i

I

é>

+■

lÉ «

V .

van leeraren en gemeenten en plegtige belofte om zich naar binnen en naar buiten te openbaren, als gegrond te zijn op Gods Woord en de belijdenis der Gereformeerde Kerk, broeders elkander de hand drukten onder een stillen traan van verootmoediging voor God en van blijdschap om als twee zusterkerken één te mogen en één te willen zijn. Zelfs broeders uit Schotland en Pruissen, die op de Synode te Middelburg tegenwoordig waren, deelden in de vreugde, om naar hun land en onder hun volk te kunnen terugkeeren met de verblijdende boodschap van iets wat zij nooit gezien hadden, dat twee Kerken ineensmolten, en dat op zulken grond en in znlke liefde. Wij gelooven dan ook niet te haastig te zijn, maar dat het tijd geworden is, om de aandacht der geloovigen in ons vaderland, die nog buiten ons zijn, daarbij te bepalen, en ze op te roepen tot gemeensehappelijken strijd tegen ongeloof en bijgeloof onzer dagen. Want belijden wij te zamen, dat wij alleen onder de banier des kruises overwinnen kunnen dan moeten wij het, om krachtig tegen den vijand op te treden, eens zijn onder elkander. J

Daarom, Geliefde Vind atpt1 riz-vrlr, i .. 1 l j 1

. , uuuisi »ivuiilli LUI

en rZt T - »°nf' *komt. gaat met ons " ƒ ! a,ls , W1J' of 200 ge wilt, geeft ons goede Bijbelsche gronden op, en wij zullen tot u komen, want met in afscheiding maar in éénheid is onze kracht; waarom wij ook met e an ei nu voortaan den gemeenschappelijken naam van Christelijke Gereformeerde Kerk dragen; Christelijke, naar Christus ons éénig en gezegend Hoofd; Gereformeerde naar de gesc ie enis der vaderen gedoopt in het martelaarsoe . (iod geve ons hierop verder Zijne kenne ij e goedkeuring, waarin wij aanvankelijk ee en, en doe ons steeds aan den troon deigenade verkeeren in de bede met het Oog op ons zelf, met 00g 0p jjen ^ <jie jn Qng vaderland nog buiten ons zijn, met het oog oh zoo velen als er nog behooren of zullen worden toegebragt tot de heilige, algomeene christelijke kerk op de gansche aarde: »Uw Koninkrijk kome! het ltome onder ons, door ons en allermeest in ons. Amen.

P. van der Sluijs,

J. G. Smitt,

D. K. WlELENGA, Predikanten te Amsterdam.

Wetenschap in Kerk en School.

de schepping.

11

Het in ons vorig opstel aangaande » de jongste ontdekkingen der moderne theologische wetenschap ' meegedeelde, beknoptelijk zamenvattende, herinneren wij aan deze belangrjjke uitkomst: «• dat zij (op grond van de door ons gewogen maar te ligt bevonden berekeningen) het men-schelijk geslacht als minstens tweemaal ouder beschouwt dan het volgens Gods woord werkelijk is; b. dat derhalve Gen. 1 en 2 niet anders kan zijn, dan eene dichterlijke beschrijving van eenen zonsopgang, welke door Mozes (of misschien plus minus een veertigduizend jaar vroeger) met eenigo opsiering en bijvoeging tot »Scheppingsberigt" werd gemaakt.

Laat ons nu nagaan, wat de moderne Bijbelbeschouwing, hot scheppings-berigt der openbaring : » In den beginne schiep God hemel en aarde," enz. als voor den denkenden mensch te eenvoudig verwerpende, wat zij, zeg ik, ons 111 de plaats geeft. — Uit niets wordt in deieeuwigheid niets. Daar nu de modernen eenige scheppings- of herscheppingsdaad Gods met verontwaardiging verwerpen, als » den denkenden mensch niet kunnende bevredigen," zijn wij benieuwd , hoe zij dan wel de wording aller dingen verklaren. Teregt zegt Stahl: Het geloof aan open aring en wonder is van geen andere aard,

loof dat-8 P°°if Tn d° schePPing' d. i. het gej , i ^ oc* de wereld, die eerst niet was, 'O estaan geroepen heeft. De schepping van ce aarde, alvorens er eene aarde was, de schepping van den eersten mensch, alvorens er een eerste mensch was, dit is een wonder, ... het is niet minder onbegrijpelijk dan de opwekking van een doode. Bestaat er eene magt, die den eersten mensch schiep, dan bestaat er ook eene magt, die hem herscheppen kan — eene,magt die de dooden opwekt.

