te zetten; of wel do waarschuwing: „Hier liggen voetangels en klemmen?"

Naar aanleiding eener voordragt van Dr. Hubrecht in Felix Meritis kwam het Handelsblad tot de volgende beschouwingen: dat het tot stand komen eener geregelde stoomvaart op Amerika, een nationaal belang moet worden genoemd, waarom deze zaak de ondersteuning verdient van allen die het met den Nederlandschen handel wèl meenen; dat de grooto vraag waarop hier alles aankomt deze is : of een onzer havens booten kan uitzenden van zoodanig charter als voor deze vaart noodig schijnt te zijn; dat voor booten van de grootste afmetingen alleen havens als Vlissingen en Nieuwediep tot uitgangspunt kunnen gekozen worden, terwijl booten van kleine charters ook te Botterdam kunnen binnenvallen; dat de voorstanders der vaart met kleinere booten zelve erkennen dat zij grootere booten zouden kiezen, indien deze te Rotterdam konden binnenvallen; dat de vrees, dat het handelsverkeer op Amerika in den eersteu tijd niet genoeg voedsel geven zou aan grootere booten, wel schijnt ingegeven te zijn _ door eene voorzichtigheid, die ien slotte de wijsheid zou kunnen bedriegen, daar men in dezen het oog niet moet vestigen op hetgeen bestaat, nu de vaart no<* niet geopend is , maar op hetgeen bestaan zal, en na zorgvuldig# vergelijking met hetgeen elders plaats vindt, kan worden verwacht; dat in deze zaak d,p spreuk geldt: goed wewaa^d is half gewonnen; waarom het Handelsblad aan het plan der K. N. Stoomb. Maatsch., om in eens groote booten in de vaart te brengen de voorkeur meent te moeten geven; te meer nog, daar deze maatschappij te geruster iets kan wagen, omdat zij reeds in het bezit is van andere winstgevende vaarten, en dus beter eenige aanvankelijke teleurstelling dragen kan dan nieuwe maatschappijen, uitsluitend met het oog op de Amerikaansohe vaart gevestigd; hoewel do kans op teleurstelling zoo goed als niet bestaat.

Het Dagblad van 's Gravenhage bejammerde het, dat de statuten eener politieke vereeniging te Almelo bij koninklijk besluit zijn goedgekeurd, en die vereeniging dus als regtspersoon erkend is. Deze vereeniging, zegt het Dagblad, wil de republiek.

Het Handelsblad drijft den spot met deze voorstelling, en meent dat hier alleen eene vereeniging erkend is als regtspersoon, welke in de grondwet haar goed regt van bestaan vindt. Men zou haast moeten aannemen, dat het Dagblad eene bijzondere uitgave van de grondwet bezit, waarbij deze van alle vrijzinnige — beter republikeinsche — beginselen gezuiverd is. Het zou goed zijn deze uitgaaf, bij sommige gelegenheden

ter leen te vragen.

>Ook de N. R. Ct. spot met den schrik van het Dagblad, 0111 de koninklijke goedkeuring van die A'nnelosche > Jacobijnen-club," alsof de gees dezer vereeniging de rust en het heil des lands

in gevaar zou brengen. . . ,

Het verslag der commissie over liet onderzoek naar den toestand dor fabriekskinderen, is, volgens de Rotterdammer Courant wel na naauwkeung onderzoek uitgebragt, doch zij vreest dat het ons de oplossing van het vraagstuk niet veel nader zal brengen De commissie bouwt voort — zegt de R Ct. op onzekere grondslagen en geeft op vele vragen, die zij beantwoorden moest, slechts oen°onbestemd of in het geheel geen antwoord. Tot de bevordering van meerdere verstandsontwikkeling onder de kinderen, vindt de commissie slechts één middel, n. 1. de sclioolpligtigheid. De R. Ct. betreurt het, dat de commissie dit woord hier bezigt, en;meent dat zij wijzer had gedaan door van0 «bevordering van getrouw schoolbezoek" te spreken , daar thans over de schoolpligticheid groot verschil van gevoelens bestaat.

