schoolbestuur, waarbij het ontslag werd ingetrokken en met volle medewerking van beide partijen een goede oplossing van de moeilikheid tot stand kwam.

Voor kollega M. te N. dreigde eveneens ontslag. Door ingrijpen van het Hoofdbestuur werd dit nog voorkomen en ziekteverlof verleend, waarop de betrokken kollega volgens onze mening overeenkomstig de wettelike bepalingen aanspraak kon maken. De eerste verloftermijn loopt binnenkort ten einde. Het staat nog niet vast, of verlenging nodig zal zijn. In elk geval houdt het H.B. een oog in 't zeil.

Ook kollega 0. te P. ondervond moeilikheden. Eén onzer H.B.-leden besprak de kwestie met de betrokken Inspekteur, terwijl aan O. raad gegeven werd, hoe verder te handelen. Sedert werd niets meer van hem vernomen.

Het proces in hoger beroep, waarvan in ons vorige verslag sprake is, wacht nog steeds op een beslissing. Een ogenblik scheen het, alsof arbitrage hier ten slotte toch nog de oplossing zou brengen, maar deze is afgestuit op onwil van het schoolbestuur. De pleidooien zijn gehouden en binnenkort kan de uitspraak tegemoet gezien worden. Mr. Bruch behartigt in dit proces de belangen onzer cliënte.

Voorts dienden we een onzer leden van advies in een proces, dat de kursus-Holthuizen tegen hem had ingespannen. Iets is er reeds van in ons blad medegedeeld. De Kantonrechter zal nog deze maand vonnis wijzen, waarna verdere publikaties zullen volgen.

Verschillende kwesties zijn nog in behandeling, waarover tans geen mededelingen kunnen gedaan worden. Wie geregeld en aandachtig in de verslagen der H.B.-vergaderingen leest, wat daar onder de rubriek „Ingekomen stukken en mededelingen" de revue passeert, weet wel, dat er nog heel wat hapert aan de inwendige schoolvrede en dat het lang niet altijd goud is, wat er blinkt. We hebben dit jaar weer meer gepubliseerd dan we de laatste jaren gewoon waren te doen en zullen, naar we vrezen nog wel eens vaker van dit ,,paardemiddel" gebruik moeten maken. Vooral de preventieve kracht daarvan is niet gering te schatten en we menen er volkomen gerechtigd toe te zijn, waar we steeds en in elk konflikt weer proberen allereerst de weg der minnelike schikking te bewandelen, natuurlik met volle handhaving van het recht. Wanneer dan echter besturen nog op