Het Tijdschrift ome Belangen, dat wij bij deze met warmte aanbevelen, 1) formuleert het scheppingsverhaal van den modernen Bijbelbeschouwer aldus: In den beginne wat er een groote gasbol, met een dampkring er om heen; deze (de < ampkring dus, niet de gasbol zoo als weder anderen beweren) tot een vasten ring geworden, vloog op zekeren tijd aan stukken en een dezer vliegende brokken werd onze aarde." Hoe is nu de aarde in haar tegenwoordigen toestand gekomen? '-'e moderne Bijbelbeschouwing antwoordt hierop het volgende: * T)v eerste levende arbeiders aan de woning onzer planeet --uren koraaldieren." „De natunr werkt stil en verborgen voort. Wat zij doet, doet zij zuinig, want met de kleinste middelen werkt zij het grootste." ^Uit het stoffelijk rijk kwamen de planten voort, daaruit ontstond weer het dierenrijk, en hieraan ontleende het menschelijk geslacht zijn oorsprong." Eene opmerking: Ik sprak eenigen tijd geleden mat een beschaafd modern over de theorie van Carl Vogt, wélke ultra-modern ook den Bijbel als ongeschikt beschouwt voor den denkenden mensch, de waarheid »dat wij ook van Gods geslacht zijn" stoutweg ontkent en stad en land rondreist, om overal als jongste uitkomst der moderne wetenschap te verkondigen, dat wij — van de apen afstammen. Hij, met 'vien ik sprak, toonde zich met deze stelling niet zeer ingenomen en antwoordde mij, dat Vogt reeds door een óók wetenschappelijk modern was weêrlegd. Wij hebben die weérlegging niet gelezen, doch komen hierop straks nog terug. Na dus gezegd te hebben, dat de modern op grond der zoogenaamde leer der ontwikkeling zijn oorsprong aan het dierenrijk ontleend heeft, gaat de Bijbelbeschouwer aldus voort: »Maar daaruit volgt dan, gelijk ergens teregt is aangemerkt , dat de kikvorsch en de aap van onze naaste familie zijn, iets wat menigeen zeker vreemd in de ooren klinken zal. Anderen daarentegen, de hedendaagsche regel huldigende: geen leven zonder Tciern, willen het raadsel (der schepping !) oplossen, door te beweren dat God door eene daad van Zijn wil de allereerste kiemzaadjes van elke schepselensoort op aarde heeft nedergelegd. 't Is mogelijk, maar niet zeker. Omtrent dit groote vraagstuk heeft echter de wetenschap haar laatste woord nog niet gesproken;

1) Het ware wenschelijk, dat tegen eene kleineprijsverhooging, ook maandelijksche afleveringen werden verkrijgbaar gesteld, ten gebruike voor Christ. Leesvereenigingei.

doch wij vertrouwen, dat met ieder nieuw menschengeslacht de waarheid te dezen opzigte

al meer en meer onisiuijera zal worden. Wij stappen hiermede van dit onderwerp af."

Ziehier waarde lezer! de schepping uit een modern oogpunt beschouwd. Beknoptelijk zamenvattende komen wij tot de volgende uitkomst:

n den beginne was er een groote gasbol, daarna waren er koraaldieren, allerkleinste middelen, allereerste kiemzaadjes, i. e. w. alles wat er n.?° 'S wasi om de aarde te doen worden, wat zg thans is. De steenen worden planten; de planten worden dieren, en de dieren worden menschen. En dan volgt het gewone besluit, dat het menschdom nu wel 20 a 60 a 600 duizend jaren volgens moderne berekening bestaat; doch dat de wetenschap de waarheid in deze wel meer en meer ontsluijeren zal, enz. enz.

Hoe meer wij nu over dit scheppingsverhaal der moderne wetenschap nadenken en het met dat des Bijbels vergelijken, hoe meer het ons voorkomt, dat het scheppingsberigt des Bijbels den denkenden mensch meer bevredigt, dan dat der zoogenaamde wetenschap; hoe meer wij tot de overtuiging komen van den goddelijken oorsprong

aer ±1. öchrilt ooic in deze. immers wij vragen: Van waar kwam toch die groote gasbol ? Hoe ?

Kan een groot niets een grooten gasbol baren? Van waar kwamen die allereerste arbeiders enz. enz.? Beantwoord ons deze vragen, gij die niet aan God den vrijmagtigen Schepper van hemol en aarde gelooft | zoo gij wilt dat wij u gelooven. Zoolang de modernen deze hoofdvragen onbeant- J woord laten, zoolang ze niet bewijzen, dat hun ^ gebouw niet in de lucht hangt, maar op een goeden grond berust, houd ik voor mij het scheppingsberigt der openbaring vast. Zulke stellingen kunnen wij niet zonder deugdelijke bewijzen aannemen.

