meestal de aantasting is begrensd. In het algemeen zijn Zuid- en Westzijde van de bosschen aangevreten. In het Zuiden van ons .Nationale Park waren nu juist de Noordranden sterk aangetast; daar was de plaag kennelijk uit de eerder aangetaste, meer Noorde’ v gelegen bosschen naar het Zuiden verbreid. Vooral in 1937 sloeg de plaag over naar het Zuidelijke complex aan den Kemperberg Bij de verbreiding onder invloed van den wind komen de wijfjes natuurlijk wel eens op dennen terecht, die tot een andere soort dan

Figuur 6.

242