De°finantiële hervormingen, door den minister voorgesteld, beperken zich, volgens het Dagblad tot: afschaffing der patentbelasting, als rijksbelasting, terugname van een der 4/5 van het personeel in 1865 aan de gemeente afgestaan, en: tot invoering eener belasting op de tabak. Het doel zal volgens het Dagblad, hiermede niet vrorden bereikt, want ook zelfs wanneer 's ministers berekeningen niet falen, blijft de schatkist ook na de »hervormingen" indenzelfden toestand. Met het oog op den ongunstigen fmantiëlen toestand, vraagt het Dagblad hoe een minister, die zoodanigen toestand moet blootleggen, den '24 Sept. heeft durven verzekeren, dat de geleidelijke vermindering van onze afhankelijkheid van de Indische baten zonder schokken mogelijk is, en vraagt verder of de natie het beheer fler finantiën veilig acht inde handen van een minister, dio slechts weet te »hervormen," door het volk te bezwaren met eene belasting, die eone der hoofdbronnen van zijn bestaan in den hartader treft, en dat nog zónder blijvend nut voor de schatkist.

Het Volksblad acht de bepaling eener vaste bijdrage uit de Oost, lo. willekeurig — waarom b. v. geen acht of twaalf millioeh? — 2°. in strijd met de grondwet, daar onze Indiën evenzeer grondgebied van het rijk zijn als het moederland, en men dus even goed, b. v. eene vaste bijdrage uit de provincie Groningen zou kunnen gebieden. — 3°. Bespottelijk, omdat de prijzen der koloniale waren afwisselend zijn.

Het denkbeeld van Mr. A. Greebe tot oprigting van een Administratieven bond acht het Vaderland een zeer gelukkig denkbeeld. Niet die administratie zal echter de hoofdzaak van den Bond moeten zijn, welke zich uit in het werk, tijdig afgeleverd, in accurate statistieken en omslagtige rapporten, en welk een en ander het Vaderland den » administratieven sleur van den dag noemt, en die bij velen voor de administratie" doorgaat, — maar de hoofdzaak moet zijn de ruime blik, het onbevangen oordeel en die bekwaamheid^ van den ambtenaar, welke b. v. in de zoo gewigtige gemeente-administratie, de gemeentelijke zelfregeering tot eene levende kracht ter ontwikkeling kan maken in plaats van haar te verlagen tot een dood raderwerk, dat niet zonder impulsie van buiten in beweging te brengen is.

De Noordstar betreurt het, dat in de Troonredo gemist wordt de toezegging van een wetsontwerp tot afschaffing van de doodstraf. Waarom is dit niet geschied, daar toch uit het stelselmatig verleenen van gratie blijkt, dat de minister van Justitie van die afschaffing een voorstander is. De vraag van al- of niet afschaffing dezer straf, laat de Noordstar thans onaangeroerd, maar wijst er alleen op, dat de tegenwoordige toestand onhoudbaar is, aangezien " de bedreiging van de doodstraf tot eene doode letter geworden is. Zij moet of opgeheven of ten uitvoer gebragt worden. In ieder geval zou dus de indiening van een dusdanig wetsontwerp haar nut hebben, De kwestio moet

echter door de vertegenwoordiging geheel onpartijdig behandeld worden; zij is geene partijkwestie en men moet de tegenstanders der doodstraf niet voorstellen als ziekelijke philantropen, en evenmin de voorstanders der doodstraf als reactionairen. De kwestio moet alleen beschouwd worden uit een regtskundig oogpunt, en de politiek moet er geheel vreemd aan blijven.

In No. 9 der Nederl. Gedachten maakt de heer Groen van Prinsterer met dankbaarheid melding van het voortreffelijk apologetisch betoog van den hoogleeraar Buys in de Gids, waarbij eerstgenoemde, wegens zijne houding bij^ de stembus van Oct. 1866 en van Febr. 1868 niet slechts van raadselachtigheid vrijgepleit wordt, maar zelfs ondubbelzinnige goedkeuring ontvangt. De heer Groen legt vooral nadruk op 's hoogleeraars gezegde, datin'sheeren Groen's jongste geschriften meer optimisme openbaar wordt, dan men in de laatste jaren bij hem kon opmerken. >Maar dan in de laatste jaren," herhaalt de heer Groen, ben ik thans optimist. Dit spreekt van zelf. De veldheer alleen, schreef de heer Buys (ik zou liever zeggen bijkans alleen) hield in 1866 stand. En nu, welk een ommekeer! Kabinetsformatie en Kamerontbinding vinden weinig lofredenaars meer. Door geen ovatie of gedenkpenning kan het nadeel verbloemd worden eener politiek, die, met prijsgeving van beginsels begonnen, in halsbrekende experimenten redding gezocht heeft. Het nut der tegenspoeden is in liefelijke eensgezindheid blijkbaar. Te Utrecht bij de stembus, en vooral ook daarna in de talrijke organen onzer eigen periodieke drukpers."

