MET WEINIG VEEL TE DOEN, DAT IS DE KUNST.

0 minder kostbaren aanleg daar te stellen. Het gebeurt zeer dikwijls, dat men de zaak dwingen wil, maar zulke dingen laten zich niet dwingen, laten zich althans niet met voordeel tot stand brengen en daar komt ten slotte toch alles op aan. Zoo bij iets eene groote mate van plaatselijke kennis noodig is, dan is het bij eene ontginning door middel van de houtcultuur. Het is toch maar niet alleen de vraag, wat en hoeveel zal hier groeien*, maar ter zelfder tijd welke waarde zal dit product hier, aan de plaats, waar het gegroeid is, bezitten? Die waarde zal aan de eene plaats toch wellicht nog niet de helft zijn, van wat zij elders zou zijn, en daarop moet natuurlijk gerekend worden. Het natuurlijk gevolg daarvan is dan ook, dat men aan de ééne plaats met volkomene veiligheid een aanleg maken kan, dien men elders op geheel gelijksoortigen en misschien zelfs beteren grond niet beproeven kan , omdat daar het product bij te groote afgelegenheid van het oord, eene te geringe waarde hebben zou. Daarom ook zal men op geheel gelijksoortigen grond hier bijvoorbeeld houtgewassen kunnen aanplanten, die eene diepere, meer kostbare grondbewerking vereischen , zooals de eik en beuk, terwijl men elders zich tot de aanplanting van den groven den zal moeten bepalen, in zooverre deze zulk eene diepere bewerking aldaar niet behoeft. Mocht de grond daarvoor echter aan zulk eene plaatste hard zijn, bijzonder de ondergrond, zoodat ook voor dezen boom eene meer doortastende bewerking uoodzakelijk wordt, dan kan het geval ontstaan, dat men zulk eenen grond eenvoudig woest moet laten liggen. Vaneen meer kostbaren aanleg kan aan zulke plaatsen toch geen sprake zijn, kan op zulke gronden alléén sprake zijn bij gunstiger ligging en hooger prijs van het product. Toch valt het niet te ontkennen, dat de ervaren houtteler ook op zulke gronden, hoe afgelegen zij zijn, hoezeer ook naar hunnen aard weinig waarde bezittende, niet zelden nog een redelijken groei weet te voorschijn te roepen, door partij te trekken van schijnbare kleinigheden, door anderen niet opgemerkt, maar die zijn blik niet ontgaan. Dit staat echter vast, dat hij het hier ineen kostbaarder aanleg niet zoeken zal, omdat hij weet, dat deze hier niet betaald worden zou. Ook hij weet anders zeer goed, dat hij hier wellicht met geld veel dwingen kan, maar hij weet ook, dat daar de kunst niet inzit, dat deze integendeel hier gelegen is, om met weinig, zoo verre dit eenigzins mogelijk is, nog betrekkelijk veel te doen. Ja, met weinig veel te doen, dat is dan ook eene kunst, die zeker overal hare waarde bezit, maar dit nergens gewis meer heeft dan bij de ontginning door de houtteelt van de hier bedoelde woeste en ook door hunne ligging meer ondankbare gronden. Overigens zal hier wel altijd voor den houtteler de grove den de trouwe vriend zijn, zonder wiens hulp hij in zijne pogingen gewis

118