De slotsom der moderne stelsels, zegt Dr. Blank teregt, is: dat wij niét door God geschapen zijn; maar » misschien" uit apen, »misschien" uit kikvorschen zijn voortgekomen, of ■» misschien"

wel op aarde gezaaid zijn. Dit zoo zijnde, en de bewoners der aarde, gelijk de moderne bijbelbeschouwing beweert, uit meer dan één monschenDaar voortgekomen zjjnde, (de grootste

natuurgeleerden, als Wagner, Alex. von Hum-

bolt en anderen hebben intusscnen ae waarneia der Schrift in deze met kracht gehandhaafd) dan is het ons duidelijk, — wij willen den zot beantwoorden naar zijne dwaasheid — dat wij in een nog al goeden, de Afrikanen daarentegen in zeer slechten grond gezaaid zjjn; zoodat wij van de apen, zij daarentegen van de kikvorschen zullen afstammen! . . . . Zegt het voort! De moderne bijbelbeschouwing voegt er onnoozel bij: »dat dit ons vreemd in de ooren zal klinken." »De wijze," laat zij er met zooveel woorden op volgen, »hoe een en ander mogelijk is, heeft men nog niet ontdekt; maar zal men »misschien" wel spoedig ontdekken."

Wèl hebben wij regt te vragen of dit moderne scheppingsverhaal »bevredigend is voor den denkenden mensch ?" Doch zoo zijn onze moderne mannen: de Bijbel wordt, zoo het heet op gezag der wetenschap, met de grootste ligtvaardigheid in stukken gescheurd. En wat krijgt men er voor in de plaats? Wetenschap, denken de ligtgeloovigen, neen 1 raadselen en de meest tastbare ongerijmdheden.

Als slotsom onzer beschouwing herhalen wij als onze overtuiging; — welke niet weinig versterkt is door de cijferkunst der modernen, eene cijferkunst welke in ons vorig artikel werd onderzocht en waarop toch in hoofdzaak hunne meening berust, —- dat het menschelijk geslacht niet ouder is dan zesduizend jaren, en dat Adam, Lamech , Noach , Seth , Abraham en Mozes , die er zoo digt bij zijn geweest en elkander in deze de hand reiken, 'de geschiedenis van onzen oorsprong beter zullen weten dan de goddelooze spotters onzer eeuw, zij mogen overigens nog zoo knap zijn. Zij blijven zichzelven m. i. meer gelijk door maar kortweg even als de Chinezen het menschdom als » misschien" eeuwig te verklaren, dan toch kunnen zij eerst den goddelijken oorsprong van ons, helaas! zoo diep gezonken geslacht naar hartelust verwerpen.

Waarlijk voor, hen die zien willen, wordt bijna iederen dag nog de groote waarheid bevestigd, dat het, o! zoo gemakkelijk is af te breken en te verwoesten; maar daarentegen, o zoo moeijelijk iets beters in de plaats te stellen. Scheur, 't is reeds meer gezegd, de eerste bladzijden uit den Bijbel, en de mensch is voor zichzelven een onoplosbaar raadsel. Dat wij ons dan niet door groote woorden laten misleiden; maar aan het verheven van Adam tot Mozes, van de vaderen aan de kinderen overgeleverde scheppingsberigt vasthouden, niet twijfelende, dat de wetenschap, die de zaak tot nog toe meer lieeft omslnijerd, dan ontslujjerd, eenmaal deszelfs waarheid en goddelijkheid middagklaar in het licht stellen zal. 2) Dat wij er ons vooral voor wachten te veel gewigt te hechten aan de cijferkunst der

modernen, óók wat da geologie betreft, waar j

die nog in strijd is met de li. sehritt. Juist dat in strijd zijn zal ongetwijfeld in eene volgende eeuw tot nog dieper navorsching prikkelen, en laat ons niet uit het oog verliezen de groote verborgenheden, welke voor eenige duizende jaren op de stofverwisseling invloed hadden en thans — schoon in oneindig geringer mate — nog kunnen hebben. J. E. Gips, Pz.

2) Wij denken hier aan de snelle ontwikkeling van den mensch van zijn eerste tot zijn dertigste levensjaar; terwijl hij zich later slechts zeer weinig of liever 111 het geheel niet ontwikkelt. Nu is het hoogstwaarschijnlijk, dat ook onze aarde een soortgelijk ontwikkelingsproces onderging. Wanneer nu de moderne geologen, afgaande op hetgeen heden is, gevolgtrekkingen afleiden aangaande den ouderdom der aarde, enz., moeten zij, het is duidelijk, tot ongerijmdheden vervallen en in strijd komen met de openbaring. Vergelijk de twee voorbeelden in ons vorig artikel.

dag heen en weer aan het feest deel te nemen. Zoo wordt het telkens meer en meer in waarheid ■een Nationaal Zendingsfeest.

