Het voorbeeld van de kerk van Utrecht volgend hebben sedert onderscheidene kerken zich bereid verklaard, op hare kosten een predikant naar de Heidenen te zenden. Ook dit werk dat nog in zijn aanvang is, behoeft zeer de aanmoediging en leiding der Synode, opdat er iets duurzaams uit geboren worde en wel hebben wij oorzaak, den broederen aan gene zijde der grenzen eendrachtiger zin en wijsheid van boven toe te wenschen.

Vrije kerken zoeken haar roem meest in energiek voorwaarts dringen, de wetenschappelijke geleerde arbeid treedt meest naast de practische wat op den achtergrond, vooral in den jeugd van zulk een kerk. Dat leert ons de geschiedenis van de groote door het Methodisme en Baptisme gestichte vrije kerken en de geschiedenis der Oude kerk.

In Holland heeft men het verblijdend verschijnsel, dat behalve den ijver dien men in gemeentelijken arbeid ten toon spreidt, de ernstige wetenschappelijke zin in de kringen der Gereformeerde predikanten in het licht treedt. Daarvoor getuigt niet alleen de goede aftrek dien de geleerde werken van Dr. Kuyper, Dr. Bavinck en anderen bij hen vinden, maar ook dat het jongere geslacht zich vlijtig aan zelfstandige theologischen arbeid geeft. De onvermoeide Dr. Kuyper weet zijnen leerlingen en vrienden tot degelijke studiën aan te sporen."

Daarop geeft de schrijver een zeer waardeerend oordeel over de dissertatie van Dr. Wyminga. De schrijver in de Refor mirte Kr tg. verheugt zich over de biografie van Eestus Hommius omdat daaruit blijkt dat de voorstelling van Heppe en van Dr. Rogge in Hauck's Realencyclopaedie, alsof de Arminianen slachtoffers waren van conscientie dwang, geheel valsch is. Dr. W. toont uit de bronnen aan dat de Arminianen geen schuldelooze ,«lammeren waren, maar met behulp der overheid alle kerkelijke ordeningen hebben veracht en hunne macht aanwendden tot onderdrukking van hunne tegenstanders, zoodat de Armenianen in dit opzicht de tweelingbroeders zijn van het liberalisme van dezen tijd, en daarin verblijdt zich de Duitsche schrijver, omdat in de kringen waarin hij verkeert, zoo geheel andere opvattingen gangbaar zijn.

Wij verblijden er ons in dat men van Gereformeerde zijde den gang van zaken ten onzent zoozeer met belangstelling volgt. Men kan het opmerken dat de schrijver goed is ingelicht, onpartijdig zoekt te zijn en over het algemeen een juisten blik op onze toestanden heeft.

Voorts verheugt het ons dat men in Dmtschland de Gereformeerde theologie gelijk die thans in Nederland beoefend wordt zoekt te volgen.

Winckel.

vm Jtmtmm

TOT NADENKEN.

II.

Op een morgen toen de gevangenbewaarder, een vriendelijk, goedhartig man, de cel van den graaf binnentrad, vond hij dezen nog te bed liggende. De graaf was namelijk ongesteld en wel ernstig, waarschijnlijk tengevolge van het eenzame, droeve leven dat hij leidde. De be waarder trachtte hem op te beuren. Doch een verslagen geest, zegt Salomo, doet men dit niet gemakkelijk.

De dokter kwam en zette een bedenkelijk gezicht. Niet juist wijl hij de ziekte zoo ernstig vond. maar omdat er in heel de apotheek geen

geneesmiddel teeen was. Want het beste mid- i

del dat hier te geven viel heette vrijheid, en dat kon de dokter den graaf natuurlijk niet voorschrijven. De geneesheer was verstandig genoeg om dat niet aan den zieke alles zoo te vertellen, maar hij sprak er over met den bewaarder, en deze vertelde toen weder wat wij den lezer reeds van de bloem en haar kweeker verhaald hebben.

,,'t Is jammer, heel jammer van dien man," sprak de geneesheer, „dat hij zoo dwaas gedaan heeft, 't Is volstrekt geen slecht mensch; hij is zachtzinnig, knap, vriendelijk, en men kon hem gerust loslaten."

„Ten minste, van samenspanningen tegen den keizer heeft bij volkomen genoeg."

