Het voortgezet onderzoek over de draaihartigheid bij kool (II) geeft een duidelijk voorbeeld van hoeveel belang een systematisch onderzoek door een deskundige naar de levenswijze van de een of andere parasiet kan zijn voor de practijk, doordat zij de juiste middelen ter bestrijding aan het licht brengt. Er werden een aantal interessante waarnemingen gedaan over de biologie van het insect zooals: de larve overwintert (niet de pop) voor go % op een diepte van i—5 cm. De voedselopname van het insect gaat zeer waarschijnlijk door de huid, het insect scheidt een stof af, die de plantencellen doet oplossen en leeft in die „waterige oplossing”. Met veel nadruk wordt door de Schr. de stelling verdedigd, dat niet bepaalde weersomstandigheden op enkele dagen beslissend zijn voor het verschijnen van de massa insecten, maar een zekere totale hoeveelheid warmte inde maanden April en Mei. Pyridine gaf de beste bestrijding van alle sproei- en stuifmiddelen; bij een 12-malige toepassing gaf het, zelfs op bloemkool, geen beschadiging. Schr. zet uiteen, om welke redenen het mogelijk zal zijn in 1938 per radio bekend te maken wanneer men moet beginnen te spuiten. Een 'drie- a viermalige bespuiting in veertien dagen tijds zal dan waarschijnlijk afdoende werken. Deze mededeeling, die wetenschappelijk zeer goed verantwoord is, is zoo goed geschreven, dat men ze kan lezen als een roman. De proefnemingen worden voortgezet. JOH. BOS. Jaarboek voor de Zuivelbereiding. Uitgegeven door de Vereeniging van Oud-leerlingen der Rijkssuivelschool te Bolsvuard. Vide uitgave, 1938. 427 bis. (Sprayt & Co.’s Drukkerijen, Zutphen. Ingen. ƒ 3.50; Geb. f 4.25 plus porto). Bij de zesde verschijning (het ligt inde bedoeling daarbij een tusschentijd van 3 jaar te handhaven) merken wij op, dat de inhoud van deze uitgave meer dan die van de vorige een compleet geheel vormt.. Er wordt slechts enkele malen naar het sde jaarboek verwezen. Het opnemen o.a. van de bereiding, samenstelling en eischen van caseïne wijst er op, dat de samenstellers er voor zorgen, dat het boek „bij” blijft. Het hoofdstuk Statistiek bepaalt zich dan ook voornamelijk tot de jaren 1933—'36;, het heeft tegelijk een groote uitbreiding ondergaan. Het vereenigingsnieuws is beperkt tot een ledenlijst. Het boek is door de jaren uitgegroeid tot een vademecum op zuivel- en aanverwant landbouwkundig gebied. Men kan er zelfs een opsomming in vinden van de films over zuivelbereiding en waar zij in bruikleen te verkrijgen zijn. Zeer handig voor fabrieken is de inrichting van het hoofdstuk over: Werktuigen voor de Zuivel- en Melkproducten-industrie. Na een korte beschouwing over de toestellen vindt men enkele namen van leveranciers opgegeven. C. A. KOPPEJAN. H. A. A. VAN DER LEK en ELTIEN KRIJTHE. Bevordering van de wortelvorming van stekken door middel van groeistoffen. Med. Landbouwhoogeschool 41, Verhand. 2. (1937)- De Schr. hebben de wortelvorming van bebladerde stekken nagegaan, wanneer die stekken met hun basale einden gedurende 9—51 uur hadden gestaan ineen oplossing /Lindol-azijnzuur. De sterkte van de oplossing bedroeg 10—100 y per cc, zoodat de stekken gelegenheid hadden in totaal op te zuigen een hoeveelheid groeistof van ongeveer 50—200 y De stekken, die deze hoeveelheid groeistof hadden opgezogen gaven vlugger en meer wortels dan de controles. In het bijzonder werden hiervoor gebruikt planten, waarvan bekend is, dat ze moeilijk stekken als: Wistaria chinensis, Pyracantha crenulata, Myrabolaan (Prunus cerasifera) e.a. Ook bij kwee A werden goede resultaten verkregen. Negatieve resultaten werden o.a. bereikt bij : Ilex verticillata, Cotoneaster salicifolia, Clematis Prins Hendrik en framboos. Ook bij doucintypes werd geen resultaat geboekt. Hier werd echter een andere methode (pasta) toegepast. Of de hoeveelheid groeistof die door de stek werd opgezogen, groot of klein was, deed aan de mate van beworteling soms weinig of niet ter zake. In andere gevallen was het van belang of een hoeveelheid van 220 y werd opgenomen in 6 uur of in 50 uur. In het eerste geval gaf Myrabolaan beter beworteling dan in het laatste.

643