De regeling er van verdeelt zich eigenaardig in drieën: eerst de morgendienst ten 10, 10% en 11 uur op 4 spreekplaatsen; dan eene gezamenlijke wandeling, om allen in de gelegenheid te stellen al het schoone van die prachtige streek te kunnen opmerken en genieten; eindelijk de middagdienst door 13 sprekers op 6 spreekplaatsen. Werd er ten vorigen jare geklaagd, dat men niet voldoende hooren kon, ditmaal zal men die klagt niet meer vernemen. Bovendien zullen ter bevordering eener goede akoustiek de sprekers in de laagte staan, en de hoorders

amphitheatersgewijs naar boven plaats nemen.

De prijs der biljetten voor de extra treinen is voor Holland en Utrecht als ten vorigen jare; voor Gelderland en Overijssel is deze ook zeer billijk, en voor de verstgelegene plaatsen belangrijk minder dan in 1868.

Welligt rijdt er ook een extra-trein van ZaltBommel naar Utrecht, in aansluiting aan den

feesttrein van daar naar Middachten. De onderhandeling da.arover is nog niet afgeloopen. Verder verwijzen wii naar het Programma,

dat in korten tijd het licht ziet.

Wij vertrouwen dat onze vrienden mat deze schikkingen ingenomen zullen zijn , en bevelen bij deze het feest in hunne voorbede aan. Schenke ons de Heer der Gemeente ook ditmaal een rijken zegen!

Harderwijk, 6 Julij 1869. Buijtendijk.

Zendingsfeest.

De Hoofdcommissie voor het Zesde Algemeen Evangelisch Nationaal Zendingsfeest ontving een zeer welwillend schrijven, waarin zij verzocht werd , om in dit blad te berigten wanneer en waar dit jaar het feest zal gehouden worden. Gaarne deel ik mede, dat dit, zoo de Heer wil, zal plaats hebben op Woensdag 4 Augustus, weder op Middachten. Wij vertrouwen dat deze keus allen welgevallig zal zijn. Niet alleen leent het terrein aldaar zich uitnemend tot het houden van zulk feest, maar men zou ook bezwaarlijk eene andere plek kunnen vinden, zoo juist midden in het land gelegen, en derhalve voor allen zoo bereikbaar. Was Wolfhezen voor hen die uit Holland komen niet te ver, van daar tot Middachten heeft men met den spoortrein nog geen half uur van noode; terwijl nu ook de vrienden uit Overijssel, Drenthe, Friesland en Groningen in de gelegenheid gesteld worden , om op één

Spanje.

uit een BltlEF van den weleerwaarden a. N. somerville van glasgow.

Madrid, 22 Mei 1869.

Gisteren was ik op eene school voor havelooze jongens, onlangs geopend en bestuurd door jongelingen, die deze taak vrijwillig op zich genomen hebben. Aanvankelijk konden zij de kinderen niet krijgen , totdat zij hunne toevlugt namen tot het dagelijks uitreiken van een broodje. Aanstonds kwamen er meer dan zij konden opnemen. Er zijn er nu omstreeks vijftig. Met veel genoegen hoorde ik hen hunne lessen opzeggen, en was verbaasd, toen ik de antwoorden van sommigen hunner vernam bij het bespreken van bijbelsche waarheden. Deze jongens behooren tot de meest verwaarloosden van die stad. De heer Armstrong vertelde hun eene geschiedenis van gebedsverhooring, hoe een kind toen er niets in huis was, van den Heere Jezus brood gevraagd en op wonderbare wijs bekomen had. Toen hij gedaan had , werd een jongen gevraagd of hij dit over kon vertellen; dit deed liij met veel gevoel en zeer krachtig, daarbij met geheel andere woorden. Heden avond zes uur ging ik weder naar die school, om do prijsuitdeeling bij te wonen, en zag daar o. a. den rector van de Madridsche Universiteit, een in allen deele merkwaardig man, die de dwalingen van de Roomsche kerk zeer goed kent, en die meer en meer overhelt naar de zuivere waarheid van het Evangelie, met andere hooggeplaatste personen, bepalen wie de prijzen zou krijgen, en ze zelf met goede 3n vriendelijke toespraken aan de kinderen uitdeeleude. Ook mijn vriendje van den vorigen dag was een der begunstigden.

Twee dagen geleden was ik in oen timmermanswinkel , waar omstreeks vijftig menschen tegenwoordig waren om den Bijbel met elkander te lezen en te bespreken. Bijken en armen, mannen en vrouwen ontmoeten elkander daar. Toen ik te Nazareth geweest ben, had ik daar het huis gezien, waar Christus gewoond zou hebben, doch Hem heb ik daar niet gevonden. Hier was het anders, in dit timmermanshuis was de Heer blijkbaar tegenwoordig in het midden van Zijne wachtende discipelen.