„Ik geloof 't ook," was het antwoord, „en daarom bezorg den zieke zooveel afleiding als gij moogt en kunt. Dat is nog het beste wat we hem doen kunnen. Zeg hem, hoe het met zijn bloem staat."

„Dat doe ik trouw, maar wat zal men nu van zoo'n plantje eiken dag vertellen?''

De dokter vertrok, en de bewaarder liep, nog in gedachten over 't pas besprokene, de plaats op. Onwillekeurig keek hij naar de plant en zie, er was'een bloempje uitgekomen! Dat moest hij den gevangene toch even vertellen, hem die zoo telkens vroeg of de plant algrooter werd, of zij bloeide, of er nog geen bloemen kwamen. Hij haastte zich naar den zieke en trad de cel binnen met de woorden: „Zij bloeit, mijnheer de graaf, zij bloeit!"

De graaf van Charney lag te sluimeren. Doch zoo hoorde hij niet die woorden, of hij richtte zich op en riep uit:

„Wat zegt gij? Bloeit Picciola?'

„Ta zeker, en mooi ook; dat verzeker ik u."

Dien nacht slieo de sraaf heel weinig, en

toch hinderde het hem niet. Hoe wonderlijk het schijne, hij gevoelde zich gelukkig bij de gedachte aan zijn „lieve kleine," die nu in volle schoonheid prijken zou. Zoodra de morgen aanbrak poogde hij zich in zijn bed op te richten, teneinde, zoo mogelijk, zijn geliefde kleine te zien, doch vergeefs. Hij was te zwak.

Een poos later trad de bewaarder binnen.

„Zoudt ge mij willen helpen om op te staan?" vroeg de graaf; „ik zou zoo graag mijn bloem eens zien."

De bewaarder ondersteunde den zieke, terwijl deze met zachte, wankelende schreden naar het venster ging. Hoe verrukt stond de gevangene, toen hij daar zijn plantje aanschouwde. Wat was het groot gewoiden en sterk! Hoe heerlijk hadden zich de bloemen ontwikkeld, 't Was een lust het te aanschouwen. De graaf kon er de oogen niet afhouden. Toen de bewaarder was vertrokken bleef de gevangene, zich vasthoudend aan het venster, nog een poosje staan, doch de zwakte dwong hem zich neder te zetten en wéér te gaan rusten. Maar 't scheen wel, dat het heerlijk en bloeiend leven van zijn geliefde plant, ook den gevangene met nieuw leven bezielde. Althans van dien dag af werd hij werkelijk beter, en sterkte spoedig zoozeer aan, dat hij weer naar buiten mocht.

Welk een vreugd was 't voor hem zijn plantje, dat gelukkig telkens nieuwe bloemen voortbracht, weer van nabij te mogen zien en weer te verzorgen als eerst. Nooit had hij vroeger kunnen denken, dat een enkele plant, een bloem gelijk hii er zoovele soms in 't wild had zien groeien,

een menschenhart zooveel vreugd bereiden, zooveel belangstelling instorten kon.

Zoo ging het dagen achtereen, tot eindelijk de plant tal van bloemen tegelijk droeg, die een sierlijke kroon vormden, en een heerlijken geur rondom zich verspreidden. Ook de bewaarder en zijn gezin vonden er genoegen in de bloem te beschouwen, den eenigen troost van de armen gevangene. En al mochten ze niet veel met hem spreken, ook met enkele woorden wisten ze hem wel te beduiden, hoe zij in zijn lot deelden, en zich met hem verblijdden over de plant, die hoe gering ook in zich zelf toch een wijs man in de ellende nog tot troost en vreugde was.

Op zekeren dag had de graaf uren lang stil gestaan bij zijn bloem, die er nu waarlijk prachtig uitzag, toen hij, in zijn cel teruggekeerd, in diepe gedachten verzonk. Hij was steeds een tamelijk koel mensch geweest, volstrekt niet gevoelig. Doch thans bespeurde hij in zich iets, dat hij dusver bijna niet gekend had en 'twelk zijn levensbeschrijver noemt „een zachte gemoedsaandoening die hem vroeger vreemd was." 't V/as echter nog iets anders en beters ook.