» Optimist ben ik. Ja, ik moet er bijvoegen: zoo ik het niet was, thans, na de lezing van het Gïdj-artikel zou ik het zijn.

Optimist laat mij beter zeggen! is eigenlijk de Christen, die op eigen kracht niet steunt,

altijd. _ .

Optimist, maar niet, ^ als wierd er rekening gemaakt op eene overwinning, die ligt of spoedig kan worden behaald. Nu minder dan ooit. Ei, lees wat onze begaafde en ïjverigo vriend Kuyper er van zegt, in het begin zijner voortreffelijke openingsrede der Algem. Verg. voor Chr. -Nat. Schoolouderw. op 18 Mei 1.1."

Verder neemt do heer Groen de vroeger gebezigde uitdrukking »dat wij strijden voor de partij, die zich tegenover de modernen schaart aan de zijde van den levenden God'" in bescherming tegen den heer de Bosch Kemper, die er van zeide: »onjuister en hatelijker kan het verschil tusschen orthodoxen en modernen niet worden uitgedrukt." De heer Groen voert aan, dat ook de heer Guizot — aan wien hatelijkheid evenzeer van uitdrukking als van gemoedsstemming en bedoeling boven allen vreemd is — zich van dergelijke tegenstelling bedient, dat de levende God de modernen volgens de voorstelling van Renan, is, de uit de menschelijke grootheden zicli ontwikkelende levende God, onder welke menschelijke grootheden ook de Christus wordt gerangschikt. »De reeks der edelste vertegenwoordigers eener in den loop der eeuwen naar volmaking strevende menschheid," roept de heer Groen uit: «ziedaar dan uwe goden, 0 Israël! die u uit den diensthuize der bijgeloovige aanbidding van een zoogenaamden levenden God hebben uitgeleid. Ziedaar het alleen waardige

voorwerp uwer aanbidding ! Ziedaar den levenden Godr

»De ontzaggelijkheid dezer in onzen leeftijd alles beheerschende tegenstelling te verbloemen is, aan wie er eenig besef van heeft, niet vergund. . . , of wij zijn, met liefdeloosheid, aan onze eigene overtuiging ontrouw, of wij moeten u, ook om'uwer ziele wil toeroepen: Uw Dieu vivant is een afgod, een hersenschim, een onding.

»Dat men wederkeerig ons tegen vermeend bijgeloof waarschuwt, is prijzenswaard en getuigt van zedelijken ernst. Ongerijmd daarentegen is eene ligtgeraaktheid, waarbij doeltreffende gedachtenwisseling onmogelijk wordt."

Gebeurtenissen van den dag.

Napoleon heeft voorzeker veel te doen in zijn eigen land. Het is hoogst waarschijnlijk, da^5 deze dag (26 October), waarover zooveel ge" sproken werd, stilletjes is voorbij gegaan en dat aan opschudding, conflikt en revolutie niet te denken valt. Allen dio wijselijk invloed op het volk uitoefenen, hebben begrepen, dat het eene dwaasheid, een groot onregt zoude zijn een conflikt met de regering te beginnen en haar een voorwendsel tot het nemen van maatregelen van geweld te geven. Van de eene zijde werd beweerd dat do regering gansch rustig en onverschillig is, en van de andere zijde dat de regering de grootst mogelijke maatregelen van voorzorg neemt en de keizer zelf daags te voren naar Parijs zal komen, om dus doende op alles voorbereid te zijn; doch nu blijkt het ten duidelijkste, dat de voorvechters der vrijheid in Frankrijk zeer goed begrepen, dat de vrijheid niet door geweld, maar door vastheid en volharding verkregen moet worden. Juist daardoor dat hare verdedigers strikt binnen de grenzen der wet blijven, maar dan ook van alle middelen die de wet aan de hand geeft, een volkomen en onvermoeid gebruik maken, worden zij voor eene regering, die de vrijheid niet wil, gevaarlijk. Deze weg is in vele opzigten moeijelijk, omdat men dan zich veel zelfverloochening getroosten en niet toegeven aan zijne hartstogten, maar met kalmte en standvastigheid handelen moet. Maar daardoor alleen werd aan eene eigenwillige regering elk voorwendsel tot maatregelen van geweld ontnomen, en dit is van groot gewigt.

