een wereldoorlog. Zoolang de machtsmiddelen der staten nationaal georganiseerd blijven, zal o.i. uitoefening van internationale dwang steeds op onoverkomenlijke moeilijkheden blijven stuiten. Slechts een internationale politiemacht, die de orde onder ontwapende staten moet handhaven, zooals wij in een vorig artikel schreven, schijnt ons uitvoerbaar.

Na de mislukking van het Protocol van Genève heeft men verschillende meer beperkte verdragen gesloten. Om de veiligheid van Europa te verhoogen kwamen in 1925 de verdragen van Locarno tot stand, bij gelegenheid waarvan Duitschland tevens als lid tot den Volkenbond werd toegelaten. Deze verdragen bevatten een verklaring van Duitschland, dat het voorgoed berust in zijn westelijke grens (dus nimmer pogingen om Elzas-Lotharingen terug te krijgen zal ondernemen), terwijl Engeland en Italië op zich nemen bij uitbreken van een oorlog tusschen Frankrijk en Duitschland de zijde van den aangevallene te zullen kiezen. Ook deze bepaling is weer niet zonder gevaar, daar zij bij gewapend conflict voor Engeland en/of Italië een voorwendsel om mee te doen kan zijn. Voorts kwamen verzoenings- en arbitragebepalingen tot stand tusschen Duitschland eener- en België, Frankrijk, Polen en Tsjecho-Slowakije andererzijds. Omtrent de Oostelijke grenzen van Duitschland werd bepaald, dat deze slechts op vreedzame wijze veranderd mogen worden, terwijl Frankrijk veiligheidsgaranties ten behoeve van Polen en Tsjecho-Slowakije op zich nam. De regeling in het westen is dus vollediger dan die in het oosten. Aanvankelijk hadden de verdragen van Locarno een zeer gunstigen invloed op de internationale verhoudingen in Europa, maar de laatste jaren is daarvan helaas niet veel overgebleven.

Een nieuwe poging om tot een algeheel oorlogsverbod te komen werd in 1927/'28 ondernomen door den Amerikaanschen staatssecretaris Kellogg en den Franschen minister van Buitenlandsche Zaken Briand. Op 27 Augustus 1928 leidde deze tot het z.g. Kelloggverdrag, waarvan de inhoud luidt:

„De President van het Duitsche Rijk, de President „der Vereenigde Staten van Amerika, (enz., opsom„ming der staatshoofden)

„Diep doordrongen van hun heiligen plicht om het „welzijn der menschheid te bevorderen;

„Van meening, dat het oogenblik is gekomen over „te gaan tot een openlijk afstand doen van den oor„log als werktuig van nationale politiek, opdat de „vreedzame en vriendschappelijke betrekkingen, die „thans bestaan tusschen hun volken kunnen worden „voortgezet;

„Overtuigd, dat alle veranderingen in hun weder„zijdsche betrekkingen slechts door vreedzame middelen mogen worden nagestreefd en in orde en vrede „worden verwezenlijkt, en dat elke tot dit verdrag „toegetreden mogendheid, die desondanks haar natio„nale belangen zou zoeken te bevorderen door middel „van oorlog, de voorrechten van dit verdrag zal „moeten missen;

„In de hoop, dat bemoedigd door hun voorbeeld „alle volken der wereld zich bij deze menschlievende „pogingen zullen aansluiten en door toetreding tot „dit verdrag terstond na zijn inwerkingtreding eveneens van zijn heilzame bepalingen zullen genieten, „waardoor de beschaafde volken der wereld ver„eenigd zouden worden in een gemeenschappelijk „afstand doen van den oorlog als werktuig van „nationale politiek;

„Hebben besloten een' verdrag te sluiten en hebben „te dien einde als hun gevolmachtigden benoemd:

„(enz.; volgen de namen der gevolmachtigden) „die na elkander hun in goeden en behoorlijken vorm „bevonden volmachten te hebben medegedeeld het „eens zijn geworden over de volgende artikelen:

„Art. 1: De hooge verdragsluitende partijen verklaren plechtig uit naam harer volken, dat zij het „overgaan tot oorlog veroordeelen voor de beslechting van internationale geschillen en ervan afzien „als werktuig van nationale politiek in haar weder„zijdsche betrekkingen.

„Art. 2: De hooge verdragsluitende partijen erken„nen, dat de regeling of de oplossing van alle geschillen of conflicten, van welken aard of oorsprong „die ook zijn mogen, die tusschen haar mochten rij„zen, nooit anders dan door vreedzame middelen mag „worden gezocht.

„Art,. 3: Dit verdrag zal worden geratificeerd door „de in de inleiding genoemde hooge verdragsluitende „partijen volgens de vereischten harer onderscheiden „staatsregelingen en het zal tusschen haar in werking „treden op het oogenblik, waarop alle verklaringen „van ratificatie te Washington zullen zijn neergelegd." (volgen nog eenige bepalingen omtrent toetreding van andere mogendheden.)

v. d. B.

Ontwapening als eisch Gods!

Ons lid K. W. Braaksma, Adr. Brouwerstraat 9, Huizum, heeft een brochure geschreven onder den titel „Ontwapening als eisch Gods!" Gaarne bevelen wij dit geschriftje onzen leden ter verspreiding aan. De verkoopsprijs is 10 cent; voor onze af deelingen is de brochure evenwel verkrijgbaar a 7Va cent per ex. Bestellingen te richten aan het bovenvermelde adres. Over den inhoud kunnen wij niet meer zeggen, omdat we wegens weinige plaatsruimte aan broch.-bespreking voorshands niet kunnen doen. Gaarne wenschen wij onzen vriend Braaksma succes met zijn uitgave.

H. L. v. BR.

Het fascisme

Wie de ontwikkeling van het Hitler-regiem in Duitschland gadeslaat, komt almeer tot de overtuiging, dat er tusschen het fascisme en het communisme geen wezensonderscheid is. Het fascisme ontpopt zich al driester als 'n geweldsysteem, dat, wat zijn middelen betreft, teruggrijpt naar de tijden van barbarisme. Moord, roof, verdrukking zijn de kenteekenen van dit systeem. Het is klaar als de dag, dat het fascisme niets gemeen heeft met eenig christelijk beginsel, al bazelt men over God en Voorzienigheid.

Geweld is in den hitleriaanschen heilstaat op de troon gezet; geweld tegen eiken andersdenkende. Men keert zich tegen alle andere partijen, zelfs tegen de Duitsch-nationale „broeder"-partij, en het R.K. Centrum. Men ontbindt de soc. vakbonden en steelt hun bezittingen. Hitier tracht thans ook de Kerken te overmeesteren; hij vermoordt de Chr. Vakbeweging en verklaart haar leiders tot vijanden van het „arbeidsfront", dat zijn vertegenwoordiger heeft in den beruchten Dr. Ley.

De Christen staat, moet staan vijandig tegen heel de fascistische geestesrichting. Wij verfoeien dit fascisme uit den grond van ons hart, omdat niets zóó zeer vierkant tegenover onze beginselen staat, dan het systeem van moord en plundering, dat in Hitier haar god vindt.