DE KOFFIEPLANT.

Yan Mokka is zij naar Batavia overgeplant. De West-Indische koffieplanten stammen af vaneen exemplaar, dat inden botanischen tuin te Parijs gekweekt, met veel moeite door kapitein Declieux is vervoerd daar Martinique. Men zegt, dat hij zijn drinkwater bespaarde om de plant er mede te begieten. Tegenwoordig wordt de koffiecultuur op groote schaal ondernomen in Amerika (vooral Brazilië), in Oost- en West-Indië, in Arabië en in verschillende andere kleinere landen. Brazilië produceert het meest, zoo als de handels-statistiek leert. Het verbreidingsgebied van den koffieboom is in betrekkelijk korten tijd zeer groot geworden. De boom aan zich zelve overgelaten, bereikt eene hoogte van 20—40 voet. Inde koffie-plantages evenwel houdt men hem lager door sterk snoeien, ten einde daardoor eene grootere opbrengst te verkrijgen en de vruchten gemakkelijker en beter te kunnen plukken. De wijze van kweeking is echter niet in alle landen dezelfde. Tot aan den bloeitijd hebben de planten veel water noodig. Te veel vocht is weer nadeelig, omdat het de ontwikkeling vaneen moeilijk te bestrijden vijand inde hand werkt, n.l. de ziekte der koffieplanten, die inden laatsten tijd door Gooke is bestudeerd. Zij moet worden toegeschreven aan een paar schimmelplanten (Pellicularia koleroga en Bemileia vastatrix) en zal wellicht even moeilijk uitte roeien zijn als de aardappelziekte. – En voor onze koloniën is het mislukken van den oogst geen onverschillige zaak. Op Java liggen de koffieplantages op de hellingen van vulcauische gebergten, ter hoogte van ongeveer 1200 meter en leveren de beste koffie, ofschoon op lager gelegen streken de opbrengst grooter is. Eene koffie-plantage levert een heerlijk gezicht op door de sneeuwwitte bloemen en roode bessen daartusschen. De boomen bloeien langen tijd, omdat zich aan de nieuw ontstane takjes telkens weer nieuwe bloemen ontwikkelen. ledere bloem is betrekkelijk snel uitgebloeid. De vruchten, ter grootte vaneen kers ongeveer, zijn bij hare ontwikkeling groen, worden daarna geel, vervolgens rood en als ze rijp zijn, violet. De vorm is langwerpig rond. ledere vrucht bevat twee zaden, die ineen slijmerig vruchtmoes liggen weggedoken en grijs-geel-groen van kleur zijn. De naar binnen gekeerde platte zijden zijn vaneen sleuf voorzien. Deze zaden zijnde koffieboonen. Op verschillende wijzen worden ze van het vruchtmoes ontdaan. Nadat zij achtereenvolgens deze mechanische bewerkingen hebben ondergaan, gedroogd zijn en gezuiverd van vreemde bijmengels, worden ze in zakken, balen of vaten gepakt en op drooge plaatsen bewaard, totdat de verzending paats heeft. Drooghouden is van veel belang, omdat ze anders zoo gemakkelijk de kleur verliezen , waardoor de waarde vermindert. De kleur is niet het eenige middel om de handels-

139