BIJDRAGEN TER HERKENNING VAN BOTEEVERVALSCHING.

in bepaalde 'verhouding (1), waarbij zich bij kunstboter afscheidingen op bepaalde wijze zouden vertoonen, zijn ons gebleken geheel onbruikbaar te zijn, omdat echte boter al naar mate van het ras en de voedering van het vee, ja zelfs naar gelang van verschil inde methode van afrooming een zeer verschillende hoeveelheid gemakkelijk stollende vetten hebben kan, en omgekeerd , volgens de betere methoden voor bereiding van kunstboter, ook de gemakkelijker smeltbare deelen uit de talk, de zoogenaamde oleo-margarine, ter vermenging gebezigd worden. De bepaling der vaste vetzuren na verzeeping van het botervet (2) geeft betrekkelijk kleinere verschillen dan de beide methoden, waaraan wijde voorkeur geven, en levert daarom .alleen bij zeer in ’t oog loopende gevallen van vervalschingen, den grond tot een juiste beoordeeling. Deze methode is daarenboven zeer omslachtig. Boter alleen op den reuk of den smaak (3) af te beoordeelen, heeft niet de minste waarde, zooals wij zoo aanstonds ten opzichte vaneen speciaal geval zullen aantoonen. Als resultaat van het plaats gehad hebbend onderzoek van verdachte soorten boter, kan ik derhalve het navolgende mededeelen: De monsters boter, die ons als vermoedelijk vervalscht werden toegezonden, zijn allen gebleken echte boter te zijn. De aanleiding tot zoodanig vermoeden was ontstaan, of dooreen slechten ransigen toestand der boter, een buitengewone vastheid, lichte kleur, of dooreen sterken talksmaak, waardoor het product bijna niet te nuttigen was. Ransige smaak en reuk kunnen bij echte boter natuurlijk even goed voorkomen als bij kunstboter. Zij ontstaan door gistingsversohijnselen, die gewoonlijk door het bewaren inde warmte en door gebreken bij het afscheiden van den room en het boteren veroorzaakt worden. Vreemde vetsoorten hebben volstrekt geen bijzondere neiging tot ransig worden, en daar de fabricage van kunstboter in het groot, en daarom met betere hulpmiddelen geschiedt, zoo zal een ranzig worden van kunstboter eerder minder dikwijls voorkomen. De samenstelling der natuurlijke boter is, zooals wij reeds opmerkten, tamelijk verschillend, omdat zij afhankelijk is van het ras van het vee van de voedering en vooral van de methode van roomafscheiding (of men namelijk alleen den eerst- of ook (1) Zie Bach. Chem. Centralbl. 1877, p. 899. Volgens dein een brief aan den schrijver dezes vervatte opgaaf van P. Petersen, wordt deze methode bij de geneeskundige afdeeling te Brem en als «volkomen vertrouwbaar” toegepast. (2) Methode van Hehner en Angell. Zeitschr. für analyt. Chemie Jahrg. 16, p, 145. (3) Hager (Pharmaceut. Centralhallo 18, 412. Chem. Centralbl. 1878, p. 72) verklaart feitelijk, door aanbeveling van deze proef, de wetenschap iu dit opzicht bankroet.

104