Van daar dan ook dat al gaat, meer juist omdat de 26ste October in Parijs rustig zal voorbijgaan, heeft Napoleon genoeg in het eigen land te doen. De prefect van politie te Parijs heoft het ten minste geraden geacht de volgende proclamatie uit te vaardigen: »Met het oog op de beweging, die meer dan eene maand bestaan heeft, om volksvergaderingen te doen houden op de openbare straten op 26 October, is het de pligt der regering, de bewoners van Parijs te waarschuwen, dat maatregelen genomen zijn om achting voor de wet te verzekeren en krachtiglijk de orde en rust te handhaven. Loyale burgers worden daarom opgewekt om niet toe te geven aan overijlde nieuwsgierigheid (waardoor gewoonlijk grooto bijeenkomsten tot stand komen), of zich bloot te stellen aan de gevolgen , die uit de toepassing der wet van 7 Junij 1848 op byeenkomsten op de straat

voortvloeien."

Dit is een zeer duidelijke wenk, en het is te hopen, dat nu geen der leidslieden handelen wil, geene oploopen ontstaan van nieuwsgierigen, die komen om te zien of er iets gebeurt.

Volgens sommigen moet de keizer een ge¬

deelte van zijn ministerie veranderen, opdat het voor de kiezers beter toegerust kunne verschijnen; volgens anderen, zoo als de Constilutionnel, wil de keizer van geene verandering liooren, want het ministerie is homogeen (!) en volkomen voor zijne taak berekend (?). Het is onmogelijk een oordeel te vellen wanneer, zoo als nu do gewoonte is in de Fransche officieuse pers, het eene blad altijd het andero meer of minder, ofschoon niet onbewimpeld en regtstreeks tegenspreekt. Zoo beweert de Constituüonnel, dat er in de bijeenkomsten te Compiègne geen oogenblik sprake is geweest, om de Kamer vóór 2(5 November, — eene maand later dan de Constitutie voorschrijft — bijeen te doen komen. Daarentegen geeft de Moniteur te kennen, dat do heer Schneider, voorzitter der Kamer, den keizer en de regering heeft trachten te bewegen, om de Kamer in het begiii van November bijeen te roepen, en daarin geslaagd is niet om constitutionele redenen (zoo als de oppositie beweert) maar om staatkundige. Het valt den armen keizer hard, eenige concessiën te goeder trouw te doen en den indruk te geven , dat hij aan de oppositie heeft toegegeven, of zoo als zij zeiven zeggen, voor haar heeft gezwicht.

I11 Londen waar, ik creef het volmondig

toe, de dingen geheel anders staan, hebben wij bijeenkomsten op de straten van 100,000 menschen, en men verneemt later, dat dit is geschied en alles ordelijk en netjes is afgeloopen. Het ministerie heeft door den heer Gladstone zeer duidelijk doen verklaren, dat het de gevangene Fenians niet vrij geven kan, omdat de vrijgelatenen woedender dan ooit zijn, de spanning in den lande gedurig wakker gehouden wordt, en buitendien geene regering die dien naam verdient, een oogenblik voor het geweld en gepeupel wijken kan. Vredelievende, ordelijke verzoekschriften en maatregelen kan en mag zij in aanmerking nemen, maar op dreigingen en straatrumoer mag zij geen acht slaan. Evenwel de vergadering werd laatstleden Zondag in Londen gehouden, en naar men zegt voor 100,000 menschen , doch in het gedeelte waar ik woon had ik er niet den minsten last van, en wist men volstrekt niet dat er iets bijzonders gaande was.

Napoleon heeft niet slechts het oog op het binnen- maar ook op het buitenland, en de intrigues, die daar gespeeld worden, zijn onbeschrijfelijk. Elke toenadering tusschen Pruissen en Oostenrijk, en van deze twee wederom tot Rusland, wordt met de grootste belangstelling, met meer dan belangstelling in Parijs gadegeslagen, en alles wordt beproefd om eene dergelijke vereeniging onmogelijk te maken. Heden verklaart dan ook de Patrie (het orgaan van den heer Rouher, die des keizers voornaamste welsprekende raadgever en tot alles in staat is): »De regering van den keizer begeert den oorlog niet, en heeft geen verlangen om eene avontuurlijke onderneming tft beginnen. (Mexico was nog niet vergeten en de gebrande, zoo hij verstandig is, schuwt het vuur.) Tevreden met onze vreedzame betrekking tot de verschillende natiën in Europa, trachten wij noch deze betrekking te storen, noch ze op eene bijzondere wijze intiemer te maken. (Waarschijnlijk is dit de

