852. Scheveningen. Afgevaardigde was er, doch zonder biljet.

1083. Sprang. Afgevaardigde was er, doch niet in het hoofdgebouw.

1086. Fijnaart. Afgevaardigde was er, doch zonder biljet.

Uit het bovenstaande volgt: Elke afgevaardigde overtuige zich, voor hij naar den bondsdag gaat, dat hij zijn biljet bij zich heeft en op den bondsdag, dat het komt in de goede handen, d.i. in die der commissie van stemopneming. Dat voorkomt onaangename gewaarwordingen na den bondsdag!

De Bondssecretaris,

Zwolle, 13 Juli 1936. J. WIJNBEEK.

VRAGENBUS

Vr. A. v. Q. te M. (Z.H.).

In ons blad van Vrijdag 3 Juli 1936 hebben we een vraag beantwoord of het Werkverbond mechanisch of organisch is. Een onzer bondsvrienden, de heer H. Jong van Noord-Scharwoude, maakt ons nog opmerkzaam op de studie van N. Diemer: „Het Scheppingsverbond met Adam", in welk werk uitvoerig gehandeld wordt over de vraag of het werkverbond mechanisch (humanistisch) of organisch (gereformeerd) moet worden opgevat.

Wij kunnen den vrager aanraden van dit boek nader kennis te nemen, waardoor hij een breeder antwoord op zijn vraag krijgt, dan wij in Vragenbus kunnen geven.

G. J. d. D. Secr. Schr. en B. te Sch. vraagt of onze Bond geen afbreuk doet aan de kerkdiensten op Hemelvaartsdag, wanneer op dien dag de Bondsdag wordt gehouden.

Antwoord. Deze vraag is al dikwijls aan de orde geweest. Maar er is ook dikwijls een afdoend antwoord op gegeven.

Vrienden, die wel eens aandacht geven aan de geschiedenis van onzen Bond en daartoe ook het gedenkboek eens nalezen, dat ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van onzen Bond werd uitgegeven, zullen daar op bladzijde 203—206 een advies vinden, dat indertijd door Prof. Dr. W. Qeesink werd uitgebracht inzake het vergaderen van onzen; Bond op Hemelvaartsdag.

Laat de vrienden dat advies maar eens nalezen; zij vinden daar een uitvoerig antwoord op hun vraag.

J.V. Tim. te W. vraagt: Moet en kan een kerkeraad een gecensureerd lidmaat, die zich, om verdere tuchtuitoefening te ontgaan, aan de kerk onttrekt, met verdere tuchtmiddelen en ten slotte met de uiterste remedie (ban) weer trachten terug te brengen van zijn dwaalweg.

Antwoord. Sommige vrienden waren bij de bespreking van oordeel, dat het niet doorgaan met de tucht door den kerkeraad zondig was, terwijl anderen van oordeel waren, dat de kerkeraad niet meer gerechtigd is tucht uit te oefenen over iemand, die zich aan het toezicht aan den kerkeraad onttrokken heeft.

Prof. Heyns is, zooals de vrienden reeds opmerken, van meening, dat de kerkeraad zulk een zich-onttrekken niet mag aannemen, maar met de tucht moet voortvaren.

Die voortgaande tuchtoefening lijkt ons echter vrijwel doelloos, omdat de onttrekking aan het toezicht van den kerkeraad een daad is, die de kerkeraad noodwendig als een feit zal moeten aanvaarden.

Natuurlijk behoeft de kerk zoo iemand nog niet dadelijk geheel los te laten. Integendeel — de Kerk moet ook tot den afgewekene het Evangelie uitdragen en trachten hem terug te brengen van de dwaling zijns wegs; dat is ook de roeping der geloovigen tegenover de dwalenden. Maar het voortvaren met de tuchtoefening, nadat iemand zich onttrokken heeft, kan m.i.

niet aan den kerkeraad als plicht worden voorgehouden.

