der Reformatie hielden de classes zich telkens met dit netelig onderwerp onledig.

Reeds op die wijs konden zonder veel inspanning een vijftiental candidaten sjaars meer gereed komen, en kon eerlang het grooter aantal dezer kerken voorzien zijn. Met vijf en twintig candidaten per jaar was men in betrekkelijk korten tijd waar men wezen moest.

Thans is dit alles nog veel te veel aan particulier initiatief overgelaten. Particulieren ondersteunen het studiefonds voor Zetten. Van particulieren aard is het Gymnasium te Amsterdam in zijn hulpe. Particulier is het studiefonds aan de Vrije Universiteit. En nu onderschatten we dit particulier initiatief wel niet, en loven veeleer den ijver en de bereidvaardigheid, die zich op dit terrein openbaarde. Maar toch zoo de kerkelijke organisatie ook ten deze werken ging, zou men veel schooner resultaten zien.

Mf»n hprlenke toch wel. dat vacante plaat¬

sen tegenwoordig voorden dienst des Woords stellig ƒ 600 'sjaars minder betalen, dan ze

anders doen zouden, oiei nu eens uai uwt | kerken de helft van deze som, d. i. ƒ 300 'sjaars, voor de voorziening in den dienst des Woords afzonderden, en dat honderd van de tweehonderd vacante kerken hier aan meededen, dan gave dit weer een jaarlijksch bedrag van f 30.000, waarvoor allicht vijf en twintig gymnasiasten en vijf en twintig studenten studeeren konden.

Er schuilt bier dus een fout.

Eenerzijds is er een te sterk purisme, dat niet genoeg gebruik wil maken van de exceptioneele middelen voor den exceptio-

neelen nood. En aan den anderen Kam stenen de kerken te weinig de handen uit de mouwen, om in den bestaanden nood te voorzien.

Beide nu vinden hun grond in een tekort aan ernst, waarmee men in dezen nood inleeft.

Men klaagt wel; men wilde het wel anders ; en men roept wel om betere dingen, maar het hartelijk zuchten en roepen tot den Heere onzen God, en de uit zuhv een gebed vanzelf geboren ijver, om een beteren toestand vcor te bereiden, ontbreekt zeer zeker niet geheel, maar toch nog in veel te sterke mate, om ook de vacante kerken niet de hand in eigen boezem te doen steken, met de vraag: Wat deed ook onze kerk, om in dezen nood van Gods kerken te voorzien ?

De heer V. H. uit Groningen vraagt ons of de Gereformeerde leer over den Kinderdoop, gelijk die door ons in een reeks artikelen ontwikkeld werd, niet op atval der heiligen uitloopt.

Hij redeneert daatbij aldus: Is elk gedoopte wedergeboren, en leert toch de ervaring, dat lang niet alle gedoopten tot <"!hristus komen, dan moeten deze onge-

loovïgen weer tot afval zijn gekomen

Gods bedoelen, naar inhoud en vorm beide, j nien

En zoo ontvangt men dan ook nier in smakelijken vorm een boek van uitnemenden inhoud.

Calvijn komt steeds meer in eere. 7.iin Institutie loont in twee uitgaven.

De uitgever Donner gaf zijn Apostolische Zendbrieven in het licht. En nu brengt Dr. Franssen ons weer zijn Commentaar op Johannes.

En wat wonder is, nog altoos vinden AetTt* nïf-crn\7f*n l^nnnpfs. Nu wel niet zoo

UVÖV

in massa, als de prikkelende romans; maar toch genoeg om de uitgaven mogelijk te

maken, .

En dit nu is in hooge mate verblijdend. Van een volk, dat voor zulke lectuur nog een paar gulden nederlegt, is voor de toekomst nog, o, zooveel te hopen.

Zulke uitgaven maken het volk degelijk; verheffen daardoor de prediking tot een hooger standpunt; en verhoogen op die wijs het peil van geestelijke en algemeene ontwikkeling onder ons Christenvolk.

Uit Maassluis schrijft men ons:

Veroorloof mij langs dezen weg eemge opmerkingen te maken over uw artikel van verleden week, aangaande de Maassluische kerkelijke toestanden.

Wanneer u zoo schrijft van in den regel hoogstens 500 kerkgangers, zou men haast wel gelooven' dat dit zoowel s morgens als s avonds, de eene Zondag voor en de andere na het geval was. Nu, niets is minder waar dan dit. Wat toch is het geval?

