Echter niet, alsof de kerk hier stond voor een gansch nieuwe taak en ze nog nooit iets geleerd en beleden had.

Onze kerk heeft haar belijdenis in de drie formulieren, de Ned. geloofsbelijdenis, de Heid. Catechismus, de vijf Dordtsche leerregels. Echter die heeft ze ook niet als eind van alle tegenspraak. Haar grootste schat is het Woord, de Bijbel op haar kansel, waaruit de belijdenis is geput en die, zelf rijker en dieper dan deze, nooit door haar mag verdrongen.

Zoo kan de Christus Zijne kerk stellen voor de taak om rijker schat nog uit Zijn Woord te putten. Bij het handhaven der belijdenis blijft daarom het recht van beroep op het Woord, of de kerk door de levende leiding des Geestes al dieper worde ingeleid in de Waarheid en wete of ze nieuwe leering als dwaling moet verwerpen of als dieper, klaarder inzicht aanvaarden.

We weten niet, wat gebeuren zal als de reorganisatieeisch wordt uitgevoerd: Handhaving der belijdenis met recht van beroep op Gods Woord door wettig de Kerk vertegenwoordigende vergaderingen. Maar we weten, dat aan dezen eisch moet voldaan, opdat onze kerk niet zij een speelbal van alle wind van leer, maar haar christelijk karakter vertoone en den Christus der Schrifte belijde.

Daarom laten we van dezen eis'ch niet af.

J. CH. K.

VRAGENBUS.

Dr. Hoedemaker als door-en-door-Nederlander.

Onlangs vroeg ons een dame-lezeres om nog eens eenige bijzonderheden op te halen uit het leven van wijlen Dr. Hoedemaker.

Nu, in dezen komkommertijd, nu wij niet zoo'n overvloed van vragen hebben, nemen wij het er van om terwille van onze geachte lezeres en van hen, die hare sympathieën deelen, nog eens op haar verzoek in te gaan.

Dr. Hoedemaker was zoo'n door en door Nederlander.

't Was niet toevallig, dat hij, toen hij voor de laatste keer voor de Koningin preekte (in de Nieuwe Kerkte Amsterdam), in zijn preek het vers van Da Costa aanhaalde, hetwelk hij later, aan den maaltijd bij Hare Majesteit, op verzoek, nog eens deed hooren:

„0 Nederland, gij zult eens weer, het Israël van het Westen worden, God zal uw Kerk met heil omgorden" ...

Neen, dat was niet toevallig. In dat vers lagen eigenlijk al Hoedemakers idealen vervat.

Wij herinneren ons een geestigen toast j van Ds. Wagenaar uit Rotterdam. i

't Was aan het diner, dat gegeven werd , bij gelegenheid van het veertigjarig , ambtsjubileum van Dr. Hoedemaker. In het Biblehotel te Amsterdam.

Eén van de predikanten van buiten, die aan het diner was genoodigd, was te laat aan tafel verschenen. Hij had zich ■ n.1. begeven naar het American Hotel : op het Leidsche plein, meenende dat daar de maaltijd was aangericht. Daar had hij echter vernomen, dat hij moest wezen in het Biblehotel in de Warmoes- ] straat, een heel eind ervandaan. Geen ; wonder dat hij binnenkwam, toen wij, anderen, al lang aan den disch aanzaten.

Naar aanleiding daarvan hield Ds. Wagen aar toen zijn toast.

Het Amerikaansche hotel en het hotel, waar een goede ouderwetsche Hollandsche Bijbel uithangt, die twee teekenen Hoede- j makers leven. In Amerika ontving hij zijn opvoeding, en die opvoeding liet ook hare sporen na. Maar hij was en bleef toch Hollander van dat soort, dat leefde bij ' en uit het oude beproefde Bijbelwoord. Zoo was het.

