Bklc. 4:

gelie. Ook de opleidingsschool zal den arbeid ten goede komen ; en r.iet minder de straks op te richten school voor meisjes uit den javaanschen adel. Moge spoedig ook de christelijke school verrijzen voer onze kinderen. Er is zulk een dringende behoefte aan. Ook met het oog op de kinderen der missionaire arbeiders. Indien alle Kerken ons helpen, dan zal de school wel spoedig kunnen worden opgericht. Onze oudste zoon moest al noodig op school, maar er is geene gelegenheid voor. En zoo wordt Jogja al meer het centrum van den Zendingsarbeid. Moge nu ook Solo spoedig worden geopend.

Gij vraagt verder nog eenige inlichtingen omtrent de regeling der salarissen der helpers. Deze zaak zal ik op de Algemeene Vergadering ter tafel brengen. Mijns inziens moeten die regelingen nog niet te vast bepaald worden en één en ander naar omstandigheden geregeld worden door de zendende Kerken in overleg met de missionaire arbeiders. Ik hoop u in December hierover uitvoeriger te schrijven, wijl dan de Algemeene Vergadering gehouden wordt. Namens de gemeente betuigen wij den Kerkeraad en inzonderheid den heer Hovy onzen hartelijken dank voor de ontvangen luidbel. Zij geeft een liefelijk geluid en roept de gemeente des Zondags tweemaal op, om zich naar de godsdienstoefening te begeven. Tevens bied ik u aan eenige photografieën van de kerk, de school, de pastorie, de helperswoningen en de helpers. Ook is er eene photografie bij van mij en de helpers staande in de kerk voor het platvorm met de aangerichte Avondmaalstafel. Moge dit strekken om u een helder denkbeeld te geven van alles wat in deze laatste jaren door u namens de gemeente te Amsterdam is tot stand gebracht.

Bij dezen brief sluit ik ook eene nota in van de uitgaven in de laatste twee maanden.

En hiermede zal ik voor ditmaal eindigen.

Spoedig hoop ik u weêr te schrijven.

Al de broeders en zusters te Jogja maken het wel. Broeder van Marle is laatst eenigen tijd ongesteld geweest wegens eene ontsteking aan den blindendarm. Hoewel genezen, vond hij het toch beter om zich te laten opereeren ; welke operatie vandaag zal plaats hebben. Moge de Reere hem nabij zijn en alles wel maken.

Als gij dezen brief ontvangt, is het jaar weêr bijna vervlogen. De Heere is met u en ons geweest in dit jaar. Hij heeft ons gezegend in ons huis en in onzen arbeid. Zij Hij ook met u en ons in het nieuwe jaar en sterke Hij ons allen te zamen voor onzen arbeid tot opbouw en tot uitbreiding van zijne gemeente.

Bestrale de Heere ons met Zijn goddelijk licht.

Onder het opschrift Nieuw-Malthusianisme schrijft Ds Klaarkamer in de Utrechtsche Kerkbode het volgende :

Ziedaar de naam voor eene vieze en onzedelijke zaak. Het nieuw-malthusianisme leert eenen mensch, de wetenschap te misbruiken in dienst der zonde, het u-ert hem, zich te verzetten tegen Gods bestel, opdai tuj te beter zal kuunen gemeten van de begeerlijkheden dus vleesches en van de grootootmeid des levens.

Ltat ide kinderen een erfdeel des Heeren zijn en des buiks vructit eene belooning is", acnt het nieuw-maltliusiaiasme en allen die er zich meê afgeven een leugen; want veel kinderen brengen nieis dan zorgen ; nemen het niuoie van tiet leven weg zijn maar ourzaak ; dat er te veel monden eten moeten en daarom elite muiid ie weinig krijgt. Veel kinderen schaden den lichamelijken en huiselijken en socialen welstand, bevorderen maar het pauperisme, maken den strijd om het bestaan zwaar, bevorderen ontevredenheid en socialisme. Eu daarom, weg met die talrijke huisgezinnen.

flUw huisVc uuw zal we^en als een vruchtbare Wijn->lok aan de zijden van uw huis, uwe kinderen als olijfplanten rondom uw tafel"; dt ze belofte Gods ais een zegen aau zijn volk toegezegd, acht de man of vrouw, die zich in deze

eens wat verlaat is, ligt in den drukken arbeid' terwijl ik in de enkele vrije oogenblikken correspondenties had te voeren van allerlei aard met, het oog op de op te richten christelijke school. Ik hoop dus, dat gij mij dit vergeven zult. Niets is mij liever, dan u geregeld op de hoogte te houden van onzen arbeid.