Wel een half uur zat de graaf peinzend neder. Toen richtte hij 't hoofd op en deed met luider stem zich zelf een vraag, of liever een rij van vragen:

Waartoe dient zulk een bloem, haar geur, haar bloemenpracht? Heeft zij er zelf iets aan? Neen. Want zij leeft wel, maar weet het niet. Hebben dan de dieren er genot van? Ook niet,

want wie heeft ooit gezien, dat een sehaap of

een hond bij een roos bleei staan om de schoone kleur te bewonderen of den geur op te snuiven ? Dus hebben alleen de menschcn iets aan de bloemen; de menschen hebben er 't genot van. Maar waartoe? Om de bloemen lief te hebben? Ja, goed, maar dat kan toch de hoofdzaak niet zijn. Want wat weet de bloem er van of we haar kweeken of vertrappen, liefhebben dan wel haten ?

En weer verzonk de graaf in diep gepeins.

Nu zult ge misschien zeggen, vrienden, dat het toch zeer begrijpelijke dingen waren, waarover deze graaf zoo lang dacht. Maar hoe zeer dit waar is, zouden er toch, geloof ik, duizenden te vinden zijn, die op al dergelijke dingen zelfs nooit letten en weer anderen die zeggen: Daar breek ik mijn hoofd niet mee. Daarbij moeten we wel verstaan, dat de mensch die buiten God en zijn Woord leeft, gelijk ook de graal van Charney, blind is voor veel, dat het Woord Gods ons die dit Woord gedurig lezen, daardoor openbaart of ons doet verstaan, al staat het er niet uitdrukkelijk in.

Dat cle wereld door het Woord Gods is toebereid, verstaan wij zegt de apostel, door het geloof, namelijk het geloof in Jezus Christus, zooals de apostel dat predikte. En nu is het openbaar, dat alle ongeloovigen saam nog nooit verstaan hebben hoe de wereld is toebereid, al spotten ze ook met hen, die 't weten door het geloof. Wij die het Woord Gods hebben, zien bij het licht van dat Woord zeer veel, dat wie in zijn eigen licht wandelt niet onderscheidt. Zoo was 't ook hier, en daarom is 't niet te verwonderen dat de graaf nu zoo diep nadacht over blijkbaar eenvoudige dingen. Want het werd thans de vraag voor hem: Wat zeggen u al de werken der natuur, wat beduidt voor u als mensch al haar schoonheid en heerlijkheid.

(facfonncetöe $c5mbfjriii.

Serofonaserds Kerken.

beroepen: Oud-Loosdrecht, Bakker, te Bunschoten. — Ee, U. Faber, te Monnikendam.

aangenomen: Sleen, G. Wiersma, te Hijum c. a. — Nieuw-Loosdrecht, A. Bolwijn, te Vlaardingen.

Bedankt: Zuidland, G. Ploos van Amstel, te Wons c. a. — Strijen, J. H. Koers, te Molenaarsgraaf c. a. — Munr.ekezijl en Vinkeveen, C. Oussoren, te Kampen.

Hsderlandsclie Hervormde Kerk.

beroepen: Seherpenisse, D. ƒ. M. Wüstenhoff, te Sassenheim. — Warns, W. Magendans te Oosterzee. — Kaarden, J. II. Voorduin, te Purmerend. — Kootwijk, L. de Geer, eand. te Velp. — Ottoland. J. R. Slotemaker de Bruyne, te Beilen. — GrootAmniers, A. van der Sluijs, te Monster. — Lienden, J. J. van Ingen, te Hedel. — Maasland, J. lJippel, te Den Bildt. — Otterloo, N. P. E. G. van Uchelen, te Renswoude. — Neede, G. Visser J.Az., te Kwadijk. — Sprang. H. IJsebrands, te Sleeuwijk. — Goudswaard, J. W. A. Woldringh Jz., te Driesum.— Schermerhorn, F. Brinkhorst, te Ellekom. — Kuine, G. Goossen, eand. te Wageningen.

Aangenomen: Buurmalsen, P. van Dam, eand. te Vlaardingen. (Verbeterd bericht.) — Oude Wetering, W. Pothoven eand. te Utrecht.

