Aan het Boekenstalletje

*) Dorothy Sayers, „Koning Incognito", vertaling H. C. Dirkse-Bresters.

. Uitg. Boekencentrum N.V. Prüa ƒ 8,50.

Daar is een vraag, die in onze dagen in het Evangelisatiewerk in het centrum van de belangstelling staat. Het is deze vraag: Hoe bereiken we de mensen met het Evangelie? Daar zijn zovelen, voor wie „God" eigenlijk een begrip is, dat in hun leven geen plaats heeft. Hoe kunnen we het Evangelie zo brengen (men spreekt in dit verband vaak van „vertalen"), dat deze mensen voelen, dat het, een levende werkelijkheid is; niet meer iets, dat lang geleden gebeurd is en voor vandaag zijn betekenis verloren heeft, maar iets, dat nog het leven beheerst en gelukkig maken kin; iet3 dat een beslissing van ons vraagt.

Met deze vragen zat ook het Bestuur van de B.B.C., de Britse radioomroep. En het vroeg de Engelse schrijfster van romans en toneelspelen, Dorothy Sayers, een aantal hoorspelen over het

het leven van Jezus te schrijven" die uitgezonden konden worden.

Het is te begrijpen, dat aan het uitvoeren van een dergelijke opdracht heel wat haken en ogen zitten, en dat een menigte van vragen rijst. De schrijfster geeft daarvan uitvoerig rekenschap in haar zeer leerzaam — maar nogal wat algemene kennis veronderstellend — voorwoord. Zij had als voorwaarde gesteld, dat zij de Here Jezus sprekend zou mogen invoeren, en dat ze moderne spreektaal zou mogen gebruiken. Je zou zeggen, die laatste eis spreekt zeker vanzelf, maar er zijn in Engeland kringen van Christenen, die afwijking van de officiële vertaling uit de zestiende eeuw heel erg vinden (zoals er in Nederland nog altijd mensen zijn, die de psalmen van Datheen zingen, en die van de nieuwe Bijbelvertaling niet willen weten).

De schrijfster achtte het haar opdracht, zich te houden aan de Bijbel, en aan de theologie, het dogma. Haar doel was, zo goed als zij kon deze geschiedenis te vertellen, met de middelen, dia haar daartoe ter beschikking stonden, dus een zo goed mogelijk kunstwerk te leveren. Want zij meende, dat haar werk stond en viel met de dramatische kwaliteiten, en dat ook een godsdienstig spel beoordeeld moet worden naar de maatstaven, die aan ander dramatisch werk worden aangelegd (als wij de programpunten voor onze jaarfeesten eens aan deze regel toetsten, wat zou er dan veel overboord gaan!).

Dorothy Sayers heeft getracht, de personen uit de Evangeliën als echte mensen te zien, ieder met eeli eigen karakter en eigen bedoelingen. Zij heeft nauwkeurig de gegevens uit de Bijbel verge¬

leken, en zich zo een denkbeeld gevormd van ieders persoonlijkheid. En zij heeft getracht, haar eigen kennis van wat verderop in het Evangelie gebeurde, niet mee te laten spreken. Dat is niet gemakkelijk. Kun je b.v. je indenken, hoe de discipelen en vrouwen zich voelden na Goede Vrijdag? Denk je niet onwillekeurig: Wat vreselijk dom van ze, want ze konden toch weten, dat Jezuy zou opstaan?

Wij zijn geneigd om te vergeten, dat de personen uit de Bijbel, de gelovigen en de ongelovigen, doodgewone mensen waren, niet beter of slechter dan wij. Dat geldt van de discipelen, dat geldt ook van Herodes en Judas en Pilatus. Zij waren geen duivels, zoals legenden 't soms doen voorkomen; zij waren mensen, mensen die in zware zonde vielen, maar in zonden, waarin ook wij zouden kunnen vallen, indien Gods genade ons niet bewaart.

Het is de grote verdienste van deze spelen, dat zij ons zo de mensen uit de Bijbel laten zien. Dan zullen we wel eens schrikken; maar dat kan alleen heilzaam zijn. Bijzonder sprekend is dit bij de figuur van Judas. Judas is toch eigenlijk iemand, met wie we niet goed raad weten. Vaak zien we hem als een zeer verdorven mens. De schrijfster heeft hem gezien als een zeer intelligent man, die door zijn hoogmoed tot het vreselijke verraad kwam.

Omdat de hoorspel-vorm gekozen was, moesten soms b.v. omstanders sprekend ingevoerd worden; zij vertellen elkaar van wat Jezus deed, geven hun commentaar daarop; zo zijn ook geschiedenis¬

sen uit de Evangelien verwerkt in gesprekken van de discipelen.

Vanzelfsprekend is, evenals in de Bijbel, de Here Jezus het middelpunt van al deze spelen. Om Hem graat het. Hii is

„The man born to be King", de man, die geboren werd om Koning te worden, zoals de oorspronkelijke titel letterlijk luidt, Hij is Koning Incognito, niet herkend als wat Hij werkelijk was, zelfs niet door Zijn Eigen discipelen.

Jezus is waarachtig mens, we belijden dat, maar we vergeten bet zo vaak, als we de Bijbel lezen. Velen hebben het de schrijfster kwalijk genomen, dat ze hierop nadruk legde (al verliest ze het andere niet uit het oog, dat Jezus zich ook openbaarde als meer dan gewoon mens, als de Zoon van God). M.i. heeft de schrijfster hiermee zeker niet iets gedaan, dat niet door de beugel kan.

We hebben hier een boek van grote waarde. Niet dat we deze hoorspelen als zodanig zullen kunnen gebruiken. Misschien kan de N.C.R.V. ze uitzenden. Maar dan zullen er nog wel heel wat besprekingen en keuringen door theologen van professie en kerkelijke leiders aan moeten voorafgaan.

Maar dit is de waarde van dit boek, dat het ons het Evangelie, de Here Jezus en de mensen om Jezus, heel nabij brengt; dat het ons brengt in de sfeer van het toenmalige Palestina; dat het ons zo de Bijbel beter leert verstaan. Menige domine zal er een dankbaar gebruik van kunnen maken voor zijn preken, menige onderwijzeres kan het helpen bij de vormgeving van haar vertelling.

Natuurlijk betekent deze waardering niet algehele instemming met iedere zin, die de schrijfster neerschreef. Maar zij heeft het Evangelie-verhaal recht willen doen, en ik meen, dat zij daarin goed geslaagd is. A. H.

[ KOHING INCOGNITO j