J. A. S. te H. vraagt: Om welke reden hooren we het Leger des Heils nooit psalmen zingen?

Antwoord. De ware reden zal wel zijn, dat de leiders van het Leger des Heils een bundel liederen hebben samengesteld, die geheel past bij de opvattingen, die in het leger heerschen. De stichter van het Heilsleger is in zijn jeugd overgegaan naar de Methodisten. Hoewel hij later met de Methodisten gebroken heeft, draagt toch de arbeid in het Heilsleger een sterk Methodistisch karakter en daar passen de psalmen niet bij. 't Is dan ook geen wonder, dat het leger een eigen bundel met strijdliederen heeft samengesteld.

G. G. te D. vraagt: Is na echtscheiding een tweede huwelijk geoorloofd?

Antwoord. Uit de toelichting bij de vraag blijkt, dat de vrienden te D. kennis hebben genomen van hetgeen hierover geschreven is in de Ch. Encyclopaedie. Naar Gereformeerde opvatting is echtscheiding slechts geoorloofd na gebleken overspel of kwaadwillige verlating. Daarbij zij er echter op gewezen, dat lang niet alle Gereformeerden elke kwaadwillige verlating als grond voor echtscheiding aanvaarden, omdat zij slechts dan dezen grond willen erkennen, wanneer deze verlating geschiedt uit godsdiensthaat.

Moeilijkheid hebben de vrienden met Deuter. 24 : 4, maar daar gaat het om een tweede huwelijk van dezelfde personen, nadat de vrouw in den tijd, dat zij van elkander gescheiden waren, met een anderen man heeft geleefd. Dat was dus een zeer bijzonder tweede huwelijk, omdat het een herhaling was van het eerste.

H. G. E. te V. vraagt: Wie wordt met de engel des Heeren in Mattheüs 2 : 13 bedoeld? In welke gestalte heeft Jozef den engel gezien?

Antwoord. Dat weten we niet, omdat God dat ons niet geopenbaard heeft. Aanvaard het slechts, zooals het daar staat, dat de engel des Heeren in een droom aan Jozef is verschenen en hem heeft gewaarschuwd.

Ook omtrent de gestalte, waarin de engel aan Jozef is verschenen is ons niets bekend.

Dingen, die telkens moeten worden herhaald.

Bestellingen aan het Bondsbureau worden uitsluitend tegen vooruitbetaling per postwissel of giro (95964), uitgevoerd.

Op de postwissel of giro-mededeelingsstrook moet duidelijk worden vermeld, waarvoor het gezonden bedrag bestemd is.

De prijzen van alle Bondsuitgaven vindt men in de prijslijst op een der laatste pagina's van het Jaarboek, terwijl de prijzen van nieuwe uitgaven welke in den loop van het jaar verschijnen, per annonce in het Gereformeerd Jongelingsblad worden bekend gemaakt.

Bestel nooit ... ex. leidr. Gew. Gesch., doch wees volledig en geef aan welk deel, en of O.T. dan wel N.T. wordt verlangd. Dit voorkomt onnoodige correspondentie en onnoodige vertraging in de uitvoering van Uw bestelling.

Geef bij adresverandering op, voor welke J.V. het blad wordt ontvangen en vergeet niet te vermelden, of na verhuizing het abonnement voor dezelfde J.V. blyft doorloopen. 't Voorkomt klachten.

Persoonlijke abonnementen op het G. J. B. worden niet door tusschenkomst van derden genoteerd. De persoon in kwestie moet zelf het verlangen daartoe te kennen geven.

De bladen, die betrekking hebben op nieuwe abonné's en adresveranderingen, zullen niet des Vrijdags, maar pas op Maandag daarna aan het nieuwe adres kunnen worden bezorgd. Dat is een regeling der posteryen.

Mededeeling, dat een naar een andere woonplaats verhuizend abonné, voortaan voor rekening der J.V. aldaar het orgaan moet ontvangen, kan alleen dan worden opgevolgd, indien de secretaris van de J.V. der nieuwe woonplaats ons daarvan kennis geeft.