23 Mei. Heden Zondag ben ik om 1 uur naar de Universiteit gegaan om, eene lezing te hooren van een professor in het Hebreeuwsch, over de Psalmen. Het le hoofdstuk van Genesis werd behandeld. De hoogleeraar had een grooten Hebreeuwschen Bijbel voor zich, benevens de Vulgata (Latijnsche officiële vertaling). Hij vergeleek het oorspronkelijke bij eene heerlijke schilderij , en de Vulgata bij eene slechte copie. Zijn onderwijs was boeijend en duidelijk. Hij is priester geweest, doch om zijne denkbeelden was hij van zijne parochie verdreven. Na de revolutie heeft de rector onmiddelijk om hem gezonden en hem geplaatst waar hij nu is. Het was heerlijk te zien, hoe ontzaggelijk veel hij met het woord van God op heeft. Och, mogten er op meer plaatsen op den dag des Heeren zulke bijbeluitleggingen gegeven worden ! Maar waar vindt men die?

Uit een brief dd. Madrid 14 Junij 1869.

In een vorig schrijven is melding gemaakt van het bestaande voornemen om Bijbels, Nieuwe Testamenten en, afzonderlijke Evangeliën te verkoopen en traktaatjes te verspreiden op de groote jaarmarkt van St. Isidro, die een half uur buiten Madrid gehouden wordt, en zeer druk bezocht wordt — waarschijnlijk waren 300,000 men»ehen dit jaar tegenwoordig.

Onze ..'aarde vriend i.. ence was , gelijk natuurlijk is, het hart üu '1 van de zaak, wijl de door hem opgedane vi 1 >g in dit soort van werk van zoo on.be ■ v.bare waarde was. De arbeiders kwamen eerst te zamen om leiding en bescherming in het gebed af te smeeken, en beiden werden ruimschoots versterkt. Het was eene groote nieuwigheid den Bijbel uit te roepen op eene Spaansche jaarmarkt, 'och het is geschied, en niemand heeft de hand tegen ons opgeheven , of zelfs de tong tegeii ons geroerd. De leden van het provisioneel gouvernement, die de plaats bezochten, konden voor zichzelven zien, dat de Protestanten de godsdienstvrijheid tot een feit gemaakt hadden, en dat de groote menigte er genoegen mede nam. De president van de Cortes, de door het volk geliefde Alcalde van Madrid, werd door allen gezien in de nabijheid van de Bijbeltent, de teksten in groote letters, met welke die aan alle zijden beplakt was, een voor een lezende. Don Nicolaas Kivero heeft voorzeker gedurende zijn leven vreemde dingen elkander in Spanje zien afwisselen; doch deze kraam, en hetgeen daar binnen en buiten omging, was voorzeker voor hem het merkwaardigste van alles.

Het verkochte op de jaarmarkt was: 22 Bijbels, 70 Nieuwe Testamenten en 5000 Evangeliën; en werden 16,000 traktaten rondgedeeld uit eene bloemlezing, die hier door het godsdienstig traktaat-genootschap van Londen gedrukt werd; en van een manifest ten voordeele van gewetensvrijheid, en een kort traktaatje op Jezus wijzende als op den eenigen Verlosser, ook alhier gedrukt door het genootschap der Vrien¬

den (Kwakers) 40,000 van elk, zoodat er 100,000 geschriften hunnen weg gevonden hebben in de

handen des volks, en verschillende dorpen hebben nu waarschijnlijk voor het eerst het Woord der waarheid ontvangen.

Niet minder belangrijk naar mijn oordeel, is het volgende: Een jong officier, kapitein bij het leger, van een innemend uiterlijk, met wien ik in kennis was gekomen, bezocht ons onlangs om raad te vragen. Hij had van zijn superieur bevel ontvangen, in de processie, die ter eere van het Corpus Domini gehouden wordt, met zijne compagnie bij te wonen. Hij had toen beleden Protestant te zijn en geene gewetensvrijheid te gevoelen bij een godsdienstig feest

tegenwoordig te zijn , dat tegen zijne overtuiging indruischte. »Het is een militaire pligt, en gij moet tegenwoordig zijn!" werd hem geantwoord , waarop onze broeder de kracht vond te zeggen: »Ik mag niet." Toen kwam hij bij ons raad vragen. Wat konden wij anders doen dan gezamenlijk het aangezigt Gods zoeken, en den Heer de zaak opdragen ? Hij verzocht om audientie bij de hoogste militaire overheid, en gaf verslag van hetgeen geschied was. wGij moet de u gegeven bevelen opvolgen," werd hem ook hier gezégd, waarop zijn eenvoudig antwoord wederom was: »Ik mag niet." Tot zijne blijde verbazing scheen zijne vastberadenheid eer gunstig voor hem in te nemen dan te verbitteren, en hij werd weggezonden met de woorden: »Nu, wij kunnen u niet dwingen, te haudelen tegen uw geweten." —- Zoodat hij niet medeliep met de processie.