Bedankt: Slochteren, H. J. c. Pierson, Ressen. — 's-Hetrenhoek, J. H. L. Dijkman, eand. te Rotterdam. — Maassluis, C. F. van den Broek Jz, te Schiedam. — Arnemuiden, G. W. Locher, te Dantumawoude. — Poederooijen c. a., H. Kwint, te N. en St. Joostland. — Sir Jansland en Kage c. a., J. Pothoven, eand. te Utrecht. — Oude Niedorp, P. Groot Jr., eand. te Amsterdam. — NieuwStadskanaal, H. Stegenga, te Haulerwijk. — St. Anthoniepolder, H. E. J. Westerman Holstein, eand. te Leiden. — Terhorne en Gapinge, L. de Geer, eand te Utrecht.

S^jlufriünticn.

% Den 3osten Juni a. s. hopen jg

I PIETER VERMEER I

1 MARGARETHA W1LHELMINA I PLIEGER, I

3; zoo de Heere wil, hunne

112 -jarige Echtvoreeniging I

$ te gedenken. %

B Heden overleed na een smartelijk doch gj p geduldig lijden, onze geliefde Zuster en 9 1 Schoonzus'er, Mevrouw de Wed.

G. W. L. VAN LOCKHORST,

geb. Van Lookhorst, s U in den ouderdom van ruim 69 jaar.

C. M. CAUDRI—van Lookhorst. 1

P.' E.' VAN LOCKHORST. I J. VAN LOCKHORST.

Dr. W. C. VAN LOCKHORST. | || Dieren, 19 Juni 1899.

H Heden overleed mijne geliefde vriendin, |j

G. W. L. VAN LOCKHORST,

geb. Van Lookhorst, Eg n in den ouderdom van ruim 69 jaar, na g

Mevrouw de Wed. HENCKE, ||

Aan allen, zoowel van hier als van elders, die ons op eenigerlei wijze hunne belangstelling hebben getoond in het voorrecht, dat God ons den 15den dezer schonk, betuig ik, mede namens echtgenoote en kinderen, mijnen hartelijken dank.

T. ROODENBURG.

Benschol.21 Tuni 1800.

Bij D. DONNER, te Leiden, is verschenen:

' SADMÜiTS KBING

door

ï >s. ï.,. ADEIAAWSE,

te Poerworedjo. Met 2 portretten en een Zendingskaart.

459 blads. Prijs f 3.35.

DEGELIJKE BOEKEN en prachtig Schilderij yöof si. ƒ1.95.

ie. Harden berg & Gerdes. Volksboek, verh.

voor jong en oud, 300 blz. 2e. Schöttelndreiër. Bijbelsche Gesch., 200

blz., 50 gravures.

3e. Vogel. 3 verhalen uit de Midd.eeuwen, Rich. York, Graaf Leudastes, Willem de veroveraar.

4e. Een boek met 32 photograflsche gezichten in Nederl.

5e. Herdenken, Proza en Poëzie door J. P.

Hasebroek en anderen, + 200 blz. 6e. Een prachtige ets of Bijbeltekst, groot 30 X 5° cM., in noten lijst met glas.

Alles te zamen op ontvangst van postwissel voor slechts ƒ 1.95.

G. BEEIfil Jzn., Boekli., Soücrdara.

AAN VRAGERS.

1). S. te G. Dc waarde van diamant wordt bepaald naar :t gewicht, dat berekend wordt volgens het Indische karaat, dat nu op 0.205 gram wordt gesteld. Een karaat heldere diamant kost tusschen de ƒ 120 en f 180, dus b'.v. ƒ 150. Meen nu echter niet, dat een steen van 2 karaten nu ook 2 X / 150 kost. Neen, dat klimt op naar het vierkant of de tweede macht van het gewicht, zoodat een diamant van 2 ka raat het viervoudige en een van 3 karaat het negenvoud kost van wat voor 1 karaat wordt betaald (want 2 X 2 = 4- 3 X 3 = 9, en dit zijn de vierkanten der getallen).

Doch deze rekening gaat volstrekt niet altijd op. Hoeveel b.v. op deze manier een diamant van 20 karaat zou kosten moet ge maar eens uitrekenen! Doch weinig menschen hebben lust en vermogen om zulke sommen te betalen. Bij de edelgesteenten wordt veelal betaald naar dat er „liefhebberij" voor is, naar de mode en de smaak zijn, naar de hoop bestaat om winst te maken enz. Ge ziet dus, men kan maar niet

een diamant van zooveel gulden bestellen, of

de meid naar den winkel sturen om er eventjes een te halen. Dezelfde steen brengt het eene jaar duizenden meer of minder op dan het andere.

