die bij vergrooting van het aantal objecten meen vloeien en i een zwerm of baan overgaan. En tevens komt men op die wijze weer terecht op den weg, dien men reeds van ouds pleegt te volgen, dooi van proefvelden met een aantal herhalingen er vele aan te leggen. De doorgevoerde uitbouw leidt in alle gevallen tot een groote veelheid van objecten of omstandigheden die, op de juiste wijze samengevat en geïnterpreteerd, ons ten slotte de evenwichtige diepere kennis van het probleem moet geven, waarom het in laatste instantie tL Het” serieprincipe leidt ons, wanneer het (doordat beperking noodig is) ten koste van het aantal herhalingen doorgevoerd wordt niet terug tot den vroegeren eenvoudigen proefopzet zondei ot met weinig herhalingen, dus met weinig waarnemingen Integendeel, het leidt eerder tot vergrooting van het aantal veldjes (waarnemingen), en al gauw tot aanzienlijke vergrooting. Voorop zit de bedoeling om bij vergrooting van het aantal waarnemingen daaivan een zoo groot mogelijk nut te hebben. Vermeerdering van het aantal objecten en vergrooting van de zekerheid per object dienen daarbij tegen elkaar afgewogen te worden, tenzij de opzet zoo groot wordt, dat aan beide desiderata voldaan kan worden. Bij onze beschouwingen bleek in sommige gevallen een opzet in serie bepaaldelijk noodig, meer noodig dan een grootere nauwkeurigheid door grooter aantal herhalingen (b.v. bij vergelijking van meststofsoorten). Hier moet systematische variatie inde objecten dus beslist voorgaan bij het aantal herhalingen. In andere gevallen zal men kunnen overwegen, hoever men met de herhalingen hoever met de variatie der objecten gaan zal. Men zal zooals altijd bij het aanvatten van moeilijke landbouwkundige problemen het een tegen het ander moeten afwegen, het probleem van verschillende zijden tegelijk onder handen moeten nemen en het eene doen zondei het andere te laten. Men zou den term „senepnncipe dan ook met zoo mogen opvatten, dat dit steeds voorop zou moeten staan; het komt naast de herhalingen, de verdeeling der veldjes over het proefterrein en de andere beginselen, die bij den opzet van veldproeven in acht genomen moeten worden. . . Strijdig zijn overigens de beide meer speciaal besproken principes opzet in serie, en herhalingen nooit, zij kunnen steeds naast elkaar verzorgd worden indien de capaciteit dat toelaat. Maar m vele gevallen zal beperking, en dus een keuze, noodig zijn; ik hoop U aangetoond te hebben, dat bij de betreffende overwegingen menigmaal aan het serieprincipe een meer vooraanstaande plaats gegeven zal moeten worden dan thans nog vaak het geval is. DISCUSSIE. Dr Ir T G Ossewaarde vraagt of bewerkingen zooals het oogsten niet zeer bezwaarlijk worden bij de groote proefvelden, die spreker noemde, b.v. met 1600 veldjes. Inleider antwoordt, dat er bij die voorgenomen proef zeer verschillende behandelingen zijn, b.v. wat betreft zaaitijd, jarowisatie enz. Deze beïnvloeden den tijd van rijping, zoodat de ruim iöoo veldjes niet op één dag geoogst behoeven te worden en ook met zouden kunnen worden. Overigens is het oogsten vaneen groot

357