sium is not adcled in excess, hut just in such a quantity that a slight deficiency will occur, the sodium-nitrate with Boron (Arcadiannitrate with Boron or the Chilean-nitrate) will save the erop, whilst the application of lime-nitrate with Boron will not act so well. Here the sodium-'ion becomes active, when potassium is the limiting factor. 3e. So the question is brought forward to pay attention to a i'egular application of minor clements, before agriculture will obserye the different phenomena of deficiency. To give an answer to this question fundamental research work must be carried out.

De waarde van dicalciumfosfaat als meststof door F. VAN DER PAAUW. Der Wert des Dikalsiumphosphats als Phosphatdünger. Zusammenfassung s. S. 107. Voornamelijk als gevolg van de introductie van dicalciumfosfaat onder de naam Fertiphos zijn er in Nederland gedurende de laatste jaren nogal wat proeven met deze meststof genomen. Vooral een aantal, volgens het door O. de Vries (1,2) voorgestane serie-Principe door het Rijkslandbouwproefstation opgezette fosfaatsoortenproefvelden heeft zeer verhelderend gewerkt. Hierdoor is een beter inzicht verkregen inde waarde van deze meststof aan de hand van in ons land verkregen resultaten. Nagegaan zal worden in hoeverre deze resultaten met dein het buitenland gedane waai – nemingen in overeenstemming zijn. F RESULTATEN IN NEDERLAND. A. Veldproeven op bouwland. 1 ■ Zandgrond. Op het proefveld Pr 280 te Midlaren is in 1936 en 1Q37 dicalciumfosfaat in 6 hoeveelheden met 4 andere fosfaten vergeleken, waaronder slakkenmeel en monocalciumfosfaat. In 1936 werden Triumfaardappelen, in 1937 werd rogge verbouwd. De grond, een voor 30 jaar ontgonnen zandgrond, die ca. 5% humus bevat, was zeer arm aan fosforzuur en reageerde sterk op de bemesting. De P-bemesting is in 1936 eenige dagen voor het poten van de aardappelen gegeven. Ondanks deze late toediening toonde dicalciumfosfaat zich niet minder dan monocalciumfosfaat en slakkenmeel; inde grootere hoeveelheden was er zelfs eenige voorsprong (tabel 1). Van belang is de standbeoordeeling op 8 Juni (de aardappelen waren 26 Mei boven den grond). De objecten met monocalciumfosfaat en dicalciumfosfaat waren toen volkomen gelijk in stand, zulks in duidelijke tegenstelling met de slakkenmeel-objecten. die minder waren. Eerst in latere stadia is deze achterstand ingehaald. Dicalciumfosfaat werkte in deze proef dus even „vlug” als

95