De Roomsch catholijke propaganda geeft traktaatjes uit om hare zaak te bepleiten ; doch de gevolgen van de vrije bespreking zijn reeds ook hierin zigtbaar: de toon van die geschriften is zeer verschillend van degenen , die eenige maanden geleden het licht zagen, en de leer zelve, die daarin verkondigd wordt, is niet afwijkende van de waarheid. Dus wordt de Roomsche kerk door de Roomschen zeiven hervormd.

Wij hebben bij vorige gelegenheden gesproken van onzen wakkeren bondgenoot in Leon. Hij is juist teruggekeerd van eene reis, ten behoeve van het N. W. spoorweggen ootschap van Spanje , door Galicië, en hij maakte gebruik van de daardoor geopende gelegenheid om in vele steden en dorpen traktaatjes te verspreiden. Deze werden gretig aangenomen.

In Madrid vordert het werk. De godsdienstoefeningen worden trouw bezocht; cr is behoefte aan eene tweede kerk. De bidstonden gaan voort en de kleine Zondagschool beantwoordt aan haar doel. »Wanneer zult gijl. uwe dagschool openen?" vragen de ouders.

Er worden maatregelen genomen om een godsdienstig weekblad voor de hongore standen in het leven te roepen, waaraan sterk behoefte wordt gevoeld. Het zal staan onder de redactie van een Spanjaard, die behalve door heerlijke letterkundigen gaven , daar een stillen en ootmoedig christelijken geest ontmoet.

De eerwaarde A. N. Somerville van Glasgow, die zoo als gij weet gedurende vele jaren eene warme belangstelling getoond heeft in de evangelisatie van Spanje, kwam hier in de vorige maand om den voortgang van het werk met eigene oogen te zien. Hij was een der verkoopers op de jaarmarkt van S. Isidro, en zijn indrukwekkend uiterlijk bragt er velen toe om te blijven stilstaan en te koopen, toen hij het woord Gods rondventte. Na veertien dagen vertoeven ging hij naar Andalusië, om ook daar het werk

gade te slaan en voort te helpen. wij allen verwachten een zegen op het bezoek van rlien man Gods.

Het is bemoedigend van den agent van het Britsche en Buitenlandsche Bijbelgenootschap te vernemen, dat de eerste uitgaven der Schrift die hier gedrukt zijn, spoedig zullen zyn uitverkocht, en het noodig zal zijn tweede uitgaven te bezorgen.

Een seminarie voor evangelisten en voor de zoodanigen, die zich voor het leeraarsambt wenschen te bekwamen, zal spoedig een vereischte zijn. Dit is eene belangrijke zaak en hét zal veel moeite kosten en langdurig beraad, om de beste wijze van uitvoering te overleggen, doch omtrent de wenschelijkheid kan geen twijfel overblijven. Onze lieve vrienden te Lausanne zouden met ons zameiiwerken door in hunne theologische school de meestbelovenden van onze pupillen op te nemen. Het zal een heerlijke dag voor Spanje zijn als Lausanne aan Spanje terugzendt, als geordende leeraren, de jonge Spanjaarden die daar nu studeren.

Als wij terugzien (ook gij hebt iets gekeild van het werk, dat vóór de revolutie in Spanje begonnen is) moeten wij dan niet erkennen, dat de Heer groote dingen gedaan heeft en de wonderbare verandering erkennen, die over het volk gekomen is. Maar wij zijn slechts aan liet begin; wij zullen grootere dingen zien dan deze, indien wij slechts gelooven.

Bovenstaande brief, uit een Engelsch blad vertaald, behelst geen naam van schrijver; evenmin het volgende uittreksel uit een ander schrijven.

»2 Junij, 1869. Ik verheug mij te vernemen, dat er eene opwekking schijnt te komen in het noorden van Spanje; uit een brief, gisteren /an een vriend ontvangen, ontwaar ik, dat er twee verkondigers van het zuivere Evangelie te Santiago zijn, die beiden vroeger Boomsche priesters

waren."

Over de ordening en de werkzaamheden van

onzen broeder Carrasco hoop ik binnen kort aan de lezers van de Heraut verslag te kunnen geven. Ook vermeld ik nog met dankzegging de ontvangst van een postwissel uit Utrecht van C. H., groot ƒ10.— en van ƒ 10.—- van den Heer E. C. Boissevain.

v' Julij 1869. Van Loon.