taal van den vos, die de druiven zuur vindt; want men weet dat generaal Fleury naar Petersburg als gezant werd gezonden, om de goede verstandhouding tusschen Pruissen en Rusland onmogelijk te maken, en Rusland te bewijzen, dat enkel eene vereeniging van Frankrijk en Rusland in het belang van dat land is.) Wij wenschen in het belang van den vrede der wereld, dat Pruissen en Oostenrijk, graaf von Bismarck en graaf von Beust eene goede verstandhouding bewaren." Ge ziet, dat de goede keizer Napoleon enkel wil, dat Pruissen en Oostenrijk goede vrienden blyven, omdat hij niet heeft kunnen verhoeden, dat de kroonprins van Pruissen aan den keizer van Oostenrijk een bezoek heeft gebragt en een zeer goeden indruk op de bevolking te Weenen heeft gemaakt. ^ Over de verhouding tusschen Pruissen, Oostenrijk, Rusland, Italië en Frankrijk geloof ik eenige belangrijke beschouwingen in het eerstkomende nommer te kunnen leveren.

C. S.

Nieuwstijdingen.

Binnenland.

»Wij vernemen, zegt de Amsterdamsclie Courant, dat voor de leening, door de Kon. IVed. Stoomboot-Maatschappij geopend ten behoeve der stoomvaart tusschen Nederland en NoordAmerika, reeds tot meer dan de helft van hot bedrag is ingeteekend, en zich dagelijks nog meer deelhebbers aanmelden." — Wij meenen er op goede gronden te kunnen bijvoegen, dat de inschrijving de som van drie millioen reeds te boven gaat.

De spoorweg Zaandam-Uitgeest zal den 18ten November a.s. voor het publiek verkeer worden opengesteld. De officiele opening zal Zaturdags te voren plaats hebben, terwijl op dien dag van wege het alhier bestaande comité ter bevordering der spoorwegbelangen, aan den raad van administratie der Hollandsche spoorweg-maatschappij een diner zal worden aangeboden; ook de Ministers van Binnenlandsche Zaken en de Commissaris des konings in deze provincie zijn daartoe uitgenoodigd.

Uit Leiden wordt gemeld:

Zaturdag avond keerden vier aan de hoogeschool alhier studerende jongelieden van eeno wandeling naar het Leiderdorpsche hek huiswaarts; door het donkero weder is een van hen, de heer M., van Zutphen, in de aan den weg buiten de Hoegewoerdspoort gelegen sloot gevallen, en hoewel daaruit spoedig door zijne vrienden gehaald , waarschijnlijk in den modder gestikt. Spoedig naar het Academisch ziekenhuis alhier gbragt, mogten echter al de middelen der kunst niet baten om de levensgeesten bij hem op te wekken. De ongelukkige was eenige zoon en eerst dit jaar aan do hoogeschool ingeschreven.

Hot lijk van den ongelukkige is naar Zutphen vervoerd, om aldaar te worden ter aarde besteld.

gezin bestaat van drie zusters, die gezamenlijk 246 jaren tellen , terwijl de vierde zuster met haar man, naast het eerstgenoemde gezin woonachtig, te zamen den ouderdom van 153 jaren bereikt hebben. Allen genieten eene volmaakte gezondheid en gaan nog dagelijks uit.

Als een vervolg op hetgeen onlangs gemeld werd, omtrent het weezengesticht te Veenhuizen, kan nu met zekerheid, berigt worden, dat door den minister van binnenlandsche zaken besloten is, het ontruimde gebouw tot oog-ziekenhuis in te rigten, en het met 1 Januarij a.s., door die lijders te doen betrekken.

De ambtenaren van het voormalige weezengesticht zullen dan ongetwijfeld, voor zooveel noodig, bij die oog-ziekeninrigtingen geplaatst worden,

De hoofdonderwijzer is in dezelfde betrekking naar het gesticht te Ommerschans overgeplaatst; terwijl de hulponderwijzer aan een dezer gesticheen in dienst zal worden gesteld.

men in geene enkele wijk der stad van eenige zamenscholing gehoord.

Parijs heeft geheel zijn gewoon aanzien behouden.

J'"'" Pi'anschman, zekere Ch. Menne, heeft het denkbeeld opgevat om oud papier te verzamelen en voor de opbrengst er van zouaven uit to rusten voor het leger van den paus. Hy hoopt er weldra twee te kunnen uitrusten en den paus aan te bieden, en zal ze panieren soldaten noemen.