Wanneer er in de groote kerk des z-onaags, zoowel 's morgens als des avonds beide goede predikanten optreden (altijd van Synodaal standpunt bezien) dan zijn er 's morgens 400 en des avonds 300 menschen ter kerk, ja men kan het met den besten dominé des avonds nooit

verder brengen dan tot ruim JO'J hoorders, Ln heeft men daarentegen Zondagen waarop minder gewenschte voorgangers optreden, dan zijn de cijfers 's morgens slechts even 300 en 's avonds ruim 200. Alleen slechts in het allergunstigste geval wanneer 's morgens een der hoogst ge schatten den dienst vervulden daarentegen 's avonds iemand optreed van weinig gaven, zoodat alles od die êêne morsenbeurt correspondeert,

dan kan wellicht het cijfer van bijna 500 kerkgangers gehaald worden, doch dan zijn er 's avonds niet meer dan een groote xoo.

Dit is dan toch iets anders dan in den regel

ten hoogste 500.

Voorts meldt u, dat er ruim tweemaal meer kerkgangers zijn bij de Doleerenden, dit is ook niet geheel juist, want in den morgendienst bij de Ned. Ger. zijn er bijna altijd vasten zeker 14

aat is minsiciib gciuiuucm

waren er niet minder dan acht, die het Gym¬

nasium hadden bezocht en net einu uijjiuuili muutu verkregen.

Dat verschijnsel verdient onze opmerkzaamheid. Het heeft ons veel te zeggen. Allereerst spreekt zich daarin uit, dat tal van gezinnen in onze Kerk de voorberei dende studie aan de Theol. School onvoldoende achten en de litterarisclie vorming aan de Gymnasia, zelfs in weerwil van hun door en door ongeloovige richting, hooger schatten dan die aan hun eigene Kweekschool. Ten tweede zegt ons dit verschijnsel, dat de tijd voorbij is, waarin men eerst op gevorderden leeftijd, gelijk vroeger veelal, tot de studie en tot den predikdienst kwam; de keuze om leeraar te worden geschiedt op veel jeudiger leeftijd, en de opleiding er toe begint

reeds van kindsbeen af. Ten derde worden wi] door dit verschijnsel voor het droeve feit geplaatst, dat tal van toekomstige dienaren des Woords een lang en belangrijk gedeelte van hun leven opgevoed worden in een geest en richting, die geheel buiten de belijdenis van den Christus omgaat of, erger nog, aan die belijdenis beslist vijandig is. En ten vierde doet dit verschijnsel het volstrekt niet denkbeeldige gevaar ont staan, dat er in de studentenwereld en later ook onder de predikanten eene scheiding komt tusschen hen die trotsch zijn op het het genot eener Gymnasiale opleiding, en hen die dat voorrecht hebben gemist.

Om al deze redenen wier gewicht niemand ontkennen kan, is het druisend noodig, dat er verandering

kome. Zóó mag en zóó kan het niet lang meer blijven. De Christ. Geref. kerk zou het zich dan te laat

beklagen De gevaren zijn veel ernstiger dan menigeen denkt. De meeste jongelingen, die de Gymnasia bezoeken, brengen, van deze, misschien wel geen afwijkende gevoelens maar dan toch, een algemeenen

1 *" ' . K ^ ^CA o»-» tnPiiP

geest, eene zekere vorming van uuuiuv.ii die door latere studie aan de Theol. School moeilijk geheel kan overwonnen worden, en dan nawerken blijft en van de ernstigste gevolgen worden kan voor heel de toekomst der kerk. Daarom is het noodig dat de Christ. Geref. kerk bij tijds de bakens verzette,

eer het getij verloopt.

Den stroom keeren kan zij niet meer. Zij kan geen verbod uitvaardigen tegen het bezoek der neutrale Gymnasia. Dat zou ook niet baten. Zij kan dien wassenden stroom evenmin tegen gaan, als waarschijnlijk over eenige jaren de nu reeds zich openbarende en zonder twijfel toenemende begeerte, om niet aan eene Theol. School maar aan eene Universiteit de opleiding te ontvangen Het moet komen tot een Gymnasium en tot eene Universiteit. De teekenen wijzen er heen. De tijden roepen er om- En het zou ontrouw wezen aan hare roeping, als de Ghrist. Geref. kerk daarop geen acht gaf en daarmee geene rekening hield.

