wikkelen. Enkele van de in de O.C. met ons samenwerkende verenigingen zonden afgevaardigden naar onze algemene vergadering, wat we zeer op prijs stellen, omdat naast veel verschil in levens- wereldbeschouwing er toch ook een breed terrein voor samenwerking overblijft en de wederzijdse waardering en samenwerking onze invloed en positie naar buiten slechts versterken kunnen.

Met verschillende organisaties bij het christelik onderwijs werd deelgenomen aan het 3e chr. nationaal schoolkongres, dat in allen dele geslaagd mag heten. Onze afgevaardigden, v. Ditmarsch en Zweers, hadden een aandeel in de voorbereiding, maar een grote voldoening was er toch zeker voor ons allen in gelegen, dat onze voorzitter in een der drukst bezochte sektievergaderingen kon spreken over „De zelfstandigheid v. d. onderwijzer in onze scholen". Daar deed de Uniebazuin geen onzeker geluid horen. Hier kon ieder duidelik vernemen voor welk ideaal de Unie strijden wil, wanneer ze de leuze aanheft: „Emancipatie ook voor de christelike klasseonderwijzer". Des te meer is het een reden tot verheuging, dat er vanuit de vergadering zo weinig prinsipiëel verzet i'ees. „Les idéés marchent! ' kunnen we ook hier getuigen. Unieleden, zorgt door uw propaganda, dat we ze zo nu en dan een zetje geven om sneller te kunnen marcheren en het doel des te eer te bereiken1

Nu we het toch over kongressen hebben, moeten we ook nog herinneren aan het salariskongres der Onderwijs-Centrale, de 15e December 1928 te Amsterdam gehouden, waar voor een drukbezochte vergadering door de heren Menke (Nijverheidsonderwijs), Schoemaker (N.O.G.) en Jungcurt (Unie) geprotesteerd werd tegen de nieuwe salarisbesluiten, waarvan zelfs het Handelsblad erkennen moest, dat het een „bescheiden verhoging" was en waarvan alleen de Standaard als van een „aanzienlike verbetering" dorst spreken.

Van de Standaard tot de politiek! II n'y a qu'un pas! Door het Centraal Comité van Antirev. Kiesverenigingen werden we uitgenodigd met het oog op zekere periodieke politieke gebeurtenis eens te komen vertellen, welke wensen er in de boezem onzer organisatie leefden en nog leven. Homan en ondergetekende hebben zich ten overstaan van de heren Colijn en Den Ouden van die taak gekweten en rekenschap in het orgaan daarvan afgelegd. Een kort program betreffende onze rechtspositie, salariëring, pensioen-