Bij den raad der gemeente van Deventer is ingekomen een ontwerp tot het uitleggen der vestingwerken. Volgens dat plan zouden nagenoeg al de vestingwerken der tegenwoordige omwalling aan de noord- en oostzijde der stad komen te vervallen, en zou in het gemis aan rerdedigingsvermogen aan die zijden voorzien worden door den aanleg van een viertal gesloten aardewerkeu van eenvoudige constructie, voorwaarts van de thans nog bestaande enceintc;

terwijl die gedeelten der fortificatiewerken, wier behoud noodzakelijk wordt geacht, eenige Wijzigingen en verbeteringen zouden moeten ondergaan. De kosten daarvan zijn begroot op ƒ 200,000. Wanneer de gemeente deze kosten voor hare rekening neemt, zouden aan haar worden afgestaan de vestingwerken en terreinen, die voor de defensie niet meer noodig zullen zijn, en waarvan de gezamenlijke oppervlakte 37 hectares grond en 12 hectares water bedraagt. De raad heeft besloten deze zaak bij de afdeelingen in behandeling te nemen en de stukken ter visie te leggen van de ingezetenen, op tijden door Burgemeester en Wethouders te bepalen.

Uit Enschedé wordt dd. 27 October gemeld:

Gepasseerde week begaf zich de deurwaarder Barendtszen, bijgestaan door twee getuigen, naar de woning van Johanna Lippinkhof alhier, huisvrouw van Jan Voortman , welke echtelingen sedert een paar jaar geseheiden leefden, om haar uit te ïioodigen., hare kinderen af' to geven aan haar man, waartoe zij bij vounis der arrondissements-regtbank te Almelo is veroordeeld. De moeder verklaarde zich daartoe bereid, bragt hare kinderen te voorschijn en stelde die ter beschikking van haren man.

Zonder dat door de moeder op dit oogenblik

eenigen invloed of pressie op. hare kinderen werd uitgeoefend, toonden doge een afkeer van hunnen vader, toen zij hein zagen. Hij had oogenschijnlijk alle zedelijke ma'gt en allen invloed op zijne kindereu verloren. Toen den kinderen aangezegd werd, dat zij hunnen vader moesten volgen, riepen allen dat zij liever wilden sterven, dan met hem medegaan. De man is daarop onverrigter zake teruggekeerd en door den deurwaarder procesverbaal van zijne bevinding opgemaakt.

Wij vernemen, dat aan de betrokken gouvernementen concessie is aangevraagd voor een

spoorweg van Antwerpen over 1 urnhout-Eindhovon-G rave-Nijinegoa naai- Arnhem.

De Twentsehe Courant zegt:

»Naar wij vernomen, zijn Woensdag jl. de werkzaamheden in de Kon. Stoom-bontwevsrij te Wierden hervat. Aan tien werklieden, die beschouwd worden de aanleiding van deze ongeregeldheden te zijn geweest, is het werk opgezegd.

j> Woensdag ontving de directie der fabriek een ongeteekenden brief (vermoedelijk van de 10 ontslagen werklieden), waarin deze bedreigd werd met den dood, wanneer zij volharden mogt de ontslagen personen uit hare dienst verwijderd te houden."

1 t r v°ul!;sche blad Hermann , dat te Londen ie ic t ziet, wijst er met groote ergernis op, ïoozeei do gewoonte toeneemt, om kinderen in ag a en te koop aan te bieden en te koop te viagen De handel in negers is onderdrukt, maai .1 anke kinderen kan men in het beschaafde nge ar.c coopen, zoo als men een pond suiker 00P.' schijnt, dat de moeders er weinig

profijt van trekken maar dat de winst in den

r0-xl Ia za;kken der makelaarsters vloeit. Ge ■ middeld worden er in de ochtendbladen ruim een veertigtal kinderen per week aangeboden, en natuurlijk van alle genres. Zwarte krullebollen, blaauwoogige, lieve, blonde meisjes, schoone knapen, allen in den leeftijd van drie tot zes maanden. Niet zelden wordt er voor een kind £ 100 betaald.

De statuten voor den aanleg van een spoorweg Heerenveen—Sneek—Bolsward—Harlingeu zijn vastgesteld. Er zal voor dien weg onmiddelijk voorloopige concessie worden gevraagd.