Hierop diene, i°. dat wij nooit en nergens

gezegd hebben, dat alle gedoopten wedergeboren zijn, maar alleen dat ze door de kerk als zoodanig moeten beschouwd worden; wat een hemelsbreed onderscheid maakt; 20. dat men zoolang iemand leeft, nooit weet of hij nog niet tot Christus komen zal; en 30. dat de Gereformeerde beliidenis wel een tij de li) ken afval oer ge-

loovigen mogelijk stelt, vervallen van de genade.

maar nooit hun

Een inzender gaf ons den wensch te kennen, dat de onderscheidene geschriften, die van de hand van schrijver dezes het licht

zagen, eerlang verzameld mochten worden en in een goedkoope volksuitgave onder het bereik gebracht van den kleinen man.

Reeds meermalen is dit denkbeeld ter sprake gebracht, en ook door den uitgever van ons blad overwogen.

Het bezwaar om hiertoe over te gaan ligt slechts hierin, dat zulk een uitgave van grooten omvang niet goedkoop te leveren is, tenzij men van een zeer groot debiet ir."rvM*'prrl 7.i i. en dat ou zulk een debiet

in uitgebreider kring niet te rekenen valt, zoolang van onderscheidene werken de eerste uitgaven nog loopen.

Of wel, dat zulk een volksuitgave het debiet der eerste uitgaven op eenmaal stuiten zou; en daardoor voor den uitgever, al wat hij op zolder heeft liggen, waardeloos zou maken.

Daar nu voor een uitgever zijn kapitaal niet in de geldkist, maar op den bockenzolder ligt, ware zulk een vernietiging van zijn bezit en het ondernemen van een uitgave die misschien schade belooft, niet van hem te vergen.

Toch wordt het plan daarom niet uit

het oog verloren.

a 15OU KerKgungcr o, ... ——

driemaal meer dan bij de Synodalen, en s avonds

zijn er ongeveer altijd 1200 dij

viermaal meer.

Uit uwe cijfers M. de R. van 2x500=1000 kerkgangers, zou wel eens een verkeerde conclusie getrokken kunnen worden en wel, door bij de Ned. Ger. kerk te Maassluis eventueel predikanten te beroepen, daar men immers wellicht voor 1000 kerkgangers (met het overige deel der gemeente) geen tweede predikant noodig acht, en wij alzoo ten allen tijde, van eene behoorlijke geestelijke verzorging verstoken

zouden blijven.

Ja M. de R., wanneer er een grootere kerk was, dan staat het bij mij, en bij velen onzer vast, dat het kerkgaand publiek waarschijnlijk wel tot 1800 personen zou stijgen; hetgeen ULd. duidelijk zal zijn, als ge weet dat er 3600 Md. Ger. te Maassluis gevonden worden, en gedurig nog eenige bijkomen door inkomst in

de gemeente.

Verder meldt U van de meerderheid der

rijke reedèrs en renteniers eenerzijds en kleine burgers en arbeiders anderzijds. Deze tegenstelling M. de R. is wel wat groot, als men weet, dat wel is waar bijna allen der eerstgenoemden voor het Synodaal genootschap geteekend hebben, maar voorts velen zich er bijna in het geheel niet meer aan gelegen laten liggen, want de groote meerderheid is liberaal behoorende tot de onverschilligen op godsdienstig

gebied of tot den Protestantenbond en zetten dan ook geen voet meer in de Hervormde kerk.

Anderzijds zijn er wel is waar bij de JNea. Ger. wel meest arbeiders en kleine burgers maar men moet weten dat vele werklieden, zooals kuipers en sjouwers des zomers 16, 18 & 20 Gld. per week verdienen, dat dt kleine burgerij zelfs sterk vertegenwoordigd is, en dat men wel nog meer gegoeden bij ons aantreft, dan men wel

zou denken.

Dit neemt nu echter niet weg dat er veel

voor Maassluis zien komt, daar over het alge¬

meen wij toch de minder gegoeden hebben, en er

En dan laat hij zich aldus uit over de middelen, om betering in den toestand te brengen!

Nu heeft Ds Bootsma het denkbeeld geopperd om eene ondersteuningskas op te richten voor zulke be hoeftige jongelui, die het Christelijk Gymnasium te Amsterdam of te Zetten bezoeken. En dat is uitne mend. Maar het is niet genoeg. Zoo worden slechts enkelen geholpen. Maar al onze aanstaande predikanten moeten voortaan eene Gymnasiale opleiding ontvan¬

gen. Het onderscheid in voorbereiding mag met De stendigd worden De ongeloovige geest der Gymnasia mag niet in onze predikanten na- en doorwerken. En daarom is tweeërlei noodig: een eigen Gymnasium waar al onze aanstaande leeraren worden opgeleid èn eene ondersteunings-kas voor hen, die de kosten der studie zeiven niet kunnen betalen.

