DE KOSTENDE TRIJS TAN DE STALMEST.

Uit de bovenstaande opmerkingen volgt, dat inde omstandigheden, waarin de boerderijen het menigvuldigst geplaatst zijn, de boekhouding alle denkbeeldige waarden verwerpen moet en voor iedere soort van vee alleen de evenredige hoeveelheid voeder in rekening brengen die zij verteerd hebben in vergelijking met de verkochte voortbrengselen. liet is de eenvoudigste en meest beredeneerde handelwijze de werkelijke waarde van het voeder bij slot van rekening op te maken even als het verschil van den prijs van aankoop en van verkoop van inde weide vetgemaakte beesten, na aftrek van de algemeene onkosten de waarde van het gras en de winst of het verlies van den vetweider aanwijst. Deze zou er niet aan denken zijne rekeningen ingewikkelder te maken door eene denkbeeldige waarde aan het gras zijner weiden, noch aan de uitwerpselen van zijn vee inde verschillende tijdperken van den weidegang toe te kennen. De landbouwer bevindt zich in deze fde omstandigheden als de vetweider, behalve dat hij in sommige gevallen gemaaid in plaats van gegraasd voeder aan zijn vee geeft. Door dit weerkeerig verband tusschen het voeder, het vee, de mest en de voortbrengselen uit het oog verloren te hebben, heeft de landhuishoudelijke boekhouding al te dikwijls geleid tot het onzinnig besluit, dat het vee inden landbouw een noodzakelijk kwaad is, terwijl het door zich zelven eender overvloedigste bronnen van voordeel uitmaakt en door zijne mest het meest vermogend middel verschaft om de vruchtbaarheid van den grond te onderhouden of te verhoogen. {Gazelle du Village.) DE EUCALYPTUS- OP GOMBOOM. In eene zitting van de Californische Academie van wetenschappen werd dooreen aantal waargenomen feiten de ervaring erkend, dat de gomboom, die in Californie inheemsch is, tot de middelen ter voorkoming van brand kan gerekend worden. Dakplanken namelijk, die van eucalyptushout gemaakt waren zijn gebleken zoo tegen vuur bestand te zijn, dat de daarmede gedekte daken geen vuur vatten Ledurende den laatsten grooten brand, die in 1876 te San Franoisco plaats had, bleef een boom dezer soort, die midden in het vuur stond uren lang aan de volle hitte van het vuur blootgesteld, en hij staat nog lieden op dezelfde plaats in volle fleur en volstrekt onbeschadigd. Deze waarneming heeft tot het voorstel geleid om ten einde °de uitbreiding van brand te voorkomen, deze boomsoort als alleeboom tot versiering en om de schaduw in steden en dorpen aan te planten. Al de verscheidenheden dezer boomsoort zouden dezelfde belangrijke eigenschap bezitten. Overigens wordt deze boomsoort ook reeds in Irankrijk, Spanje, Portugal, Algerie en Oost-Indie op ruime schaal aangeplant. x EEY DOOFSTOM GEBOEEN KUNT). Onder dit opschrift deelt de districts veearts Weber het volgende mede: De grondeigenaar A. ï. op S. is in ’t bezit van eene doofstomme 12 jaren oude koe van gekruist Algiiuer ras, welke hij als

174