Dat Hoedemaker in Amerika geweest was, dat kon men aan menige preek bemerken. Wat 'n Amerikaansche beelden, van den Niagara-water val, etc., vulden met alleen zijn preeken, maar verduidelijkten ze en gaven daaraan een eigenaardige c bekoorlijkheid. j

Maar onder alles was en bleef Hoede- s maker toch Hollander en heelemaal geen c Amerikaan. f

Hij hield zoo van de zonen van ons \ *olk. Hij verstond ze en leefde met hen I ^ee. 't Was hem geen last, maar een lust \ sich onder de eenvoudigen te bevinden, c Vandaar, dat hij niet alleen gaarne c Preekte in de groote steden en zijn woord I liet hooren voor de ooren van de grooten e der aarde, maar met even grooten lust en I liefde in lokalen in buitenwijken der c groote steden en in de kleinste dorpen i en op de eilanden voor de gemeenten i

optrad.

1 ,'!/><! vaa,k preekte Hoedemaker, buiten s gewone diensten in de groote Amster- i

r damsche Kerken, in het kerkje aan den t Overtoom, in het lokaal aan het Hoedemakerspad ( toevallig dat het zijn naam e droeg!) en in dergelijke uithoeken, waar geen grooten en aanzienlijken kwamen, e maar alleen de eenvoudige bewoners der t buurt, en die Amsterdamsche vrienden, r die gewoon waren hem overal te volgen, 1 door dik en dun.

3 Hoedemaker was dan ook altijd met i predikbeurten bezet; veel meer dan hij in staat was te vervullen. Als iemand hem i aanklampte voor een preek hier of daar, i nam hij het altijd gereedelijk aan. En r om dan vooral niet in de war te raken en l straks een berisping op te loopen, omdat } hij het weer verkeerd had gedaan, schreef ; hij het dan onmiddellijk op een strookje

> papier, dat hij zorgvuldig bij zich stak.

l Maar ach! z'n geachte huisvrouw moest . dan vaak, voor één Zondag, vier of vijf s of nog meer van die uitnoodigingen, die : hij alle had aangenomen, uit zijn zak te voorschijn halen en zij zag zich dan genoopt

> er maar onmiddellijk het grootste gedeelte ■ van af te schrijven.

Eén van de plaatsen, waar Hoedemaker gaarne preekte, was het eiland Marken. Die Markers hadden z'n hart gestolen. Met 'n botter stak hij naar hun eiland over. En hij at gebakken bot met hen. En zat onder hen en praatte met hen en preekte voor hen als één hunner.

„Ja", zei de oude ouderling Kaars, dien wij eenmaal spraken: „Ds. Hoedemaker is bij ons thuis zooals niemand anders. Hij is bij ons net als 'n groot kind. En dan hebben wij ook niks geen last van de geleerdigheid, want hij spreekt enkel uit den Bibel en uit en voor het leven."

Dat was één van de geheimen van Hoedemaker.

Hoedemaker was in zijn wetenschappelijke werken niet zoo klaar en helder als b.v. Dr. Kuyper.

Wanneer ge een boek van Dr. Kuyper met aandacht leest en ge sluit het boek, dan hebt ge gewis veel genoten en veel geleerd, maar ge weet nu ook aljes wat er in staat.

Maar als ge een boek van Hoedemaker leest en ge zijt in die lectuur niet thuis, dan tien tegen één, dat ge zegt: dat is niet te begrijpen.

Wanneer ge u dan inspant, dan komt ge er langzamerhand achter, wat Hoedemaker bedoelt, en dan meent ge dat ge et nu wel weet.

Maar als ge dan later datzelfde boek nog eens ter hand neemt, dan zegt ge: ik heb het eigenlijk nooit begrepen; nu begin ik er eigenlijk eerst wat aan te krijgen. ,

En als gij het voor de tiende maal < leest, dan ontdekt ge er nog dingen in,

die ge vroeger nooit hadt opgemerkt en i

ge blijft er uit leeren. Ja, nu begint ge >

eerst te merken wat 'n mooi boek het is. 1

Zoo was Hoedemaker in z'n geleerde <

werken. 1

Soms ook wel in z'n preeken. <

Maar als hij sprak voor het volk, dan ]

wist hij de waarheid van Gods Woord i

zoo te behandelen, naar de behoeften van r'

hun leven en met kennis van hun leven en 5

met beelden uit hun leven, dat de een- k

voudigste, als hij ten minste geen vreemde- 1

ling was in de dingen des Heeren, er van £

kon genieten. (

O, zeide hij eenmaal tegen den ouderling é

Kaars, toen hij op Marken aan wal stapte: c

„nu ben ik weer onder mijn volk!" ^

De geleerde, deftige Amerikaansche

Hoedemaker onder de Marker-broeken. 1

Omdat hij was zoo'n door-en-door-Hol- ^

lander! 1'

