Art. 8. Donateurs, die zich op een daartoe opzettelik aangelegde, bij de sekretaris berustende lijst hebben doen inschrijven, hebben recht, indien hun donasie minstens evenveel bedraagt als de kontributie der leden, op rechtskundige bijstand en ondersteuning, onder gelijke voorwaarden als voor de leden zijn omschreven en vastgesteld.

Art. 9. De inkomsten van het Ondersteuningsfonds bestaan uit:

a. een deel van de inkomsten der Unie.

b. vrijwillige bijdragen.

c. een bijdrage van ten hoogste f 0.50, die door ieder lid moet gestort worden, wanneer het Hoofdbestuur zulks nodig oordeelt.

Art. 10. Het beheer van het Ondersteuningsfonds is opgedragen aan de Penningmeester van het Hoofdbestuur.

De kommissie, belast met het nazien der rekening voor de Algemene Vergadering, kontroleert tevens de rekening van het Ondersteuningsfonds.

Art. 11. De gelden worden gestort op de Rijkspostspaarbank onder het hoofd: „Unie van Christelijke Onderwijzers en Onderwijzeressen, afdelingOndersteuningsfonds".

Bij opheffing worden de gelden in de Uniekas gestort.

Art. 12. Wijzigingen in dit Reglement kunnen op dezelfde wijze worden aangebracht als dit is bepaald in art. 16 van het Huishoudelik Reglement.

Art. 13. Dit Reglement treedt in werking 20 Mei 1902.

|iiiiiiiiiiiiiiiiiih<iiiiiiiiiiiii mini minimum,mm mi

[ ZIJT QE NOG GEEN UNIE-LID? | EN STEMT GE MET DE STATUTEN IN? 1 | GEEF U DAN NOG HEDEN ALS LID OP! |

mi mi