Gaarne wenschte ik, dat deze regelen gelezen, overdacht en ter harte genomen werden door onzen Kerkeraden en kerkelijke vergaderingen. De aandacht dient er in heel onze kerk op gevestigd te worden. Het moet eene zaak van bespreking worden op onze Classes en provincies, tot op de Synode van het volgend jaar toe. En deze dient er dan toe over te gaan, 0111 óf de litterarische en theologische studie

,-J ,-v TUonl nol vnl L-nm r>r» ïn> crl-» p-i A pn Pn c\ 'A tl

-1 • 1 tlclil ÜL _L IltUi. w —

Ons» aat IS / erhennen in ppn Ovmnacialp nnleidinÊT,

vav- ttioic ^ 111 l v. rr — j 1 — - r _ <->

die, wijl christelijker, daarom ook degelijker, is aan aan onze Overheids-gymnasia; óf formeel een band aan te knoopen met de bestaande Christelijke Gymnasia te Zetten en te Amsterdam en de litterarische studie Her Theol. School daarheen te verleseen. Maar wat

men ook doe. er moet verandering komen. Nu is het

no? tïid. Nu is het de tijd. Dat de Christ Geref. kerk

dan toone. hare roeping te verstaan en deze naar

eisch te behartigen!

van Ps. 105 : 3, het lezen van Hand. 20:18—36 en gebed.

2. Ds. W. Maan en ouderling W. W. Holwerda onderzoeken de geloofsbrieven. Uit 20 kerken zijn 33 afgevaardigden met keurstemmen tegenwoordig en 3 diakenen als gasten.

Omtrent drie geloofsbrieven moet op eene onnauwkeurigheid worden gewezen.

3. Als assessor wordt aangewezen Ds. J. J. A. Ploos van Amstel en als scriba Ds. E. Zwiers.

4. De acta der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd.

5. Het voorstel om het aantal vacatuurbeurten te wijzigen, met het oog op het verminderd getal bedienaren des Woords en de vele vacante kerken, wordt na levendige bespreking aangenomen.

Ten einde, zoo mogelijk, eene juiste wijziging

te treffen, wordt de behartiging dezer zaak opgedragen aan eene commissie van 2 predikanten en 3 ouderlingen, t. w. Ds. J. J. A. Ploos van Amstel, Ds. P. D. de Groot; de broeders J. J. Wolbeek van Holwerd, H. J. Boorsma

van JDockum en J. L,. bteringa van ivoilum.

6. Ds. J. J. A. Ploos van Amstel brangt verslag uit over het verhandelde in de voorloopige Synode te Leeuwarden.

Vóór de pauze wordt door Ds. De Groot voorgegaan in den gebede; na de pauze door Ds. Woudstra,

7. Ds. J. J. A. Ploos van Amstel brengt verslag uit van de gehouden kerkvisitatie. Enkele tuchtzaken en vragen ovér grensregeling, door sommige gemeenten gedaan, geven aanleiding

tot nadere bespreking.

De eerste behandeling dezer zaken wordt overgelaten aan het beleid van de kerkeraden dier gemeenten, die in de verschillende zaken betrokken zijn.

8. Als deputaten met den last om de minvermogende kerken te ondersteunen, worden benoemd Ds. J. J. A. Ploos van Amstel en Ds. P. D. de Groot.

g. Omtrent de vraag naar de beste wijze

-r-> * T * _1 _ O

van iwangeneverKonaigmg op ae ouriiuiaiciveenster heide, oordeelt de classis deze zaak voorloopig te moeten opdragen aan de kerk van Augustinusga met Surhuizum en die van Drogeham.

10. Bij het onderzoek naar Art 41 D. K. geeft de classis advies omtrent enkele vragen:

a. aan de broeders van Akkerwoude, dat het oprichten der Chr. school zoo mogelijk onder

biddende samenwerking met de Chr. Geret, in vertrouwen aan hunne zorg wordt overgelaten:

b. aan de kerk van Akkerwoude omtrent een

geval van dooDsbedienine;

c. aan de kerk van Metslawier in betrekking tot de bediening van den Heiligen doop en

het handhaven der tucht;

d. aan de kerk van O. Nnkerk, dat de classis

er geen bezwaar in ziet om een diaken op het

dubbeltal voor ouderling te plaatsen, zoo men hierin maar nimmer eenige promotie zie ; noch ook om in een bijzonder geval aldaar af te

saan van de historische grens der gemeente

11. Wat de regeling oer consuientscnappen

hptreft. wordt alleen opgemerkt, dat reeds

vroeger de zorg voor de gemeente van Ee,

wanneer daar drang tot reiormatie Kwam, aa.11

de kerk van Engwierum met haren consulent

was opgedragen.