R. C. A. L. I

"V

N.B. Dit stuk lag, met eenige andere, e reeds sinds ettelijke weken in onze portefeuille. ^

INGEZONDEN. §

Reorganisatie der Herv. Kerk. ^

Steeds.lees ik met het grootste genoegen h

de stukken van den Eindredacteur en Dss. v

Kromsigt, Bakker en vele andere bekwame h

schrijvers over Nieuwe Doléantie of Re- if

organisatie, en ik heb dikwijls gedacht 's

bij het lezen dier stukken: is er nu geen u

weg te vinden om die menschen in onze b

Historische Kerk, die zoo gaarne Doléantie s<

willen, eens voorgoed wijs te maken, dat v

ons volk dat niet wil. Ik ben er zeker van b

overtuigd, dat ieder, die de Vaderlandsche n

Kerk lief heeft en de heerlijke prediking rr

eiken Zondag geniet bij Ds. Posthumus ei

Meyjes en anderen te 's-Gravenhage en 1

ook in andere plaatsen, toch moet uit- h

roepen: heerlijk zulke levenswoorden te v

mogen beluisteren! y

De op doleantie aansturende leden ver- b

staan en begrijpen de dingen niet. Als u

men waarachtig de Herv. Kerk lief heeft, v

;n zoekt men geen scheiding maar het middel e- tot genezing. Is het niet mogelijk in den m a.s. winter op elke plaats een lezing te ir houden met debat over dat vraagstuk, en i, dan geloof ik, als het duidelijk uiteen gejr zet wordt, honderden van hun doleantiei, koorts zullen genezen zijn.

i, Met vriendelijken dank voor plaatsing, Hoogachtend, K. B. L. JONGEPIER. ij Lid der Ned. H. K.

n

■> Met genoegen plaatsen wij dit. Wij n verblijden ons, als er broeders zijn die n in onze Kerk worden verkwikt door een t heerlijke prediking. En wij verblijden ons f ook, als er gezegd wordt dat ons volk, dat e zulk een prediking kan genieten, van geen

afscheiding wil weten.

t Ja, daarop ,mag wel eens de nadruk f gelegd: er zijn krachten aan het werk e om onze Kerk te sloopen, maar dat wil e ons Gereformeerd volk niet; ook niet in de t Bondsgemeenten. Als 't gelukken zou die e gemeenten er toe te brengen, zou 't door list en bedrog moeten gaan, want ze r willen het niet. Laat ons er bijvoegen: ook • in den Gereformeerden Bond zijn gelukkig . lang niet allen voor de nieuwe afscheidings1 beweging.

Maar nu moeten wij onzen geachten ï inzender toch ook nog iets anders onder het oog brengen. Wij moeten niet denken: i alles is in onze Kerk in orde, als wij nog f maar de rechte prediking kunnen hooren. . Dat was 't juist, waartegen wijlen Dr. i Hoedemaker zoo waarschuwde. Er moet 3 niet alleen van sommige kansels, ja van j alle kansels een goed getuigenis worden vernomen, maar de Kerk in haar geheel i moet weer in hare vergaderingen getuigen van wat zij in het Woord gevonden heeft en wat is naar dat Woord of wat is tegen i het Woord.

Derhalve: die een goede prediking mogen hooren, danken God daarvoor, maar blijven staan naar Kerkherstel of Reorganisatie.

