DE CONTROLE VAN HAN D E L S-Z AA IZ ADE N.

raededeeling onlangs ineen van onze landbouw-tijdschriften voorkomende. Zaden van voor de kuituur geheel nuttelooze grassen, die bovendien tengevolge van vochtigheid bij het inzamelen en bewaren , dikwijls grootendeels hunne kiemkracht verloren hebben, worden door sommige opkoopers voor geringen prijs van de inzamelaars verkregen en met de namen van goede grassoorten voorzien, inden handel gebracht. Geen wonder daarom, dat de soliede handelaars aanmerkelijke schade lijden, wanneer zij met de prijzen van hunne echte waar, met die der vervalschers willen concureeren. Gelukkig is het, dat, voor zooverre het de Grassen betreft, de bedoelde knoeierijen alleen kunnen geschieden met minder algemeen voorkomende en gekweekte grassen. Daar er echter onder deze zijn, die men in sommige gevallen toch met voordeel zoude kunnen verbouwen, wanneer men in het bezit was van echt en onvervalscht zaad, ware het wenschelijk dat landbouwers met kleine bedrijven, op geschikte grondsoorten, zich meer met de kuituur van zulke grassen bezig hielden en dit vanwege de besturen van landbouw-vereenigingen door het uitloven van premien en door voorlichtingen werd aangeraoedigd en ondersteund. In het artikel van den Heer Freijberg inde Landb.-Courant n°. 64, 1878, wordt het wenschelijke van dit kweeken van grassen en van de aanmoediging daartoe vanwege de Regeering of van landbouw-vereenigingen, meer uitvoerig behandeld, zoodat wij ons hier lot het reeds gezegde kunnen bepalen. In verband met het boven gezegde omtrent sommige soorten van graszaden, is het hier niet ongeschikt, onze aandacht te vestigen op het nadeel van het koopeu van mengsels van graszaden, welke mengsels, volgens opgaaf der zaadhandelaren, voor bepaalde soorten van grond zijn samengesteld. Daardoor is, voor minder nauwgezette firma’s in het buitenland, van wraar de meeste mengsels werden aanbevolen en ook ten onzent in omloop gebracht, eene zeer geschikte gelegenheid aangeboden, om allerlei schadelijke of minstens nuttelooze bestanddeelen daarin, aan den man te brengen (1). Daar het bovendien, zooals wij zagen, behalve van de beide Raaigrassoorten, het Timotheegras, de Beemdlangbloera en wellicht nog een paar andere Grassen, met de zuiverheid en echtheid van de graszaadsoorten nog zeer slecht gesteld is, staat het zelfs niet inde macht der handelaren om tegen den lagen prijs, waarvoor de bedoelde mengsels gewoonlijk aangeboden worden, goede waar te leveren. In ieder geval is de gebruikswaarde van zulke mengsels slechts gering; berekent men, na onderzoek van zuiverheid en kiemkracht, den prijs dien men voor het in het mengsel aanwezige, werkelijk goede zaad betaalt, dan blijkt deze inden regel zeer hoog te zijn. (1) In het dezer dagen verschenen '/le verslag van den Direkteur van het landbouwproefstation te Hasselt”, Dr. M. C. de Leeuw, wordt de samenstelling van zulk een grasraengsel, in het genoemde station onderzocht, medegedeeld. Daarin kwam o. a. voor, niet minder dan 11 pCt. zaad van Aira flexuosat het ons bekende boschgras zonder voederwaarde, zoomede ruim 7 pCt. van Holcus lanatas. Het aantal korrels van het eerstgenoemde zaad moet dus zeer aanzienlijk geweest zijn. Bovendien 13 pCt. steentjes, zand, kafjes, onkruidzaden. Het voornaamste gedeelte der voedergrassen werd vertegenwoordigd door het zaad van Lolium per enne bijna 41, en Lolium italicum bijna 14 pCt. De kiemkracht der zaden is niet vermeld, maar ook in het gunstigste geval kan de gebruikswaarde van zulke waar toch slechts gering zijn.

213