Berigt aan belangstellende vrienden vaii de Evangelische Alliantie

IN NEDERLAND.

getuigen waren geweest, en meenden , niet zonder goeden grond, dat eene nadere aanraking van geloovigen uit de twee Christelijke werelde en, voor de bewoners van de oude en nieuwe wereld beide, en daardoor voor het geheele Gods-

n' Vfn 011 schatbaar nut zou kannen zijn. , e Amsterdamsche vergadering, hoezeer met a denkbeeld instemmend, heeft zich de bezwaren geenszins ontveinsd aan zijne verwezenlijking v®r °"den. Evenwel die bezwaren mogten niet wiwt .1 word°n op te wegen tegen het groot ge•a' t aan eene vergadering in Amerika kon wou en toegekend, nu het eenmaal bleek, dat „.„J1 an daartoe was opgevat en zou uitgei- woiden met den ernst, kracht en volhar<;tnnrIoWe men V£ln de mannen, die het voorter mót fn van het Amerikaansch volkskarakde zesrl 1 „.vo'ste regt mogt verwachten. Mits der zak6 1 a 111i6verga,dering, die uit den aard

als een 1 t- onoereiKüaarlieid voor velen,

den i>;°( J, ,engewoue zou moeten gerekend woraen, met te lanirw^ „u—x.u ° j

crppn , P. tm uük utiaiua

menwedefeeMFirSV0rl?°P Z0U voorblJgaan eer

L-0r> huropesche zamenkomst uitschreef,

SDroken emStlge bedenking tegen het uitgeintelnd T?emen Worden mgebragt, e» moest ee e verwezenlijking daarvan als een

^gen Wods beschouwd

deerd

voor

rrn \*7Q o r_

worden, niet enkel

1 ^ 11G11 U1C 11V/U

Oiregt ZOliftan mnrron _i_* -t •

, uie vergadering

J te wonen, maar middell lik- VAAv rl/i rrn nonliü

Christenheid ook. *

et de voortvarendheid hun volk eieren, hadden daarot) aon nnntol rvi<-»—_ • a ° -1_ -i.

_ J , .A 1 uiauucu lil xVIIlUI itvïA UIL

n trscheiden kerkgenootschappen, meest nits e en door wetenschap en geloof, het plan ontworpen, om reeds tegen 't najaar van '69 de

; van üuropa zamen te roepen tot eene

internationalP TtltranrroliopVio rarrfo/lnriniv iv» XT/-».*r

York O >4^ ö ,w5uuuluo 111 x,cvv"

. , UP t vertoog evenwel van eenige vrieu-

, , -Alliantie in Engeland en hier, dat voor zoo nabijzijnd tijdstip de tijd van nood■1 " '7° voorbereiding zou ontbreken, hebben 1 werpers zich laten vinden om de zamen1 bQ eetl Jaai" uit te stollen, tot het begin 1 eptember des volgenden jaars.

-l onlangs heeft de ook in Europa door zijne werken algemeen bekende Prof. Philip °, a ' ajs gedelegeerde van den A.merikaansc ïen tak der Evangelische Alliantie, verzeld va" '' '■ Sclimettau, secretaris der Alliantie 111 ngeland, het vasteland van Europa bezocht, en einde omtrent de voorgenomen vergadering \oorstellen te doen en maatregelen te beramen. Uo ui Nederland heeft Dr. Schaff de belangen l ïei aanstaande vergadering besproken, met name 111 een kleinen kring van vrienden der Alliantie, bij gelegenheid eener zamenkomst te Utrecht, waai uit verscheiden opgeroepenen tegenwoordig warende HH. A. L. Brandt, M. CohenStuart, Prof. J. 1. Doedes, Dr. A. Kuyper, Jhr. Mr. J. W. van Loon, Mr. O. Pli. baron van Lynden van Sandenburg, Prof. J. J. van Oosterzee, C. S. Adama van > eheltema, die zich, daar de vroegere commissie ter voorbereiding van de vergaderiug in Nederland ontbonden was, aanvankelijk hebben vereemgd tot een comité, om zich voor Nederland in betrekking te stellen met de Amerikaansche commissie.

Op deze zamenkomst heeft Dr. Schafï belangrijke mededeelingen gedaan omtrent de aanstaande Vergadering, tevens overleggende een voorloopig programma, waarbij het voorbeeld der vroegere Nederlandsche commissie, om de

werkzaamheden naar eon vast plan, in bejiaalde orde te rangschikken, grootendeels is gevolgd. Het- kan voor ons vaderlandsch gevoel daarbij niet dan streelend zijn, ook van de overzijde des Oceaans, de ondubbelzinnige verklaring te mogen vernemen, dat de Alliantie-vergadering in Nederland algemeen, wat degelijkheid en deugdelijkheid betreft, als de best geslaagde geacht wordt, dauk zij de in acht genomen orde en voorbereidende studie vooral.