En die zelf geen goéde prediking kunnen hooren, geven daarom den moed voor de Kerk nog niet op, maar blijven het her- : stel zoeken, bij God en bij de menschen. 1

I C. A. L. :

L ANDSHULDIGIN G S-C OMITÉ 1898-1923. 1 Nationaal Huldebetoon September 1923. <

's-Gravenhage, 30 September 1922. 1

Zooals bekend is zal H. M. de Koningin, ter gelegenheid van Hoogst Derzei ver Zilve- ] ren Regeerings-Jubileum in September 1923, behalve de hoofdstad des Lands, ] ook de elf hoofdsteden der provincies met j een Koninklijk bezoek vereeren. (

Van meerdere zijden is het verlangen kenbaar gemaakt zoowel bij het bezoek c aan de hoofdsteden der provincies, als tijdens het verblijf van H. M. te Amsterdam j onze Koningin een treffend blijk te geven j van aanhankelijkheid, liefde, trouw en e erkentelijkheid. Waar een centraal comité, onder voorzitterschap van den burge- j meester van Amsterdam, de leiding op ] zich zal nemen, onze Landsvrouwe een stoffelijk bewijs van hulde, namens de geheele natie aan te bieden, daar heeft het „Landhuldigings-comité 1898—1,923" gemeend een goed werk te doen met het * organiseeren van een groote huldebetoo- c ging, zoowel in elk der elf hoofdsteden van de provincies, als in de hoofdstad des ï Rijks. ^

Zij stelt zich voor: ^

le. Te Amsterdam, het brandpunt der viering van het Zilveren Regeerings-Jubi- " leum, een monster-huldebetooging te doen J plaats vinden, waarbij zooveel mogelijk ~ vereenigingen uit geheel ons land, door ^ een zoo groot mogelijke deputatie met vaandel, en zoo mogelijk met eigen muziek- £ korps zullen zijn vertegenwoordigd.

-e; In elk der hoofdsteden van de j' provincies een dergelijk huldebetoon te ' doen plaats vinden op kleinere schaal. ^ Het organiseeren van een dergelijk j huldebetoon, is een zeerveelomvattenden, langdurigen arbeid, waarbij de steun der p vereenigingen onmisbaar is. Het Landshuldigings-Comité,waarvan het secretariaat e is gevestigd Luthersche Burgwal 13 te o s-Gravenhage, verzoekt bij deze nog- .. raaals alle vereenigingen, vak-organisaties, 2 bonden e.d., die met de hierboven om- 61 schreven plannen instemmen, alsnog hun "" verlangen tot deelname aan de hulde ha betoogingen, onder duidelijke opgave van D naam en adres, schriftelijk kenbaar te ui maken, aan het hierboven vermeld se- ha cretariaat van het Landshuldigings-comité 1898—1923. Zij zullen ter gelegener tijd, he half November provinciaalsgewjjze, ter va vergadering worden uitgenoodigd voor va verkiezing van provinciale afdeelings- va besturen, en andere besprekingen omtrent br uitvoering der plannen. Uit elk der pro- 3VI vinciale afdeelings-besturen zullen 2 leden va

Lel worden gekozen ter uitbreiding van het en ,;Landshuldigings-comité 1898—1923". te ^ Bovendien wordt in opdracht van sn 's Lands-huldigings-Comité een Gedenke- boek uitgegeven, opgedragen aan H. M. e- de Koningin, en waarvan H. M. een exemplaar in bijzondere uitvoering wordt g, aangeboden, met achterin de namen der inteekenaren, die zoodoende blijk geven t. aan deze huldiging mecl^ te doen. Reeds i. hebben een 200 vereenigingen zich aangemeld.

rij

ie WINTERLE ZINGEN.

ÏÏL

lg De vorige week gaven wij een lijstje van xt hen, die genegen zijn, op verzoek, een ,n Winterlezing te houden voor Confessioneele Vereeniging of andere Christelijke k corporatie.

Thans kunnen wij nog noemen: il Ps' ^Hooijer, te Rhenen (liefst op £e Dinsdag of Vrijdag); onderwerpen: Het je Gebed, Pilatus, Hedendaagsch bijgeloof. )r En Dr. W. Lodder, te Doorn. Deze spreke beeft meer dan één onderwerp, k T I^S- 9- A. Lingbeek te Reitsum is in g Januari of Eebruari bereid te spreken over artikel 36 der Gereformeerde Geloofsbelijdenis.