12. Od de vraag van de kerk van Holwerd

kunnen twee broeders naar het vleesch, ouder-

welbeschouwd nog veel minder, ja niets uit richtten.

In het welbekende Brighton, in Engeland, woont op het oogenblik de eerwaardige oudzendeling Edw. Storrow. Hij houdt zich, na veeljarigen arbeid in de heidenwereld, thans bezig met door zeer degelijke boeken en opstellen de zaak der Zending, die hem levenszaak blijft, te dienen, en onderscheidt zich als een man van bijzondere kennis en talent. Onlangs nu leverde hij een beschouwing over buitenlandsche Zending in de 17de en 18de eeuw. Aan dit zijn werk willen we een en ander ontleenen, o. a. wijl daarin ook op niet te versmaden wijze recht wordt gedaan aan de pogingen, door de kerken onzes lands van ouds aangewend tot kerstening der 'heidenwereld.

Ongetwijfeld zal deze stem weerklank vinden.

Al begrijpt men toch ten volle, dat de

Christ. Gereformeerden in den eersten tijd van nood en beperkte middelen, roeien moesten met de riemen, die zij hadden, toch liet zich nimmer verhelen, dat er aan den gang van het Hoos-er Onderwijs in hun kring iets

ontbrak.

Want wel hebben de Congregationalisten

Methodisten en Baptisten van auenei aard in

Engeland zich, krachtens hun beginsel, de gymnasiale opleiding minder aangetrokken, en

lieDDen ook de Free Churcn en anaere Lxere

formeerde vrije kerken ten deze hun voetspoor

orearuKi. Maar toch valt niet te ontKennen

dat het Gereformeerde beginsel andere t.ischen

stelt, waaraan alleen on de wiize aoor ur,

Bavinck aangegeven kan worden voldaan.

Ook wat deze aangelegengeid betreft zou

vereeniging van alle Gereformeerden in den

lande zoo zeer gewenscht zijn.

Kuyper

ling zijn? wordt geantwoord, dat wanneer net

moeielijk anders kan, er geen bezwaar in steeKt,

iv Aan Ds. li. H. Woudstra en Droeaer

F. Wamelink, van Dokkum, wordt opgedragen om met den actuarius van de classis Leeuwarden het archief te onderzoeken, opdat de classis Leeuwarden weder bezit krijge van de stukken die geheel — en afschrift van die, welke gedeeltelijk op deze classis doelden tijdens de vroegere combinatie.

De e. k. gewone vergadering zal D. V. Donderdag 18 Dec. a. s. des morgens 10 uur te Dockum worden gehouden en door de kerk

van Oudwoude en Westergeest worden samengeroepen.

Ds. J. J. A. Ploos van Amstel sloot de vergadering met dankzegging.

Ds. E. Zwiers,

h. t. scriba.

Anjum, 1 Oct. 1890.

Het adres der classis is dat van den scriba van den kerkeraad der kerk te Dokcum, h. t.

G. F. Wamelink,

Storrow toont aan, hoe de Nederlanders vaak

de voortrekkers en pioniers waren op t Zendingsveld. Bovendien echter heeft hij op meer dan een punt een verrassenden en scherpen blik.

Ook deze schrijver erkent, dat de Protestantsche Zendingsarbeid onder de heidenen in deze eeuw tot een kracht en ontwikkeling kwam, waarbij de eeuwen die voorafgingen tamelijk diep in de schaduw staan. Maar, zegt hij, daarvoor waren drie redenen: De zwakheid en geringheid der kerken in de eerste tijden na de hervorming en nog later; de strijd tegen het pausdom, en het Evangelisatiewerk in eigen gebied en kolonie, dat vaak alle krachten in beslag nam.