Als eene bijzonderheid van hoogen ouderdom, wordt medegedeeld, dat te Middelburg een huis¬

Blijkens de dienstregeling op de Staatsspoorwegen zullen, voor zoover het Noordernet betreft, gedurende de winterdienst 0. a. de volgende treinen loopen van: 1'. Leeuwarden naar Arnhem: 6.20, 8,51, 10.54, 3.38, 9.27. De eeerste, derde en vierde trein loopen door naar Arnhem. — 2. Arnhem naar Leeuwarden: 6.5, 9.40, 2.15, 4.40, 7.32. De tweede, derde en vierde trein loopen door naar Leeuwarden. — 3. Leeuwarden naar Nieuweschans: 7.43, 11.2, 3.46, 7.34. De eerste, derde en vierde trein loopen door naar Nieuweschans. — 4. Nieuwesqhans naar Leeuwarden: 5.7, 12.40, 5.33. — 5. Leeuwarden naar Harlingen: 8.52, 11.2,3.46, 7.32, 9.27. — 6. Harlingen naar Leeuwarden: 6.40, 9.56, 2,38, 6.43, 8.36.

Do Nederlandscne maatschappij van nijverheid had vroeger eeno commissie benoemd tot het verzamelen van bouwstoffen, enz. over de turfindustrie hier te lande. Van verscheiden zijden zijn bij die commissie berigten ingekomen, waaruit, reeds zooveel bleek, dat in de gewone verveening door nieuwe hulpmiddelen verbetering aan te brengen is, tot opbeuring van eene nijverheid van zoo gioot aanbelang hier te lande. Een berigt zegt, dat zij, hoewel niet bepaald kwijnende, toch niet vooruitgaat in verhouding mét het toenemende verbruik van brandstoffen. De lage prijs der steenkolen, in verband met hunne grootere brandwaarde, maakt dat deze bijna uitsluitend voor stoomwerktuigen en in toenemende mate voor huiselijk gebruik worden gebezigd. — En toch is de vadorlandsche industrie voor uitbreiding vatbaar, wanneer men daartoe doeltreffende wegen inslaat.

De commissie, zoo even bedoeld, heeft van de maatschappij verlof verkregen om hare berigten en bouwstoffen te vermeerderen, alvorens in deze gewigtig© zaak een bepaald rapport uit te brengen.

Buitenland.

De keizer vau Frankrijk heeft 26 dezer op het terras der Tuileriën gewandeld en werd met warmte begroet door de personen, die zich op het plein la Concorde en in den tuin der Tuileriën bevonden en wier getal ongeveer 2000 bedroeg. De heer Gagno heeft nabij de obelisk een stuk in verzen voorgelezen, maar werd uitgefloten door de omstanders. Er was geen zweem van eene manifestatie. In geheel Parijs heerscht rust.

(Latere Telegram.) Tot op dit oogenblik heeft

De Pruissische Kamer van Afgevaardigden heeft een voorstel aangenomen, strekkende om

te verklaren, dat de concessie tot eene door de

disconto-maatschappij te sluiten premiënleening met het staatsbelang strijdig is. Tevens zal de Kamer aan de regering den eisch stellen, om de bepalingen betreffende het sluiten van premiën-leeningen bij de wet te regelen.

In België is eene kleine brochure verschenen, onder den titel: de sleutel van het paradijs. Men leest er: »de openbaringen, gedaan door den mond van onzen Heer Jezus Christus aan St. Elisabeth, St. Melehide en St. Brigitta." Men verneemt er uit, dat genoemde drie „Sinten" verlangd hadden het getal slagen te weten door Jezus Christus in Zijn lijden ontvangen. En zie Jezus Christus heeft haar willen verschijnen en met bijzondere bereidwilligheid het antwoord gegeven. Ja zelfs den tekst van dit antwooidt wordt in dezen sleutel medegedeeld. »Bedenkt, raijno zusters," sprak Jezus" tot'de drie vrouwelijke Sinten, ,,dat Ik voor u gestort heb 62,200 tranen en 97,307 bloeddroppels in den Olijvenhof. Ik heb op mijn heilig ligchaam 1667 slagen bekomen, op mijne teedere wangen 110, ^ op mijnen hals 107, op mijnen rug 380, op mijne borst43, op mijn hoofd 85, op mijne zijden 38, op mijne armen 40, op mijne dijen en beenen 32. Zij hebben mij op den mond geslagen 30 maal, men heëft mij op mijn dierbaar aangezigt schandelijk gespogen 32 maal, men heeft mij met schoppen als een oproerling 370 maal mishandeld, geduwd en ter aarde geworpen 13 maal, bij de haren getrokken 30 maal; de haren uit den baard gerukt en bij deu baard voortgesleurd 28 maal. Bij mijne krooning met doornen heeft men mij aan het hoofd 303 gaten gemaakt. Ik heb om uwe zaligheid en bekeering gezucht 900 maal. Pijnen, genoegzaam om mij te doëu sterven, heb Ik geleden 162 maal, uiterste doodsnooden, alsof Ik dood geweest ware, 19 maal. Van het geregtshof tot op Calvarië, dragende mijn kruis, heb ik 320 treden gedaan '' »Wij hebben," zegt de Vlaamsche

Evangeliebode, »in lang geene zoo erg oudwijfscbe fabel gelezen.''