Hoogenbirk.

15-17, JlM. — *

Koopen en verkoopen EFFECTEN, diverse LOTEN en vreemde COUPONS Wisselen Gouden, Zilveren MUNTEN en vreemde Banknoten. Sluiten PROLONG AT.IÈN en BELEENINGEN. Nemen gelden a DEPOSITO 1 /a pCt. onder prolongatiekoers. Bedragen tot en met Duizend Gulden worden op vertoon terugbetaald.

Aistertoiscle laatselaiij m Lefeasraetein

Cievcstigd Je AMSTERDAM, Keizersgracht ?30.

Maatschappelijk Kapitaal: JSeai THLillioeii C^rnlcleia«

CcmmissavÊsseii:

Mr. Th. HEEMSKERK, L. J. S. VAN KEMPEN, H. W. VAN MARLK. Ji.r. Mr. A. F. DE SAVORNIN LOHMAN, J. E. N. Baron SCHIMMELPENNINCK VaN DEK OYiDirecteuren: H. J. VAN VULPEN en LI. SERET.

g$!jr fl&e lïaatsehappfi «Ssaiï alle soorten vcrzeker!ng«>ii en elk fredrag.

Gereformeerd Gymnasium I® lampen.

Het TOELATINGS EXAMEN voor de verschillende klassen van het Gereformeerd Gymnasium te Kampen, zal D. V. gehouden worden op Donderdag 6 Juli a. s. Men melde zich hiertoe aan, met opgave der klasse, voor welke men Examen wenscht te doen, vóór den ïsten Juli bij den Rector.

Programma's voor den nieuwen Cursus met opgave van eischcn enz. zijn te verkrijgen voor ƒ 0.25, bij den Boekhandelaar G. Ph. ZALSMAN.

De Ftector, I»r. F. W. V. FI&CHER.

Gereformeerd Gymnasium Ie Zetten.

I-Iet TOELATINGS-EXAMEN zal D. V. worden gehouden op Vrijdag 14 Juli a. s.

Ouders of Voogden, die voor hunne Zoons of Pupillen plaatsing wenschen met den nieuwen Cursus, gelieven zich daartoe vóór 1 Juli aan te melden bij den Rector.

Ook worden leerlingen opgenomen, die eerst later met de oude talen beginnen. Voor dezen bedraagt het kost-'cn schoolgeld f 400.—, voor de overigen ƒ 500.—.

Dc liector,

ISr. SS. Mit.VUSSilSS. .¥ a eveuwvc s* zekering «>31 aa (Helia j> j> ij

in 18 J.*».

Waarborgfonds op S Januari 1809: Circa 540 Miliieeia Gulden,

De Maatschappij biedt in haar

WEM SIK, H&OX.XS

meer WAARBORGEN, VRIJHEDEN en VOORDEELEN aan dan welke andere Maatschappij ook.

Voor nadere bijzonderheden wende men zich onder opgave van leeftijd tot de Directie voor Nederland, 455 KEIZERSGRACHT, AMSTERDAM (in het Gebouw der Maatschappij) of tot hare Vertegenwoordigers:

1®. ¥A?S VLIET JU\, Gmmaslraat «S, te ilrnhenj, J. C. STAAIjIIAIV, IWcuwslraat, te BSeUIer.

L 6. WEISZ & C°.,

Commissionairs in Effecten,

WESTERMAttKT No. 21

AMSTERDAM.

Alpiene NeerileMlcle laetsclaiii ra Leïeisferteiii.

SSevesMgtl ie 5S.% Kijlncg 3W.

Opgericht in 1878. — Goedgekeurd bij Koninklijk Besluit.

Commissarissen: M. N. BEETS, Notaris; Mr. L. C. KRONENBERG, Plaatsverv. Kantonrechter; ED. DE LANOY, Lid van den Gemeenteraad; F. M. Baron VAN LIJNDEN en I)r.' A. E. VAN ROIJEN, Oud-Leeraar, allen te Ilaarlcm.