De volkeren, die met de Reformatie meegingen en de nieuwe leer aannamen, hadden

evenzeer als de kerken die onder nen ontstonden in den beginne zware tijden door te maken. De geestelijke strijd verwekte dien met het zwaard en de kerken deelden in den ongunst der tijden. Deze opkomende of pas gevormde kerken te vergelijken, wat kracht en beteekenis naar buiten betreft, met de tegen¬

woordige Protestantsche, is niet mogelijk. We

moeten nooit vergeten dat ontzaglijk veel, wat we op elk gebied in de niet-Roomsche Chris¬

tenheid van het heden vinden, eerst in ae

laatste honderd vijftig jaar in t leven trad.

Dr. Storrow trekt te dezer opzichte tusschen het Protestantisme van toen en van thans de

vergelijking tusschen een plantje in Maart bij de ontloken bloem in Juli.

Godsdienst en staatkunde, toen onafscheidelijk saamgeklonken, hadden meest denzelfden strijd. Onze kamp tegen Spanje was een strijd

tegen Rome tevens, ue pogingen uer jezuïeten golden zoowel de vrijgeworden kerk als den

3qn Sna/nie en Rome ontworsteld

TTne Rnaansrhgezind en Roomsch hier in

regel saamgingen, hoe Philips en het pausdom een van zin waren tegen de » ketterij^ en de » Geuzen'', is te bekend om het te herinneren. Ieder weet dat het in Frankrijk niet anders was; hoe in Engeland telkens van Roomsche zijde alles werd beproefd om 't verlorene te herwinnen, ook in den staat, Eindelijk bewijst de godgeleerde literatuur dier dagen hoe de kerk, die in Rome de dwaling als 't ware belichaamd vond, zich daartegen uitsluitend keerde en weerde — men denke slechts aan onzen Catechismus. De Gereformeerde en andere Protestantsche kerken hadden destijds alle kracht noodig, om zich staande te houden tegen den »meedoogenloozen, niets ontzienden en machtigen vijand", zooals Storrow zegt. Dies was het hun nagenoeg'onmogelijk bij den verdedigingsoorlog nog den aanvallenden te voeren. Hoogenbïrk.

staat.

de

iuitmlawL

En al ware het

proefneming, zal er voldaan worden.

slechts bij wijze van vroeg of laat wel aan

-Dr. Franssen van Winterswijk heeft een mtnemend werk gedaan door den commentaar van Calvijn op het Evangelie van Johannes nogmaals in zijn Hollandsche vertaling ter perse te leggen.

De uitgever H. ten Hoove te Utrecht nam de uitgave er van op zich, en kweet mVVi nn kfMiricre wiize van ziin taak. Onze

J —J . .

'Christelijke uitgevers deden in dat opzicht <de laatste twintig jaren reuzenschreden vooruit. De onooglijke druk, het schamele papier, de v/ansmakelijke omslagen, die een tijdlang bij onze uitgevers in trek waren, behooren gelukkig tot het verleden. Wat door onze Christelijke uitgevers thans naar de boekenmarkt wordt gezonden, ziet er meestal kloek, net en aanlokkelijk uit. Ze hebben begrepen, dat een Christelijk uitgever ook in zijn uitgaven de energie van de Christelijke religie moest toonen.

Ook zijn „goddelijk beroep" moet de eere

Wil

noodzakelijk een nieuw kerkgebouw verrijzen moet grooter en niet zoo bedompt, dan de houten noodkerk.

Overigens M de R. ben ik het geheel met uw stuk eens en ik knoop er den wensch aan vast, dat de rechter, evenals te Oudewater, waar de synodalen ruim ƒ 1100 vroegen, er slechts ƒ 450 of ruim 1/3 verkregen, ook zoo

-Air 1 • r 'T 7 •.*/. Z. J Si /• 7t/ A n ri Tlloïltfl

voor Maassluis uillijkuciu m

van ƒ 18,000 ten hoogste f 7000 den synodalen als schadevergoeding toe te kennen.

Beter zoo, dan dat we een te gunstige voorstelling van de zaak hadden gegeven.

Doch ook zonder dat ware een tweede predikant voor Maassluis zeker alleszins gewenscht.

Zelfs drie predikanten zou volstrekt niet te veel zijn.

Kuyper.

—— —

Uit ïtf

In het jongste nummer bespreekt ook

Prof. Dr. Bavinck de Gymnasiale opleiding,

waaromtrent we lezen:

Jaren lang is er in de Christ, Geref. kerk reeds uitgezien naar een Geref, Gymnasium. De Synode heeft er eemaal pogingen toe aangewend, zag deze zelfs aanvankelijk met een goeden uitslag bekroond, maar liet helaas dien gewichtigen arbeid ter halver wege varen. Eene Commissie, die . zich later vormde en het plan tot oprichting van een Geref. Gymnasium overnam, was veel minder gelukkig in hare pogingen en liet nu reeds eenige jaren niets meer van zich hooren.