* LEESTAFEL.

i: Timotheüs. Maandaflevering van

g September.

i. Weer ligt het oude bekende en bij velen \ terecht zoo geliefde tijdschrift voor ons. t Al aanstonds bij het openslaan lazen wij a een stichtelijk stuk: „Het gebed voor de a Overheid," dat ons goed deed. Ja, wat ■l is het een voorrecht te mogen bidden, ï maar ook wat is er een reden en een stof t om te bidden, en wat is 't dus een schandeï lijke ontrouw, dat wij zoo weinig en zoo slecht bidden! Verder bladerend zagen wij i een portret van onze lieve Koningin in het i jaar 1892 vervaardigd, in Eriesch kostuum . en daarnaast een portret van onze lieve i Prinses Julia-na, nu dertig jaren later 3 vervaardigd, in Zeeuwsch kostuum. God

■ zegene en spare beiden voor Friesland Zeeland, ]a voor geheel Nederland en lndie.

Verder is deze aflevering weer rijk aan verhalen („De schat in den hemel" wordt nog voortgezet) en stukken over allerlei . onderwerpen. Over den Kerkvader Ambrosius een stuk met portret. Of het portret, dat wij met aandacht bezagen, gelijkt . weten wij niet, maar wij hebben in den

■ laatsten tijd allerlei preeken, brieven etc. van dezen Kerkvader gelezen en hebben bemerkt dat er over Ambrosius nog wel iets meer zou zijn mede te deelen dan ge doorgaans in Kerkhistorische handboeken vindt. Niettemin hier in „Timotheüs" vinden wij reeds veel belangrijks bijeen.

Ook op plantkundig en algemeen natuurkundig gebied geeft dit blad populaire bijdiagen. En dan nog over menschen en dingen van onzen tijd.

God stelle dat Christelijk tijdschrift bij voortduring tot véél zegen!

R' C. A. L.

NED. HERV. KERK.

Drietal te: Oppenhuizen: H. W. te Winkel te Vollenhove. W. G. Krijkamp, te Birdaard en J. Nauta, te Workum.

Tweetal te: IJsselmuiden: H. A. Leenmans, te Bodegraven en IV1, B. Verkerk, te Gouderak.

Beroepen te: Leeuwarden (vac. Groot Enzennk): W. G. C. Beerekamp, te Zwammerdam en (vac. Heesen): C. G. Wagenaar te Usquert. Garderen: M. B. Verkerk te Gouderak. Overdinkel: D. E. Boeke te Schagen. IJsselmuiden: H. A. Leenmans, te Bodegraven. Uitwierde: H. J. Bloemhoff te Harkstede.

Aangenomen naar: Lexmond: S. Goverts, te Nijkerk (Fr.). Amsterdam: M. T. A. de Vrijer, te Bloemendaal. Amsterdam: J P van Bruggen, te Delfshaven. Asten: P. van Dam, te Heerewaarden. Bovensmilde: F. L. Kan, te Oosterhout.

Bedankt voor: Blokzijl: P. Siemelink, te Gaastmeer. Oude-Tonge: M. B. Verkerk te Gouderak. Staphorst: B. N. B. Bouthoorn,' te Wapenveld. Driesum: H. Japchen, te Den Bommel. Rotterdam: H. W. J. C. Hanselaar, te Heerjansdam. Jisp: E. K. Groeneveld, em. pred. te Rotterdam.

De Algemeene Synodale Commissie is voor hare najaarsvergadering bijeengeroepen op Dinsdag 21 Nov. 1922, des voormiddags 11 uur in het gebouw der Synode te 's-Gravenhage.

Leden der Synodale Commissie zi)n de heeren: Ds. A. de Haan, van Zwolle, Ds.C. T van Paassen, van Haarlem, Dr. G. J. Weyland' van Veere, President, Prof. Dr. W. Aalders' van Groningen, Ds. F. Tammens, van Zuidbroek, Kr. Timmers, van Klundert G E M* Pjcard, van Arnhem en H. Veenman' van Wageningen.

is gevestigd Luthersche Burgwal 13 te