De arbeid mocht geregeld voortgaan en de helpers werkten met lust en opgewektheid. De arbeid strekt eenerzijds tot opbouw van de gemeente door catechisatie en huisbezoek, en anderzijds tot uitbreiding van de gemeente door evangelisatie.

Tot onze groote blijdschap mochten wederom een vijftal den H. Doop ontvangen na belijdenis des geloofs: drie Javanen, één Chinees en één chineesche meisje. Eiken avond kwamen zij bij mij van half acht tot negen uur om onderzocht te worden ; en ten slotte kon ik hen met vrijmoedigheid toelaten tot den H. Doop. Met het chineesche meisje was dit lastiger, wijl zij volgens chineesche zeden zich niet in 't openbaar mag begeven, zoolang zij ongehuwd is. Eiken Maandag ging ik dan ook naar hare familie om haar te onderwijzen. Ik kreeg haar dan ook zoo ver, dat zij naar de kerk ging, hoewel dit geheel in strijd is met den chineeschen adat. Wijl zij later in het huwelijk zal treden met den chineeschen jongeling, die ook gedoopt is. dacht ik, hen tegelijk te kunnen doopen.

Maar dat kon volgens de familie onmogelijk, wijl de chineesche bruid haren aanstaanden man niet mag zien of ontmoeten dan op den dag van het huwelijk. En zoo zijn zij dan eene week na elkander gedoopt en hoop ik over eenige weken hun huwelijk in het midden der gemeente te voltrekken.

Er zijn tegenwoordig verscheiden Chineezen; vooral vrouwen, die 's Zondags ter kerk komen. Ook de luitenant der Chineezen is reeds enkele malen in de godsdienstoefening geweest. Gaarne zou ik later eenen helper willen hebben, om uitsluitend onder hen te arbeiden. Twee chineesche jongens van christenen uit Poerworedjo en Koeto-ardja zijn nu tot de opleidingsschool te Jogjacarta toegelaten. Ik hoop, dat zij zullen volharden en later flinke helpers kunnen worden. Door den regel echter gaan zij liever in den handel, waardoor zij voor het uitwendige eene veel beter positie kunnen krijgen.

's Dinsdags 's morgens ga ik in den regel naar Toengkak om daar te spreken tot de patiënten; doch meestal komen er ook nog een tiental van buiten af bij. Daar komt bijv. ook eene oude vrouw, moeder van eenen mohammedaanschen geestelijke; verder eene oude vrouw, die vroeger overal geroepen werd om mohammedaansche gebeden op te zeggen, waarin zij zeer knap is. Zoo is er nu ook weêr eene jonge vrouw, die vroeger zeer fijn islamitisch was en nu met veel begeerten het Evangelie ontvangt.

Ook is er eene jonge vrouw, huishoudster (concubine) van eenen Europeaan, die geregeld de samenkomsten bijwoont. Dus zal zich later de quaestie wel voordoen, hoe te handelen, indien door eene zoodanige de H. Doop wordt gevraagd. Veelal toch zijn de Europeanen er niet loe te brengen, om een wettig huwelijk te sluiten. Kan zulk eene vrouw gedoopi worden, ofschoon niet wettig gehuwd; of moet zij bij weigering van den man, dien man eerst verlaten ? Ouk met betrekking tot de polygamie (hoewel historisch prachtig toegelicht door Dr. Esser in zijne dissertatie) is het nog niet tot eene vaste conclusie gekomen, en later zullen w\j meermalen voor de quaestie geplaatst worden.

Die samenkomsten in Toengkak zyn niet onvruchtbaar. I'oor den regel is er veel begeerte, om te luisteren naar Gods Woord. Zoo wordt van dag tot dag het Evangelie-zaad uitgestrooid En al valt het menigmaal op den weg of onder de doornen, door 's Heeren genade zal zgn Woord ook vallen in de toebereide aarde en straks truchlen dragen

Ik ben nu weldra vijf jaren in den arbeid en de Heere heeft ons itezeieend. Het hospitaal wint al meer het vertrouwen van de bevolking. Duizenden komen in aanraking met het Evan- I

! strikken laat vangen, niets dan eene ramp en I eenen vloek, die zij zieken af te wentelen. | En als Paulus schrijft van de vrouw: »zij I /.al zalig worden in kinderen te baren", dan ! lachen deze lieden hem uit en noemen dat | dwaasheid.

