IjBELKEMIS

^ voorheen

en thans

<r

Was het in vroeger dagen met de kennis van de Bijbel beter gesteld dan het thans het geval is? Deze vraag zou ik nog niet onverdeeld met „ja" willen beantwoorden. Ik koers snel aan op mijn zesde kruisje en het is te begrijpen, dat ik veel van de oude tijd houd. Maar nu kan men bij het terugdenken, bij het zich herinneren, een merkwaardig geval constateren. Alleen wat enigszins en op enigerlei wijze uitstak, wat markant was, is in ons geheugen bewaard gebleven. Het andere en de anderen zijn daaruit weggevaagd, even zo goed alsof zij nooit hadden bestaan. Zo zullen alle ouderen in onze kerken rijke herinneringen hebben aan de gereformeerde kern, die in hun jeugd bestond. Neen, deze mensen waren geenszins volmaakt. Voor bepaalde dingen als bijvoorbeeld de nood der arbeidende massa waren hun ogen nauwelijks geopend. Ik meen trouwens, dat sociale bewogenheid nóg niet onze sterkste zijde is. Maar hoe dit zij, de mannen en vrouwen van deze kern hadden de HERE oprecht lief, leefden uit Zijn Verbond en Woorden en dienden Hem in gans hun leven. Daarover spraken zij in hun huisgezinnen, daarover praatten zij met hun jongens en meisjes als zij met hen wandelden. Nu moet men echter zijn herinneringen controleren. Als men dit doet, laat het Land van het Geheugen nog heel wat andere gestalten los. Behalve die kern was er een omtrek, waren er de mensen die, nu ja, in de kerk kwamen, maar die overigens noch in kennis der waarheid noch in sierlijkheid van wandel uitblonken. En nu ga ik een heel nuchtere waarheid zeggen, bondsvriendinnen: gereformeerde kerken zijn nooit anders geweest en zijn ook nu niet anders dan kerken met een gereformeerde kern. En het gaat er om, dat jullie bij die kern zult behoren! Neen, w&éirlijk niet om farizees op de mensen van de omtrek neer te zien. Deze boosheid heeft ons altijd aangekleefd en de gereformeerde gezindheid onnoemelijk veel schade gedaan. Zij heeft aan de naam „gereformeerd" een onaangename bijklank gegeven. De kern is er voor de Heer! Natuurlijk, alles is er voor Hèm. Maar de kern is er ook voor de omtrek, zij moet met haar geloofskennis van de Heilige Schrift de zwakkere of althans de onkundige leden der gemeente dienen en bezielen. Gereformeerde ijsstaven hebben wij niet nodig! Helaas, zij zijn er al te veel! Calvinisme-ondernul! God rpoge er ons van bekeren! Maar „lieve ménsen" kunnen mij óók gestolen worden! Wij hebben liefde tot het Wóórd Gods nodig en met dat Woord in de hand moeten wij worstelen om het behoud van het gereformeerde leven. Want dit verkeert, ondanks de verrassende en verblijdende uitbouw op vele terreinen, nochtans in veel groter gevaar dan de meesten van ons vermoeden. Want

als achter onze honderden geïnstitueerde kerken, achter onze Theologische Hogeschool en onze Vrije Universiteit, achter onze Jeugdbeweging en Zending, achter onze Evangelisatie en ons C.N.V., niet staat een eenvoudig, gelovig volk dat bij de Schriften leeft, dan zal onze val snel en groot zijn.

Ik ben warm gelopen, bondsvriendinnen, en daarom enigszins van mijn onderwerp afgedwaald. Laat ik daartoe nu terugkeren. Was er Ook vroeger een kern en een omtrek, zoals ik opmerkte, er werd wel alles aan gedaan om de kennis van de Bijbel te onderhouden en aan te kweken. In mijn vorig stukje wees ik op de „onderwijselijke" prediking en nu heb ik al gesproken over de grote invloed van het gezinsleven. Laat ik thans verder gaan. De school was nog in de volste zin des woords: een school met de Bijbel. Iedere morgen werd een vol uur uit het Woord Gods verteld. Laat ons God veel bidden om godvruchtige schoolmeesters! Geen acten-jagers, maar mannen en vrouwen, die naar het apostolisch woord „jagen naar gerechtigheid, godzaligheid, geloof, liefde, lijdzaamheid, zachtmoedigheid" (1 Timotheüs 6 : 11). Voorts waren er catechisatiën, die ongeveer van het elfde tot het twintigste jaar duurden. Op de „kleine" catechisatie leerden wij het psalmboek van buiten en gingen aan de hand van Donner's vragenboekjes de Gewijde Geschiedenis door. Laat ik daarbij dit opmerken: jongelui, die de catechisatie verwaarlozen en ouders die hierop niet toezien, verdienen de naam „gereformeerd" niet! Tenslotte was er de jeugdbeweging. Eigenlijk alleen de Jongelingsvereniging, de meisjes naaiden destijds voor de Zending onder het voorlezen van een goed boek. Jullie moet je niet voorstellen, dat de meerderheid der jongens in mijn dagen naar de J.V. ging. Dat leek er helemaal niet op! Christelijk-leven, Bijbels-leven, dat is niet: met de meerderheid meegaan. Dat is niet: doen wat iedereen doet. Dat is kiezen. Dat is ingaan dooide Enge Poort. Dat was het voorheen, dat is het ook th&ns. De wegen, waarin de kennis der Heilige Schrift verkregen wordt, zijn nog in hoofdzaak dezelfde als vroeger. Wees een trouw kerkgangster, een ijverig catechisante, een vurig lid van de M.V.! Geneer je er niet voor, hink niet op twee gedachten, maar kies. Doe de goede keuze, die nooit iemand heeft berouwd.

De volgende maal hoop ik nog iets te zeggen over persoonlijk Bijbelonderzoek. N. Baas.

Bijbeltest

1. In welke plaats zocht Simson een vrouw?

2. Wie was Zofar?

3. Wat betekent Ikabod?

4. Hoe heetten de zonen van Naomi?

5. Hoe heet de Griekse vertaling- van het O. T.?