Directeuren: R. BAAS Az. en JOHs. I)E JONGH.

Voor bovengenoemde Maatschappij wordt iemand gevraagd, die vele rclutiVii heeft en de geschiktheid, bezit om groote verzekeringen te sluiten.

VEREEUWIG VOOR HOOGEK 01BSRWIJS

op C^erefwmeer*1 em grt&sasislag. p ;g & 0 « * K A M

VOOR DE

Negentiende laarlijksche Samenkomst,

te houden te Middelburg, op 21 en 28 Juni 1899.

i.

Op Dinsdag 27 Juni, des avonds te 7 ure, zal een Ure des Gebeds worden gehouden in dc Noorderkerk (Bogaertstraat), waarin als voorganger zal optreden Ds. 1'. J. \V. KI AARHAMER van Utrecht.

II.

Op Woensdag 28 Juni daaraanvolgende zal de Algemeene Vergadering gehouden worden van des morgens precies 9 ure tot des namiddags te 1 ure, in het Schuttershof (ingang "Vlasmarkt).

De leiding van deze Vergadering, alsook van de Meeting, is door 11.11. Directeuren opgedragen aan Ds. B. VAN SCHELVEN te Amsterdam.

III.

Op Woensdag 28 Juni, des namiddags te tweo ure, zal een Openbare Meeting, met debat, worden gehoucfen in het Schuttershof; over dc vraag: Op wat wijze is eene Lnivasiteit aan het Woord van God te binden ?

In te leiden door Prof. Dr. A. KUYPER.

Voor entrée betaalt men f 0,25; doch leden cn contribuanten hebben gratis toegang.

IV.

Op Woenfdag 28 Juni, des namiddags te vijf ure, gemeenschappelijke maaltijd in het Badhotel te Vlisnngen, tegen betaling van ƒ 2.—.

Aan H.H. ieden of begunstigers, die aan den maaltijd wenschen deel te nemen, wordt beleefd en dringend verzocht, hiervan vóór 26 Juni kennis te geven aan den heer Mr. I'. DIELEMAN, Singelstraat te Middelburg.

Ook zal de Regelingscommissie aanwijzing doen van gelegenheid tot logeeren voor den prijs van ƒ 2.—, ƒ 1.75, / i-So, en zorg dragen dat 's avonds (27 Juni) na den bidstond in het Schuttershof leden en begunstigers elkander kunnen ontmoeten en gezellig samen zijn.

Tot deze samenkomst worden alle leden en begunstigers vriendelijk uitgenoodigd.

Zij, die tot de Vcreeniging als leden of begunstigers wenschen toe te treden, kunnen hiervan aangifte doen aan het lokaal, vóór den aanvang der Vergadering.

De Ftecfelingscommissic:

Ds. A. L1TTOOY, Eere- Voorzitter. K. J. DE KOSTER.

Dr. L. WAGENAAR, Voorzitter. A. REMIJN. •

Mr. P. DIELEMAN, Secretaris. B. DE DIE Bzn., te Oostburg.

C. VERHAGE. Ds. G. II. II. ESSEL1NK, te Zierik/ee.

Ds. L. BOUMA. J- E. HEEMSKERK, te Sas van Gent.

K. LE COINTRE. Ds. J. HULSEBOS, te Vlissingen.

C. J. HUVERS. M. NOORD1JKE, te Colijnsplaat.

J. JANSE. Ds. R. J. VAN DER VEEN, te Goes.

Oh u'at wijze is ccne Universiteit

Een adres aan de Geref. Kerken.