En toch neemt de behoefte aan zulk eene inrichting met den dag toe. Het aantal zonen, dat uit onze kringen de Staatsgymnasia bezoekt, vermeerdert ieder jaar. Onder de studenten/ die jaarlijks aan de Theol. School worden ingesdireven, vormen de gymnasiasten een steeds grooter getal. Van de vijftien studenten, die bij den aanvang van den nieuwen cursus aankwa-

€>fficicde bmcljim uit Xtcïi. Qhmt Kurken.

De kerkeraad der Ned. Geref. kerk van Lopik en Kab'auw heeft het voorrecht, aan de zusterkerken te mogen berichten, dat, door de ontferminge Gods, ook de kerk te dier plaatse in den weg der reformatie is geleid geworden. Nadat herhaalde malen vruchteloos aan den kerkeraad der synodale organisatie was verzocht, het werk der reformatie ter hand te

nemen, kwamen de tot dat einae opgeroepen broeders op den 9den September samen, om, krachtens het ambt der geloovigen, over te

gaan tot de verkiezing van nieuwe, naar den Woorde Gods wettige ambtsdragers. Op den 7den October worden de gekozenen door Ds.

G. Ringnalda, van Utrecht, daartoe door de

classis aangewezen, in hunne ambten bevestigd, en werd daarna vergadering van den kerkeraad gehouden. In deze samenkomst nam

hij, m de mogendheid des neeren, net Desiuit, om, voor de kerk van Lopik c. a, met de synodale organisatie van 1816 te breken, en weder kracht en geldigheid te verleenen aan de wettige kerkenorde van 1618/19.

Mededeeling hiervan doende, wenscht de

kerkeraad met de zusterkerken door den band der belijdenis vereenigd, gemeenschap te oefenen, tot onderlinge opbouwing; in den weg des gebeds; in den strijd tot verdere reformatie der kerken naar den Woorde Gods.

De Koning zijner kerke, die mildelijk geeft en niet verwijt, verzoene alle schuld; versterke wat zwak is, en stiere alles is de rechte sporen, tot heil der vrijgemaakte kerken en tot

eere zijns Naams 1

j)e kerkeraad van Lopik c, a.: G. Ringnalda, h,t. consulent.

Anth. den Hartog, ouderling. T. Spelt, »

J. Hoogendoorn, diaken. C. Benschop, »

Adres van den kerkeraad:

Anth. den Hartog.

Verslag van de vergadering der Ned. Geref. kerken in de classis Dockum, gehouden Donderdag 25 Sept. 1890 te Dockum.

Ds. C. W. E. Ploos van Amstel opent

Milinjj.

l. jl/b. vv. "• J- l uua van .itliiaan-i • • A A r\

als praeses de vergadering met het laten zingen j ren weinig de en,

Uit oude dagen.

I.

»De waarheid klinkt soms niet waarschijnlijk" zegt de dichter, en aan deze zeer juiste uitspraak wordt men in de geschiedenis der Zending elk oogenblik herinnerd.

Er zijn er b. v. nog altijd velen, die meenen, dat van eigenlijken Zendingsarbeid vóór het begin dezer eeuw nagenoeg geen sprake kan zijn, en dat vooral de oude Gereformeerde kerken in de Nederlanden zich met de zending hoegenaamd niet inlieten; dat eigenlijk de vaderen zich om de heidenwereld, die nog

wel onder hun bereik allereerst lag, weinig of

niet bekommerden.

Na geven we toe, dat op groote schaal de Zending eerst in onze eeuw is begonnen, waartoe dan ook de groote ontdekkingen en de nieuwe middelen van gemeenschap de mogelijkheid verstrekten. Men denke slechts aan

Afrika. Ook is 't waar, dat de vorige eeuw,

althans wat Nederland betreft, een ver van

aanlokkelijk beeld vertoont, wat Zending en

Zendinssiiver betreft- Leerzaam is het b. v.

al* mpn leest wat een man als Martinet, een

echt achtticnde-eeuwer, dienaangaande zegt in zijn »Historie der wereld." Heel de 18e eeuw is trnnwens in onze geschiedenis met om op te roe¬

men en met het verval der kerk en de opkomst

' <- • ^ j j 3 ^ ~ r

van het geloot in „vjuu, ucugu eu uiimchlijkheid" hield de stilstand en achteruitgang

op t gebied der /.enums gciijK.cn ucu.

