Wat zeg je wel van Abessinië, Jansen?

Van Abessinië? Dat 't een groot schandaal is!

En of! Een schandelijke historie voor onze tijd. Hoe is 't ter wereld mogelijk!

O ja, . . . jij bent antimilitarist, hè? Nou, wat zeg je er nu wel van? Waar blijven jullie nou met je antimilitarisme ?

Hoe blijven?

Hoe blijven, hoe blijven! Wel natuurlijk: zie je nou niet het hopeloze van jullie idealisme? . . .

Hoor eens Pieterse, jullie zijn buitengewoon hardleers; houd me ten goede.

Hoe zo?

Wel, hoe vaak hebben we nu al niet betoogd dat-

ons standpunt mets te maken heeft met wat jij bedoelt onder „idealisme"?

Nou ja . . .

Nee, niks nou ja! Dat fabeltje moest nou toch allang de wereld uit zijn. Wij zijn niet zo gek, dat we de mensen en de wereld zó ideeël achten, dat we tot de conclusie zouden komen: die mensheid, die wereld zal nooit meer naar een oorlog talen, weg met de bewapening. We weten maar al te goed, dat de mens verdorven is en tot alle slechts in staat. Dat zegt Gods Woord ons wel. Maar 't gaat er ons om, dat we oorlog zondermeer zonde achten, en daarom zijn we antimilitarist.

Goed, goed, maar dan vraag ik toch opnieuw: waar blijven jullie nou als je ziet hoe 't met Abessinië is gegaan ?

Waar we blijven? Wel, waar we aldoor geweest zijn! Op hetzelfde punt: oorlog is zonde!

Ja maar, houd nou toch eens rekening met de werkelijkheid. Daar heb je nou Abessinië. Is er schandelijker overval denkbaar dan van het „Christelijke" Italië op het „barbaarse" Ethiopië, dubbel erg, doordat beide staten lid van één Volkenbond zijn ? Moest het land zich niet verdedigen tegen die roversaanval ? Neem nou de spanning in het verre Oosten. Moet China zich niet met hand en tand verzetten tegen de brutale invasie van Japan, dat als een parasiet zich al dieper ingraaft in het lichaam van het chinese rijk? We leven nu eenmaal nog in een tijd, de feiten wijzen 't uit, dat georganiseerde roofovervallen door staten jegens elkander plaats vinden. We zijn heus niet boven de mentaliteit der middeleeuwen uitgekomen. Nou zeg je, dat oorlog zonde is . . .

Is oorlog dan geen zonde ?

Nou, oorlog is mensonwaardig, is het meest ontaarde bedrijf dat zich denken laat; ten toppunt gevoerde bestaliteit — daar, je ziet dat ik de oorlog helemaal niet verheerlijk . . .

Ja, maar is oorlog zonde, ja of nee? . . .

... Ja, oorlog is zonde. Maar nu vraag ik je: wat moet een volk nu doen, dat door een ander aangevallen wordt ? Dan moet het zich toch verweren! Die dat niet doet is een prooi van het internationale gespuis ! Nog eens : neem nu China. De Volkenbond heeft 't hemelse rijk gewoonweg aan de hebzucht van Japan prijs gegeven. Moet dit rijk dan niet grijpen naar het middel van verweer tegen de Japanse inval? Wat zeg je daar nu van?

. . . Toch een fijne vent!

'n Fijne vent ? Waar heb je 't over ?

O, ik bedoel Dinges.

Maar we hebben 't toch niet over Dinges ? Dat weet ik wel, dat Dinges een fijne vent is, maar ik vroeg je wat over Japan en China. Heb je last van verstrooidheid ?

Neen, maar ik moet geregeld aan Dinges denken, hè ? Dat is je toch wat, als je de keuze hebt tussen recht door zee en er onder gaan, of een klein ge-

menigheidje en uit de brand zijn, om dan voor het éérste te kiezen ? Daar is geloof en beginselvastheid voor nodig . . .

Dat is zo, maar laten we nu blijven bij ons onderwerp . . . Nou wat zeg je er nu' van, moet China gri]pen naar het middel van verweer, ja of nee ?

Zoals jij de zaak stelt, ja, dan natuurlijk.

Prachtig, dat is nu waar ik je hebben wil. Voel je nu niet, dat daardoor je antimilitarisme helemaal in de knel komt?

Nee, dat voel ik niet.

Weer wat nieuws. Laten we dan dichter bij huis blijven. Stel eens, dat Japan straks zin krijgt in onze kolonies, wat ben jij dan van plan ?

Ik niks.

Zo, maar wat moet Nederland nou doen in dat geval?

Wat zou Nederland zo al kunnen doen, denk je?

Nou, een beroep doen op de Volkenbond.

Goed, maar maak je geen illusies, de grote mogendheden riskeren heus geen conflict met Japan over onze koloniale bezittingen. Je hebt eer kans, dat ze met elkaar de buit verdelen. En dan? Wat wou je dan doen ?

... Ja, we kunnen niet veel doen, dat geef ik toe, als de Volkenbond ons in de steek laat. 't Zou onzin zijn om onze vloot aan Japan te wagen, geen schijn van kans. Maar 't blijft toch een weergaloos gemene streek van Japan, waar of niet?

Och kijk eens, Indië is natuurlijk voor ons van groot belang, dat weten we allemaal. Maarre ... ik vind in de kolonisatie-historie van ons en van de andere koloniale mogendheden zoveel beschamends, dat ik maar niet al te veel wil afgeven op Japan . . . Het is nu eenmaal niet verheffend, aan te zien dat rovers elkaar de buit betwisten, hè ? . . .

Ook al goed, dan gaan we nog dichter naar huis. Stel, dat Duitsland ons land zou willen inlijven bij het herrezen Germanendom. Wat moeten we dan doen ?

Ons beroepen op de Volkenbond!

Maar als de Volkenbond niets doet? Duitsland is niet aangesloten !

Dan liever het onrecht lijden, van te worden ontrecht, dan ons recht zoeken te handhaven door het gruwelijkst onrecht te bedrijven. Want oorlog is zonde! Dat wil zeggen: het ganse complex van handelingen, dat we aanduiden met „oorlog", is 'n aanéénschakeling van zonden. Het is niet 't voornaamste of we zelfstandig blijven. Het voornaamste is, of we bereid zijn als Christen-natie al de druk te dragen die de navolging van en de gehoorzaming aan Christus ons oplegt.

Maar als de Volkenbond nou wèl helpt? We kunnen anderen toch niet voor ons laten vechten en zelf de brave Hendrik uithangen?

We moeten ook niet voor ons laten vechten. Economische en finantiële sancties, mits serieus en krachtig toegepast, zijn op zichzelf voldoende om een staat van oorlog af te houden. Dat met Abessinië is poppekast geweest. Als 't maar goed wordt aangepakt! . . . In elk geval geen oorlog; oorlog is zonde!

Zeg, ik kom met jou ook niet verder!

Vindt je? Waar wil je me dan hebben?

Ik wil je daar hebben, waar je hoort te staan als goed Nederlander. Denk eens aan de zegeningen, die we als natie van God hebben ontvangen in de loop der tijden. We zien toch duidelijk Gods hand in onze historie. Hebben we geen geschiedenis om, ook in dat opzicht, trots op te zijn?

In veel opzichten, ja.

En als nu dit alles bedreigd wordt door een andere staat, moeten we onze heiligste goederen . . .

Nou, nou, „onze heiligste" is zo'n groot woord!

Goed, moeten we onze nationale zelfstandigheid dan