Neen, twee kinderen op zijn meest en liefst I geen enkel.

En om dit te bereiken, om Gode hierin de wet i voor te schrijven en Hem zijn zeggenschap en ! bestel te ontnemen, predikt deze verderfelijke leer niet ^onthouding". Ze zou dan ook weinig aanhangers en aanhangsters vinden. En al deed zij dit ook, dan nog zou het verzet en opstand tegen God zijn, en zou zulk eene onthouding nog eene onzedelijke daad zijn.

Maar ze doet veel erger. Ze leert middelen kennen, om aan den wellust te voldoen, zoodat het vleesch niet behoeft gekruisigd te worden, en dat toch het kindertal niet vermeerderd wordt. En erger nog; want zij leert, al tracht zij dit te ontkennen, der bevruchte den weg kennen, om hare vrucht te verderven. Zij leert der moeder, haar kind nog onder haar hart zijnde te vermoorden.

En deze gruwel is te gevaarlijker, omdat hij sluipt in het donker.

Wie weet er van ? Wie kan deze misdaad, als zij gepleegd wordt, bewijzen ?

En wat weet satan zijn tijd goed te kiezen. Is dit gruwelstuk niet net iets voor den geest dezer eeuw? Voor een geslacht, dat naar God niet vraagt en noch Hem noch zijn Woord kent, en dat geheel verduisterd en verward is in de consciëntie? Net iets voor eenen tijd, die op allerlei manier zoekt, om door menigerlei genieting dit leven mooi te maken; óók door de lasten te verminderen en de lusten veel te maken; en onder die af te werpen »lasten" behoort dan wel allereerst de gehoorzaamheid aan God en zijn wet en getuigenis.

Ook deze gruwel past bij die nieuwe mystiek, zich op allerlei wijze uitend in de nieuwere kunst, die zelve zonder God en zonder Gods wet en zonder hoop een cultuurleven zoekt te scheppen voor den zedelijk verslapten, door zijn sentiment beheerschten mensch, die, omdat hij den weg des vredes niet kent, den weg der verdooving of-der razernij zoekt.

En helaas de arme door eigen moedwil bedrogen vrouwen en mannen meenen zich vrij te maken van de wet Gods (al verstaan zij ook niet en al ontkennen zij ook, dat zij tegen God en zijne wet strijden), maar zij moeten ervaren, dat er geen ontkoüieri aan God is.

Want óók in deze zonde, gelijk in die andere, gaat Gods regel door: »dat zij de vergelding hunner dwaling, die daartoe behoorde, in zichzelven ontvangen».

Onschadelijk en ongevaarlijk heeten deze raadgevingen en middelen. Maar vraag uwe dokter er maar naar; en zoo hij wil, zal hij u kunnen verhalen van zoo menige vrouw, die het in smartelijk en schandelijk lijden moet ervaren, van eene slang gebeten te zijn.

Neen, waarlijk niet onschadelijk, niet gevaarloos; maar verwoestende als een kanker de zedelijke kracht en het zedelijk leven; vretende als een kanker aan ons nationaal bestaan, gelijk helaas al duidelijk merkbaar wordt in het voortdurend verminderen der geboorten; en bedreigende het lichaam met ernstige krankheden.

En men denke niet, dat dit kwaad niet in christelijke, niet ook in gereformeerde kringen huist.

Die dit denkt, vergist zich, helaas, zeer.

Zijn dan christelijke kringen zondeloos ? Zijn dan allen, die in de christelijke kringen leven en daarbij gerekend worden, ook waarlijk «christen" in den zin van antwoord 32 van den Catechismus? En is dan een christen een mensch, die zijn zondige hart niet meer heeft? Geldt soms van zijn hart niet meer Jezus' zeggen in iVlarcus 7 : 20—523? Is dan niet het woord 1 Petrus 5 : 1 juist tot de Gemeente des Heeren gesproken ? En heeft de »rechtvaardige Lot" ons christenen niets te zeggen ?

Hoe dwaas te meenen, dat de christelijke