We leer iv. Hooggeachte Br. Kerkeraden

Naar aanleiding van de u toegezonden circulaire van 17 Eebr. 11. vragen wij nog eenmaal met allen ernst uw aandacht. Door den nood gedreven vraagden wij u in den naam des Heeren, dien het goud en zilver is, uwe liefdegaven voor het bouwen van een Geref. Kerk en Pastorie. Reeds een jaar in het bezit zijnde van een stukje aangekochten grond, zoo dachten wij, dat door het zenden van de circulaires aan u, ons de duwkracht gegeven zou worden tot bouwen. Doch waar zoo velen nog niets van zich laten hooren, en den bouw te veel van de draagkracht der gemeente vergt, terwijl de eisch des Ileeren ons zegt, een correcte onderzoeking der kosten te doen vóór men bouwt, zoo is onze bede nog eenmaal: Br. helpt ons in dezen grooten nood. Wij vragen u, is het niet meer dan tijd dat wij den naam des Heeren een huis bouwen ? Reeds negen jaar moest de dienst des Heeren in een gebrekkige schuur plaats hebben. Roept de Heere ook ons in Zijn Woord niet toe : Ben Ik een Heere ? Waar is mijn Eere ? Nogmaals, wij moeten en zullen ook bouwen. Maar wilt u, de velen die Sion gram zijn, straks het „Ha! haf' beletten uit te roepen, doet dan als de kerken waar wij met dank van mochten ontvangen: Kollum B ƒ2.50; Workum ƒ 2.50; Anjum ƒ 2; Dokkum B ƒ2.50; Van Nes ai Wierum'ƒ 2; Jutrijp ƒ3.50; Oppenhuizen ƒ 1.50; Oudega ƒ 5; Heerenveen ƒ2.50; Driezum ƒ3; Scharnegoutum ƒ 5; Marrum ƒ5.70; Nijemirdum ƒ 1; Heeg ƒ 5; Ee ƒ3.30; l.ollum ƒ2.50; Reitsum ƒ6; Blija ƒ 3; Croningen B ƒ 5; Delf/ijl ƒ 5; Munnekenziji ƒ 2; Zoutkamp ƒ 1.50; Wildervank ƒ 5; Uithuizen ƒ 10; Spijk A ƒ 1; Deventer A ƒ 3; Avereerst ƒ 2; Schoonebeek ƒ 2; Zutfen ƒ 10.50; Oosterbeek ƒ2.50; Nijkerk ƒ7.50; Varseveld ƒ 2; Aalten B ƒ 2.50; Aalten A ƒ 2.50; Vorden ƒ2.47; Apeldoorn ƒ18.39; ^de vd vriendenkring ƒ4.42I/5J Maarssen ƒ 1: Zeist ƒ2.50; Vreeswijk ƒ5; Vinkeveen ƒ3; Amersfoort B ƒ2.50; Bunschoten A ƒ5; Loenen f 1; Colijnsplaat ƒ 2; Zierikzee ƒ 2; Heinkenszand ƒ 2.50; Terneuzen ƒ 10; Tholen B ƒ 2; Klundert ƒ2.50; Helmond ƒ1; Sleeuwijk ƒ 1; Wccsp A ƒ 2; Bussum ƒ 5; Andijk ƒ 5; Amsterdam ƒ 10; Hillegom ƒ2.50; Giesenoudkerk ƒ 5; Delfshaven ƒ5; Ouddorp ƒ249; Rotterdam A ƒ 25; Hazerswoude ƒ2; Kralingen ƒ 56.20; Strijen ƒ 5 33; Naaldwijk ƒ 5; Leiderdorp ƒ 5; O. cn N. Wetering ƒ 5; Schiedam ƒ 5; Voorburg ƒ 2.50; Ooltgensplaat ƒ 2; Zevenhuizen ƒ5.22; Maassluis B ƒ10; Barendrecht ƒ 20; Katendrecht ƒ 75; Zwijndrecht ƒ 58.29; Heerjansdam ƒ2.50; Rijsoord ƒ 22.

Vertrouwende dat deze aanvrage u doordringen zal van de noodzakelijkheid, waar ook de Classe Dordrecht zich hierover uitgesproken heeft in bedoelde circulaire, zoo is onze wensch dat de 8 a ƒ 900 die wij nog aan liefdegaven moeten ontvangen, om uit den grootsten nood geholpen te zijn, er spoedig zullen komen, en het neergedrukt Sion te Ridderkerk binnen korten tijd een ridderlijke mededeeling zal kunnen geven van de voltooiing van Kerk en Pastorie. Den Heere en Zijn volk dezen nood aanbevelende.

Na minzame broedergroete in afwachting namens den Kerkeraad der Geref. kerk van Ridderkerk, |De Comm. van Adat.

J. F.LACH Gz., Penningm.

Plaatsgebrek noodzaakt ons Adverlenliën tot een volpend Nr. uit te stellen. .

Boek- cn Courantdrukkerij :

nu Roever Kköbeb & Bakkls,

Amsterdam.