Volgens het plan voor de vergadering van New-\ork ontworpen, zou die aanvangen Donderdag 1 of 8 September, en gelijk de Arasterdamsche tien dagen duren. Het programma zou het volgende zijn.

Donderdagavond. Voorbereidende vergadering. Zaaienkomst van leden en afgevaardigden. Verwelkoming der afgevaardigden.

Vrijdag. Opening der vergadering. 1. Openingsrede door een Amer1!^ predikant. 2. Regeling der bijeenkomst. 3. welkomstgroet door den Voorzitter. 4. Mededeelingen omtrent den tegenwoordigen toestand van het Proteslautscli Christendom, door de afgevaardigden uit verschillende landen.

Zaturdag. l. Christelijke vereeniging. door liet geloof met Christus. 2. De gemeenschap der heiligen 3, !)<• Evangelische alliance, haar doel en invloed. 4. Geestelijke en kerkelijke betrekking tusschen Amerika en Europa.

Zondag. Prediking door leeraars uit Enrojjn in alle voor

ivr U'ie ge0Pende kerken. Bidstonden.

Maandag. Uet Christendom en zijne tegenstanders. 1. Rationalisme ; Pantheïsme, Materialisme, Positivisme. 2. De beste wijze om de moderne ontrouw tegen te gaan. 3. Overeenstemming tusschen wetenschap en openharing.

Djngsdag. Godgeleerdheid en hervorming. 1. Beginselen der hervorming. 2. Uitwerking der hervorming op de moderne maatschappij. 3. Tegenwoordige uitzigten van het [iomanisrne, Ultramón tan isme, het oeconienisch concilie in 1869. Lessen, die het Romanisme ons geeft.

Woensdag. Godsdienst en burgerlijke regering. 1. Godsdienstvrijheid bij verschillende Christelijke volken. 2. Godad'enstige verschijnselen omtrent de volksopvoeding in Christelijke lauden. 3. Inrigting der Vereenigde Staten iu betrekking tot de godsdienst.

Donderdag. Christelijk leven. Persoonlijke godsdier ; ïare

nïn-C'^e'en en hinderpalen. 2.IIuisgodsdienst. Zondagscholen 3. Christendom in handels en openbare zaken. 4. Godsdienstige opwekkingen. 5. Het Christendom en de pers.

Vrijdag. Buiten en Binnenlnndsehe zending. 1. Vergelijking tusschen Protestantsclic en Katholieke zending. 2. Zending onder beschaafde en onbeschaafde volken. 3. Zending onder de Joden. 4. Evangelisatie onder de massa's der naamchristenen. Inwendige zending in Duitsehland. Stadszending in Engeland. Straatprediking.

Zaturdag. Het Christ en dnm en de m/infxehnrmeUike ellende.

Onmatigheid en hare onderdrukking. Pauperisme en de middelen daartegen. 3. Oorlog en middelen daartegen. 4. Christelijke philantropie. Gasthuizen, Asylen, Havelooze scholen, Gevangenissen.

Zondag. Sluiting der vergaderingen. Des morgens predikatie m verschillende kerken. Des avonds Afscheidsbijeenliomsten met toespraken en gebeden.

Ben nader uitvoerig programma met vermelding van de namen der redenaars zal te gelegener tijd worden uitgegeven,

Voor de gelegenheid tot zamenkomst in kleiner, meer besloten kring, tot onderlinge bespreking van belangrijke wetenschappelijke en godsdienstige vragen buiten de groote publieke vergaderingen, zal zoo veel mogelijk worden gezorgd.

De door den Amerikaanschen tak aangewezen grondslag wordt omschreven in de volgende

woorden.

B^luit: Dat wij door het vormen van onze Evangelische alliantie voor de Vereenigde Staten, met medewerking van andere takken der Alliantie, niet bedoelen om aan te sporen tot het stichten van eene nieuwe secte, of het bewerken van eene zamensmelting der verschillende kerken,

Door de taln kp vrienden, welke zich de Evangelische Alliantie sinds 1867 in ons vaderland heeft verworven, :>;»! eenig nader berigt omtrent de volgende Algemene Vergadering dier Alliantie zeker gaarne won, n vernomen.

Gelijk algemeen bekend zal zijn, is op de Amsterdamsche vergad g het denkbeeld geopperd en met grooten *ang verdedigd, om de volgende zamenkomst \ .vatigelische Christenen uit alle landen bije., roepen in NewYork. De naijver van de C 'enen in Amerika was opgewekt door 'tgeen zij .wer hadden aanschouwd. Zij wenschteu hunne ïandgenooten te doen deelen in den zegen, waarvan zjj zeiven