herhaaldelijk gebruikt wordt. Bij zomertarwe in 1935 werd gevonden : TABEL I. korrel P-getal Fosfaatbemesting kg/ha % (gemiddeld) geen P2052 100 100 P,05 als ruw fosfaat 27 107 0.2 150 PTT „ „ „ 25/2 101 8.5 100 P2Os als Thomasslakkenmeel 2ö>4 104 9-5 Deze resultaten vindt men uitgezet inde bovenste helft van Fig. 3. Een figuur, zooals men die wel meer bij proefvelden krijgt

en die weinig zegt, zoo weinig, dat men geneigd is een conclusie maar achterwege te laten. Zet men niet uit naar de grootte van de fosfaatgift, maar naar het P-getal dat op het betrokken object gemiddeld gevonden werd, dan krijgt men de stippen inde onderste helft van hig. 3> waaruit een aanwijzing overeen verband te halen is. ..... Dat er werkelijk in het laatste geval een verband bestaat, blijkt echter pas duidelijk uit Fig. 4, waarin de veldjes van elk object (er waren 5 parallellen) afzonderlijk zijn uitgezet en waaruit een stijging van de opbrengst met stijgend P-getal overtuigend naai voren komt. „ , , Hier geeft dus het verband tusschen PJgetal en opbrengst een

3. Boven : Opbrengsten uit Tabel I, uitgezet naar de toegediende hoeveelheid iosiaatmest. Onder : idem, uitgezet naar de gemiddelde P-getallen per object.

345