Afgevaardigden:

1. Amsterdam: • J. VAN OEVEREN.

2. Apeldoorn: G. L. VAN RIJN.

3. Appingedam; A. S. EMMENS.

4- Dieren: G. C. VERRIPS Az.

5. Dordrecht: N. M. BERGHOUT.

6. Goeree en Overflakkee: W. G. LTJESEN.

7. 's-Gravenhage: F. L. T. MOENE.

8. Haarlem: A. CREVELD.

9. Hoogeveen: J. SLAA Jzk.

10. Koevorden: JOH. RAVEN.

11. Leiden: G. v. PUTTEN.

12. N. W. Veluwe: W. C. v. d. WETERING.

13. Rotterdam: H. SEGAAR.

14- Tiel: A. J. AUGUSTIJN.

15. Utrecht: THEOD. ANDRÉ Jr.

16. Walcheren: J. M. v. d. REPE.

17. Zeist: J. J. JANSE.

18. Zwolle: J. VAN WESTENBRUGGE

en J. VOGEL.

4 Afd. waren niet vertegenwoordigd.

Als van ouds hebben wij door Gods gunst in „Irene" te Utrecht onzen „landdag" mogen houden, die prachtig bezocht was. De presentie-lijsten. gaven 99 namen, maar we telden een moment wel 144 bezoeken, zoodat de „kleine" Unie als de palmboom wast onder den druk.

Ongeveer 11 uur opende onze Voorzitter Toppen de vergadering. Na psalmgezang en gebed, las hij een gedeelte van psalm 103, het lied der vergankelijkheid, maar toch ook dat van vertrouwen en van hope.

Thans hield Toppen de gebruikelijke openingsrede, waarin hij Gode dankt, dat wij hier in welstand te samen komen, waar zoovelen zijn gevallen in dit haast verloopen jaar. Thans komen we bijeen om ons strijdprogram op te stellen voor het volgende jaar. Strijd tegen alles wat van binnen of van buiten onze positie bezwaart. Strijd tegen revolutie, ook strijd tegen 't conservatisme, maar voortwerken naar de behoeften van 't heden. Strijd voor de geestelijke vrijheid onzer scholen, en wat uit 't buitenland ons bericht wordt,