Doch in de dagen toen de kerk des Heeren in ons land anderen kerken ten voorbeeld was; den tijd waarin de mannen leefden bij wie al wat Gereformeerd heette, ook in den vreemde, ter school ging; de dagen van geloof, was er ook kracht en die kracht toonde zich ook in

wat men deed voor de Jtieidenwereio. uai is zoo al greep men soms naar verkeerde middelen. Ja, die zendingsgeest werd zelfs gevonden bij hen, die anders eer tegenover de kerk stonden dan met haar gingen, en zulks wijl de gezonde echt schriftuurlijke opvatting van het zendingsbevel des Heeren Christus degelijk werd gevat, en als algemeen aanvaard invloed oefende, ook op wie overigens in het streven der toenmalige kerk o-pen heil zagen. Men zou misschien 't meest

I • 1 1 „ nnnrvnv. A n >7 O TfO HP •

waarheid Kunnen icggca, Udi *"•—

toen anderen evenveel 01

naar

DaitSCliland. Voortgang der beweging tot het verlaten der landskerken. D eRitschliaansche school De beweging, op touw gezet om de socialis-. ten te dringen de landskerken, waaraan zij nog

met uitwendige banden verbonden zijn, geheel vaarwel te zeggen, neemt grootere afmetingen

aan, dan het aanvankelijk scheen. Of velen zullen te kennen geven, dat zij met hunne kerk breken is natuurlijk niet te zeggen, dat de geesten meer en meer openbaar worden, is duidelijk.

Tot onze vreugde toonen vele predikanten in deze dagen hunne roeping te begrijpen, door in de volksvergaderingen te verschijnen, om tegen de verleiding der socialistische woordvoerders te waarschuwen. Dit is zoowel te

Berlijn als daarbuiten geschied, en overal is

daardoor Ot de vijanoscnap tegen ae kcij^ mcci losgebroken, öf heeft het verschijnen of het spre¬

ken van den leeraar aer KerK uie mcci ui minder onderdrukt. De socialistische woord¬

voerders beginnen met' meer omzichtigheid

i _jij*

te spreken, terwijl men oe veraeaigers aer kerk laat uitspreken, zonder dat zij door tumult

of rumoer gehinderd worden. Het door ons

vermelde geval dat een socialistische verga¬

dering uiteen moest gaan, omdat er een oordoovend geraas ontstond, toen een candidaat in de godgeleerdheid eenige woorden gesproken had, heeft zich niet meer herhaald. Het is anders de gewoonte der socialistische leiders niet om gematigd te spreken, maar zij schijnen te begrijpen, dat zij hunnen toehoorders niet meer de gewone kost kunnen voorzetten, omdat er mannen zijn die hun lastertaal zullen weten te wederleggen.

Het feit echter, dat predikanten der Evangelische kerk moeten optreden in vergaderingen van duizenden die op het punt staan, om met hun doop ook formeel te breken, gelijk zij het in het hart reeds hebben gedaan, teekent voorzeker den treur vollen toestand waarin de staatskerk van lieverlede _ gekomen is. Men zag hen, die naar de sociaaldemocratische volksmenners luisterden, sinds jaar en dag niet meer in het bedehuis; toch werden de kinderen over het algemeen nog »confirmirt" op 12—i4jarigen leeftijd, en ont¬

vingen deze op grond dat de ouders toen ais Evangelisch bekend stonden, in de scholen Evangelisch godsdienstonderwijs. Zoo zijn de leugenachtige toestanden ontstaan, dat men namelijk tienduizenden leden der kerk in de boeken heeft staan, doch dat men nauwelijks eenige duizenden leden telt, die in waarheid, naar belijdenis en wandel, voor leden der gemeente des Heeren moge gehouden worden. Dit komt er van, wanneer de tucht uit barm¬

hartigheid niet gehandhaafd wordt in de kerk des Heeren. Hoe jammerlijk het ook zij, dat geheele volksmassa's op het punt staan om openlijk te verklaren: »laat ons de banden des Heeren verscheuren", toch zal een meer ware toestand in het leven geroepen worden, als het daartoe gekomen is.

Het aantal studenten in de godgeleerdheid neemt aan de Duitsche Universiteiten toe. Dit is voorzeker een verblijdend verschijnsel, maar een veeg teeken moet men het noemen, dat de Ritschliaansche school altijd meer aanhangers tellen gaat. Tegen dien wassenden stroom