46—49.

(3) Table chronologique des diplömesdela Belgique. I. p. 424.

[*) Oorkondenboek van Gelderland, p. 134. (") Annalen des Hist. Vereins fiir den Niederhein. Deel 33.

94

de oorkonde van 992 te kunnen betoogen in weerwil van de uitspraken der genoemde schrijvers.

Daar het inoeielijk is zijn betoog te volgen, wanneer men het behandelde stuk niet onder de oogen heeft, en omdat het merkwaardige en meermaals slordig weergegeven charter eene bekendmaking in ruimen kring ten volle verdient, doen wij het hier. naar de lezing van den heer Habets, nogmaals afdrukken.

Het luidt dan als volgt :

In nomine sanctae et individuae Trinitatis. Ego Hilzundis comitissa terrae de Stiyen sequi cupiens eum qui est sponsus virginum, de consilio dornini mei Ansfredi ecclesiam construxi in alodio meo de Thora, ubi ego et filia mea Benedicta, sub regula sanctae obedientiae ita viveremus in hoe saeculo, ut mereamur in futuro amictae stolis albis inter angelos comparere in districtu justi judicis: Itaque amicos mihi faciens de mammona iniquitatis attuli ad dictam ecclesiam omne allodium meum, quod in terra mea de Stryen gloriosus rex Zuentiboldus olim perdonaverat, imprimis ipsam ecclesiam de Stryen, quae est consecrata in honoretp Mariae virginis, Montem littoris ubi beatissima Gertrudis corporaliter conversata est et cellam habet a beato Amando consecratam, villam Gillesa cum appendïtijs, villam Baerle cum altari in honorem sancti confessoris Remigij a me constructo, castellum Sprundelheym cum omni integritate, sicut situm est super fluvium Moirwater, silvani ad porcos alendos, quemadmodum jacet inter duas Marcas cum omni jure, waricapio, teloneo, molendino, censu, pedagio et aqoagio, in pratis, silvis, agris cultis et incultis, was tin is, moris humido, sicco, alto, basso, prout eadem ego Hilzundis Christi famula et parentes mei tennernnt. Non sit ullus advocatus nisi quem fratres et sororesde Thora coenob-ij elegerint, et si quispiam maligno sensu, suadente diabolo se intromiserit, condemnabit eum dominus mundi Caesar, qui est legitimvis coenobij, advocatus.