Kerk.

Nederlandsche Hervormde Kerk.

BEROEPEN. Te Schaarsbergen : M. j. C. Wolf, te Brakel. — Te Scheveningen: G. Ringnalda, te Aarlanderveen. — Te Berg-Ambacht: A. P. A. du Clonx, te Spijk. — Te Stavenisse: R. O. C. Aitton, te Zijderveld.—- Te Engelum: A. E. Coolhaas van der Woude, te Oosterwolde. — Te Blokzijl: N. Kamp, cand. — Te Chaam : H. Smeding, cand. — Te Deventer: L. Mees, te Uitgeest.

AANGENOMEN. Te Edam: Door J. Wiarda, te Oost en. West Blokker. — Te Arnemuiden: Door L. Kan de Beer, te Vrouwepolder. — Te de Knijpe: Door D. T. Uden Masman, te Colmschate.

BEDANKT. Te Harderwijk : Door W. Kraijenbelt, te Ede. -— Te Cortgene: Door A. H. de Hartog, te Rotterdam. — Te Katwijk Binnen: Door H. C. Voorhoeve, te Amersfoort. — Te Anjum: Door A. Meerdink, te Vriesenveen. —Te Doesburg: Door G. J. vander Flier te Eemnes Binnen.

EMERITUS. J. J. W. Diemont, to Haastrecht.

Christelijk Gereformeerde Kerk.

BEROEPEN. Te Katendrecht en te Schiedam: J. W. A. Notten, te Middelharnis. — To Zwartsluis: J. F. Petersen, te Nijeveen. Te Sappemeer: J. van Goor, te Boxum. — Te den Ham: J. J. Kuiper, te Dedemsvaart.

AANGENOMEN. Te Alblasserdam: Door J. Beijer , vroeger Pred. in Zuid-Afrika.

BEDANKT. Te lJerséke: Door W. Raman, te Waddinxveen.

Liefdegaven.

NEDERL. VEREENIGING VOOR ISRAËL.

Hulpvereeniging: Hierosolyma Capta en Ladder JaJcols.

Onder hartelijke dankbetuiging ontvangen: door K. H. Bakker te L., van A. B. te N. S. / 50.—, te verdeelen: Voor bovenstaande Vereeniging / 15.—. Voor de Ned. Geref. Zend. Vereen. Afd. Heidenpenning ƒ 15.—. Voor de Java Cent aan den Heer 11. Jaspers/ 20.—; van den heer A. Vuijk te Boskoop /14,—; van Mej. C. Schuurkamp te 's Hage ƒ4.—, waarvan /0,82 voor Saar.

Amsterdam, j. H. StOOVÉ,

27 October 1869. Penningm. afd. Amsterdam.

NED. GEREF. ZENDINGSVEREENIG1NG.

Onder hartelijke dankbetuiging ontvangen door Ds. F. C. Magendans te Baambrugge, van de Vereeniging „Zaait, aanalle Wateren" aldaar ƒ 20.-^-; van Ds. J. Krull te Katwijk a. Zee: uit de collecte bij den kinderzending-bidstond ƒ5,—; van,den heer Steenks te Naaldwijk: door den heer H. H. den Ouden ƒ 14,—, als aan contributie 29,—, uit het busje der zondagschool ƒ6,—, en voorde Heidenpennittgfë,—; van een ambachtsman die deed wat hij kon ƒ 0,52.

Amsterdam, j. H. Stoove,

27 October 1869. Penningm. afd. Amsterdam.

HONGERSNOOD TE ARUBA. W. I.

Onder hartelijke dankbetuiging ontvangen voor de Christen Br. en Zusters aldaar, door A. van Huystee ƒ 14.— als: van den Zusterkring voor de Zending der vrije Evangelische gemeente ƒ 6.—. Van den Jonge dochterskring: Onze hulp is van den Heere ƒ 6.—, en nog van eene Zuster van dien kring ƒ 2.—.

Amsterdam, 20 Oct. 1$69, J, H, SlOOyÈ,